-Memleben (D)- In de donkere, middeleeuwse crypte klinkt des middags het gezang van drie monniken. Alleen door het kleine glas in loodraam boven het altaar dringt er een beetje licht door de ondergrondse kapel. De kerkbanken zijn tot de laatste plaats gevuld met bezoekers, sommigen staan langs de wanden, sommigen bidden mee met de gezangen en gebeden in het schemerige licht, anderen luisteren gewoon geboeid.
Eens per jaar blazen drie Benedictijner monniken de kloosterruïne in Memleben (voormalige DDR) vijf dagen lang nieuw leven in. Zij komen van de abdij in het Duitse Münsterschwarzach en kwamen kort na de val van de Berlijnse Muur via samenwerking en uitwisseling tussen steden in contact met het met een rijke geschiedenis doordrenkte klooster van Memleben.
Keizerlijk paleis
Op deze plaats, die ooit een keizerlijk paleis was, stierf de Romeins-Duitse keizer Otto I, genaamd Otto de Grote, 1050 jaar geleden, op 7 mei 973. Zijn vader, koning Hendrik I, blies hier zijn laatste adem uit in 936. Otto II en zijn vrouw Theophanu stichtten in 979 een Benedictijnenklooster ter nagedachtenis aan zijn vader, dat met de reformatie ten onder ging. Vandaag de dag zijn er alleen nog ruïnes over van de ooit enorme gebouwen.
Op deze plaats willen pater Maximiliaan en de twee broeders Melchior en Mozes met hun aanwezigheid laten zien dat het kloosterleven veel meer is dan een overblijfsel uit vervlogen tijden. “Als wij hier zijn, proberen wij de bezoekers te laten zien dat er vandaag de dag nog steeds monniken zijn,” aldus pater Maximiliaan.
Eenpersoonskamer met een eigen bed
De benedictijn beschrijft dit heel levendig tijdens een rondleiding. Vroeger, vertelt hij de bezoekers, sliepen de monniken volgens de regel van Sint Benedictus in grote slaapzalen: “Tegenwoordig heeft ieder van ons een eenpersoonskamer met een eigen bed. En dat is een comfort dat ik niet meer wil missen.”
In vroegere eeuwen baden de monniken zeven keer per dag de zogenaamde getijdenliturgie. Zij stonden daarvoor om twee uur ‘s nachts op. Tegenwoordig is dat niet meer zo strikt als vroeger, legt pater Maximiliaan uit. Toch slapen zelfs ‘moderne’ monniken niet uit. De getijdenliturgie begint om vijf uur, gevolgd door de Mis.
De dagen in Memleben, die zondag eindigen, zijn geen zomervakantie voor de drie monniken. Ook hier gaan zij om vijf uur naar beneden voor het ochtendgebed in de crypte, die na de opheffing van het klooster een paar jaar als aardappelkelder werd gebruikt. “Velen hebben nog steeds een beeld van het monnikendom dat gevormd is door films,” zegt pater Maximiliaan. Daarom willen de monniken – vooral in Midden- en Oost-Duitsland met zijn lage kerkbezoek – contact zoeken met de mensen, met hen praten en vragen beantwoorden. Vooral voormalige inwoners van de DDR hebben weinig kennis van kerk en geloof.
Pensioen
Vragen hebben de bezoekers volop: Woont de bekendste monnik uit Münsterschwarzach, de bestsellerauteur pater Anselm Grün, daar nog steeds? “Ja, hij hoort bij onze gemeenschap van ongeveer 80 broeders,” legt pater Maximiliaan uit.
Een vrouw wil weten of monniken ook met pensioen gaan, en mogen religieuzen eigenlijk wel bier drinken? Of in spijker- of joggingbroek het klooster uitgaan? Pater Maximiliaan, broeder Melchior en broeder Mozes, die uit de Filippijnen komt, beantwoorden de vragen met veel plezier en geduld.
Het kloosterleven, ooit verboden tijdens de reformatie, later niet geduld door het socialistische schrikbewind in de DDR en nu weer langzaam opbloeiend. Het kan verkeren…