-Washington- Als het gaat om levensovertuiging, lijkt het Amerikaanse Congres op het vorige Congres. Maar het is geen afspiegeling van de Amerikaanse bevolking, constateert onderzoeksbureau Pew Research.
Ongeveer een kwart (26 procent) van de Amerikaanse volwassenen rekent zich tot geen enkele religie en noemt zichzelf atheïst, agnost of “niets specifieks”. Slechts één Congreslid, senator Kyrsten Sinema uit Arizona, zegt tot geen enkele religie te behoren (0,2 procent)
Bijna negen op de tien leden van het Congres noemen zich christelijk (88 procent), vergeleken met 65 procent van de Amerikaanse bevolking. Het Congres is meer protestants (55 procent vs 43 procent) en katholiek (30 procent versus 20 procent) dan de Amerikaanse bevolking.
Het aantal Congresleden dat zichzelf alleen protestants of christen noemt, zonder denominatie, groeit. Momenteel valt 18 procent in die categorie. In 2011 was dat 7 procent.
Moslims en boeddhisten
Presbyterianen, episcopalen en methodisten zijn relatief oververtegenwoordigd vergeleken met pinksterchristenen, baptisten en christenen zonder denominatie. Ook joodse Congresleden zijn oververtegenwoordigd vergeleken met hun aandeel in de Amerikaanse bevolking (6 procent versus 2 procent).
De meeste overige niet-christelijke groepen in het rapport (zoals boeddhisten, moslims en hindoes) zijn vertegenwoordigd in percentages die meer overeenkomen met hun aandeel in het Amerikaanse publiek.
Bijna alle niet-christelijke Congresleden zijn Democraten. Slechts 3 van de 261 Republikeinen die op 3 januari ingezworen zijn (1 procent) noemen zich niet-christelijk. Twee daarvan zijn joods en één wilde geen religieuze denominatie noemen.
Hoewel de bevolking steeds minder christelijk wordt, concludeert Pew, bleef het Congres relatief stabiel in de afgelopen jaren. Het 87e Congres, dat in 1961 begon, is het eerste Congres waarvan dit soort data beschikbaar is. Destijds gaf 95 procent aan christelijk te zijn, wat min of meer overeenkwam met de 93 procent van het Amerikaanse publiek die aangaf christelijk te zijn.
Sinds het begin van de jaren 1960 nam het aantal volwassenen dat zich christen noemt substantieel af in de VS, maar het aantal christenen in het Congres daalde veel minder snel.