1953 werd beheerst door de watersnood die zich voltrok in de eerste dagen van februari. De Pastoor van Brielle, van Nobelen, had ook de zorg over de parochie van de Rooms-Katholieke Kerk van Hellevoetsluis Toevallig was de Pastoor die bewuste avond in Hellevoetsluis om er ook de nacht door te brengen.
Toen hij ‘s nachts om half vier wakker werd van een vreemd geraas en haastig het bed uitstapte stond de Pastoor al tot zijn knieën in het ijskoude water. Bij aankomst in de Kerk heeft hij een aantal spullen nog kunnen redden maar tegen het snel stijgende water was ook hij niet opgewassen. Lopen werd zwemmen en uiteindelijk kon hij geen kant meer uit en zat gevangen in de Kerk. Pas rond zeven uur, toen het water wat ging zakken heeft hij wadend door het water een deur open gekregen en zag toen pas hoe groot de ravage was binnen maar ook buiten de Kerk.
Missen konden niet meer gehouden worden, in de periode direct na de ramp werd er gekerkt in de woonkamer van de heer B.v.d. Berg, die ten tijde van de watersnood directeur van het postkantoor was en aan de Opzoomerlaan woonde. Dank zij de medewerking van A. v.d. Berg van de Gereformeerde Kerk die ook aan de Opzoomerlaan te vinden was maar dan aan de andere kant, konden daar later de Missen van de Katholieke Kerk gehouden worden. Deze situatie duurde tot Paaszaterdag 17 april 1954 toen de Kerk na een grondige restauratie weer in gebruik genomen kon worden.
De huizen op de foto (zie boven) stonden op de plek waar nu Theater Twee Hondjes te vinden is. Op de achtergrond zie je nog net de Katholieke Kerk. Buiten staat al het natte huisraad te drogen, centjes om nieuwe spullen te kopen waren er immers niet. Om een indruk te geven hoe hoog het water gestaan heeft, rechts op de foto boven het in vieren gedeelde raam zijn er houten planken te zien. Tot aan de bovenzijde van de bovenste plank heeft het water gestaan, wat bijna niet voor te stellen is als je het niet zelf meegemaakt hebt.