In de afgelopen honderd jaar zijn er elk jaar vooral woningen bijgekomen, met uitzondering van de periode in en net na de Tweede Wereldoorlog (1940 tot en met 1947), toen per saldo de woningvoorraad met meer dan 104 duizend woningen afnam. Het recordjaar voor de woningbouw is 1973, toen er per saldo in één jaar bijna 143 duizend woningen zijn bijgekomen. Er werden 158 duizend woningen toegevoegd dat jaar, circa 15 duizend woningen zijn door sloop of onttrekking verdwenen. Deze piek in de woningbouw hangt samen met de sterk toegenomen huishoudensgroei. De babyboomers, de generatie die werd geboren tijdens de grote geboortegolf van 1946-1960, werden vanaf halverwege de jaren 60 volwassen en gingen nieuwe huishoudens vormen.
Helft woningen staat in Noord-Brabant, Noord-Holland en Zuid-Holland
De provincies met de grootste aantallen woningen zijn Zuid-Holland (ruim 1,7 miljoen woningen), Noord-Holland (bijna 1,4 miljoen) en Noord-Brabant (bijna 1,2 miljoen). Deze drie provincies samen bevatten meer dan de helft van de Nederlandse woningvoorraad (53 procent). In Flevoland staat het kleinste aantal woningen (176 duizend), gevolgd door Zeeland (bijna 189 duizend) en Drenthe (225 duizend). In deze drie provincies staat 7 procent van de Nederlandse woningvoorraad. In Zuid-Holland staan daarmee bijna tien keer zoveel woningen als in Flevoland. Schiermonnikoog is met minder dan 600 woningen de gemeente met het kleinste aantal woningen. De gemeente Amsterdam telt de meeste woningen, ruim 454 duizend, 6 procent van alle woningen in Nederland.
Meeste woningen erbij in Amsterdam
In heel Nederland zijn er in de eerste helft van 2021 per saldo 39 duizend woningen bijgekomen. Noord-Holland was de provincie waar de meeste woningen bijkwamen: bijna 8,0 duizend. In Zeeland kwamen er met 355 woningen het minste aantal woningen bij. Onder de gemeenten kwamen er in Amsterdam in de eerste helft van dit jaar per saldo de meeste woningen bij: bijna 4,3 duizend. Dat is meer dan de helft van alle woningen die er in Noord-Holland bijkwamen.
In relatieve zin groeide de woningvoorraad met 4,4 procent het hardst in Roermond (ruim 1,2 duizend woningen). In sommige gemeenten nam de woningvoorraad af. In Harlingen kromp de woningvoorraad het meest met 114 woningen.