Aantal kinderen met overgewicht verdubbeld

Leestijd: 3 minuten

Dinsdag 1 oktober 2024 – 10.50 uur – Bron: Redactie Wereld/IPS – Beeld: MB

 

  • Aantal kinderen met overgewicht wereldwijd verdubbeld
  • Meeste kinderen met obesitas in Amerika, maar ook op alle andere continenten een toename

 

-Brussel- Sinds 1990 is het aantal kinderen met overgewicht op elk continent explosief gestegen. De Verenigde Staten zijn koploper, maar veel andere landen zitten hen op de hielen. Wetenschappers vrezen voor een wereldwijde epidemie van obesitas bij jongeren, met ernstige gezondheidsrisico’s voor hun toekomst.

Amerikaanse onderzoekers en artsen luiden de alarmbel over deze toename van overgewicht en obesitas bij kinderen want “de schadelijke gevolgen van deze epidemie zijn al duidelijk zichtbaar”, zeggen ze aan de hand van nieuwe cijfers.

In Zuid-Europa, waaronder landen als Griekenland, Italië en Spanje, is nu 10 tot 15 procent van de kinderen obees. Oost-Europese landen hebben iets lagere percentages, maar zien een snelle toename die binnenkort vergelijkbaar kan zijn met die van Zuid-Europa.

Van alle kinderen ter wereld jonger dan vijf jaar en met overgewicht woont bijna de helft in Azië, terwijl dat in Afrika ongeveer een kwart is.

Veel ontwikkelingslanden staan voor de dubbele uitdaging om zowel overgewicht als ondervoeding bij kinderen aan te pakken. In Latijns-Amerika kampt ongeveer 20 procent van de kinderen onder de twintig jaar met overgewicht.

Wereldwijde crisis

De Verenigde Staten hebben het grootste aantal kinderen met obisitas, maar de resultaten tonen ook dat overgewicht bij kinderen zich tot een wereldwijde crisis heeft ontwikkeld. Globaal gezien is het aantal kinderen met overgewicht bijna verdubbeld.

De gevolgen voor de gezondheid zijn al zichtbaar: hoge bloeddruk, diabetes type 2 en andere gezondheidsproblemen nemen toe.

“Overgewicht en obesitas bij kinderen nemen in de Verenigde Staten epidemische proporties aan en dreigen wereldwijd een pandemie te worden”, zegt hoofdauteur Charles Hennekens van het Schmidt College of Medicine. “Deze aandoening leidt tot problemen zoals hoge bloeddruk, diabetes type 2 en stofwisselingsstoornissen. Bij volwassenen verhoogt het risico op hartaanvallen, beroertes, leverziekten, obstructieve slaapapneu, artritis en bepaalde vormen van kanker. En veel van deze aandoeningen zien we nu al op jongere leeftijd.”

BMI

Volgens de onderzoekers hebben kinderen met een te hoge BMI een aanzienlijk groter risico om later overgewicht te krijgen. Het is ene misvatting dat kinderen vanzelf van hun overgewicht afkomen, benadrukken ze.

Daarnaast wijzen ze op het belang van dagelijkse lichaamsbeweging.

“Door de afname van lichamelijke opvoeding op scholen en het overmatig gebruik van elektronische apparaten voldoen veel kinderen niet aan de aanbevolen richtlijnen voor lichaamsbeweging”, waarschuwt onderzoeker Panagiota Kitsantas. “Dat inactieve gedrag leidt tot overgewicht en obesitas, mee veroorzaakt door ongezonde voeding, minder slaap en een lagere fysieke activiteit. Georganiseerde en leuke activiteiten stimuleren kan kinderen helpen om voldoende beweging te krijgen.”

Ultrabewerkt voedsel

De onderzoekers vragen in het kader van hun vaststellingen aandacht voor de negatieve gevolgen van suikerrijke en ultrabewerkte voeding.

“Bijna 70 procent van de voeding van een gemiddeld kind in de Verenigde Staten is ultrabewerkt”, zegt Hennekens. “Ook de consumptie van ultrabewerkte voedingsmiddelen bij kinderen jonger dan 24 maanden neemt wereldwijd toe. Dat vergroot niet alleen het risico op obesitas, maar vermindert ook de immunologische bescherming.”

Om het eetgedrag van kinderen in goede banen te leiden kijken ze niet enkel naar ouders maar vragen ook een inspanning van scholen. “Onderzoek wijst uit dat gezondere schoollunches bijdragen aan het verminderen van obesitas, vooral bij kinderen uit gezinnen met een laag inkomen,” zegt Kitsantas.

Ook de reclamesector en de sociale media worden op het matje geroepen.“Hoewel de Wereldgezondheidsorganisatie aanbevelingen doet om voedselmarketing voor kinderen te beperken, hebben maar weinig landen deze maatregelen echt doorgevoerd,” zegt Hennekens. “Daarom is het belangrijk dat zorgverleners en gezondheidsdeskundigen gezinnen beter informeren over de impact van deze reclame.”