Oversterfte in alle leeftijdsgroepen
In alle leeftijdsgroepen overleden meer mensen dan verwacht. Omdat er meer ouderen overleden, is ook de oversterfte in aantallen hoger dan onder jongere leeftijden. Ten opzichte van de verwachte sterfte was de oversterfte in de verschillende leeftijdsgroepen echter niet zo verschillend. Deze relatieve oversterfte was het laagst bij 90-plussers (7 procent) en het hoogst onder mensen van 65 tot 80 jaar (14 procent).
Vergeleken met 2020 was de oversterfte hoger in de leeftijdsgroepen 50 tot 65 jaar en 65 tot 80 jaar. In die laatste groep overleden 6,5 duizend meer mensen dan verwacht, tegen 5,5 duizend in 2020. Bij 50- tot 65-jarigen was de relatieve oversterfte met 11 procent duidelijk hoger dan een jaar eerder. In 2021 overleden ruim 1,6 duizend meer mensen dan verwacht in deze leeftijdsgroep, in 2020 waren dat er bijna 500.
Vooral meer mannen overleden dan verwacht
In 2021 overleden net iets meer mannen dan vrouwen. Normaal gesproken overlijden er juist meer vrouwen dan mannen omdat er meer oudere vrouwen zijn. De sterfte onder mannen was ruim 11 procent hoger dan verwacht, onder vrouwen 9 procent. In 2020 overleden ongeveer evenveel mannen als vrouwen.
Minder oversterfte bij Wlz-zorggebruikers
In 2021 overleden 63 duizend mensen die zorg ontvingen in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz). Dat waren er ruim 5 duizend (9 procent) meer dan verwacht. Onder de overige bevolking overleden 108 duizend mensen, wat een kleine 11 duizend (11 procent) meer is dan verwacht. De Wlz-bevolking telt meer ouderen en meer vrouwen dan de overige bevolking.
De relatieve oversterfte onder Wlz-zorggebruikers was lager dan in 2020, onder de overige bevolking juist hoger.
Flevoland, Zeeland en Limburg relatief het meest getroffen
Vooral in Flevoland (20 procent), Zeeland (16 procent) en Limburg (14 procent) overleden in 2021 relatief gezien meer mensen dan verwacht. In de GGD-regio’s Kennemerland en Amsterdam was de relatieve oversterfte het laagst (6 procent).
In 2020 hadden Flevoland en Limburg ook een relatief hoge oversterfte, in Zeeland was de oversterfte toen heel beperkt. Dat jaar overleden ook in GGD-regio’s in het oosten van Noord-Brabant, in het zuiden van Gelderland en in de GGD-regio’s Zaanstreek/Waterland en Rotterdam-Rijnmond relatief gezien meer mensen dan verwacht.