Als bedreigde diersoort ben je maar beter fotogeniek

Leestijd: 2 minuten

Zondag 2 maart 2025 – 06:20 uur – Bron: Redactie Wereld/IPS – Beeld: MB

-Brussel- Onze inspanningen om soorten te beschermen zijn enorm geconcentreerd rond enkele charismatische mensapen of grote zoogdieren die mooi in de lens kunnen kijken. Minder knappe soorten krijgen veel minder aandacht, en algen of schimmels al helemaal niet.

Bedreigde soorten: we denken vaak meteen aan olifanten, neushoorns of zeeschildpadden. Dat is ook te zien op het terrein: maar liefst 83 procent van alle middelen om soorten te redden gaat naar gewervelde dieren. Ongewervelden en planten krijgen maar 6,6 procent – schimmels of algen krijgen nauwelijks aandacht

Dat blijkt uit een grootschalig onderzoek van de Universiteit van Hongkong, dat 25 jaar aan beschermingsprojecten onderzocht, goed voor bijna vijftienduizend projecten of in totaal zo’n 1,8 miljard euro.

Groot en mooi

“We hadden wel al vooroordelen ten gunste van gewervelde dieren verwacht maar de situatie was nog veel erger dan we hadden ingeschat”, zegt Benoit Guénard, hoogleraar Entomologie. “Zelfs binnen gewervelde dieren werden veel van de meest bedreigde groepen – zoals amfibieën – grotendeels ondergefinancierd, en die financiering daalt bovendien nog over verloop van tijd.”

Ook binnen je groep kun je maar beter groot en fotogeniek zijn. Neem nu reptielen: meer dan duizend soorten hagedissen of slangen zijn bedreigd, maar 87 procent van de financiering gaat naar slechts zeven soorten zeeschildpadden.

Habbekrats

Er is dus een enorme mismatch tussen wat de wetenschap als belangrijke soorten beschouwd, en de soorten die het meeste geld krijgen. Daar blijkt vooral het ‘charisma’ doorslaggevend. Dat leidt ertoe dat bijna een derde van de financiering zelfs naar soorten gaat die niet eens bedreigd zijn, terwijl bijna 94 procent van de bedreigde soorten geen enkele steun heeft ontvangen.

En er vloeit sowieso al relatief weinig geld naar natuurbehoud: de internationale financiering van 37 regeringen en ngo’s is amper 0,3 procent van het jaarbudget van de NASA of 0,01 procent van dat van het Amerikaanse leger.

“Onze traditionele kijk op wat bedreigd wordt, komt vaak niet overeen met soorten die echt bedreigd worden, waardoor veel kleinere of ‘minder charismatische’ soorten verwaarloosd worden”, besluit hoogleraar Biologie Alice Hughes. “We moeten dit perspectief dringend herformuleren en financiering beter verdelen over de soorten, als we enige hoop willen hebben om de afname van populaties te stoppen en het voortdurende verlies aan biodiversiteit te herstellen.”

Het onderzoek is verschenen in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences.