-Heerlen- De Nederlandse bevolking is in 2023 naar verwachting met 140 duizend inwoners gegroeid, tot 17,9 miljoen. De bevolking groeide minder sterk dan een jaar eerder, toen er 221 duizend inwoners bij kwamen. Dat meldt het CBS op basis van de meest recente ramingen. Lees verder onder de reclame>
Minder immigranten en meer emigranten dan in 2022
In 2023 kwamen er minder immigranten naar Nederland dan in 2022. Er kwamen vooral minder mensen vanuit Oekraïne, maar ook vanuit de meeste andere landen (behalve Amerika en Oceanië) daalde de immigratie. De emigratie is onder alle herkomstlanden juist toegenomen, behalve onder Nederlanders. Het migratiesaldo (immigratie minus emigratie) komt uit op 138 duizend tot 1 december 2023, dat zijn er 79 duizend minder dan in die periode in 2022.
Per saldo kwamen de meeste in het buitenland geboren migranten uit Europa (59,3 duizend) waarvan het merendeel uit de voormalige Sovjet-Unie (24,5 duizend). Verder kwamen 16,5 duizend migranten uit Syrië, 10,7 duizend uit Turkije, 7,6 duizend uit India en 6,6 duizend uit Polen.
Opvang van Oekraïense vluchtelingen in Europa
Tot 1 november 2023 heeft Nederland sinds de start van de oorlog in Oekraïne 139,6 duizend vergunningen afgegeven aan Oekraïense vluchtelingen in het kader van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming Oekraïne. Zij hoefden geen asielverzoek in te dienen. Hiermee zijn er 7,8 Oekraïense vluchtelingen per duizend inwoners opgevangen. Daarmee zit Nederland onder het gemiddelde van 9,3 per duizend inwoners in de Europese Unie. In totaal zijn er in de Europese Unie 4,2 miljoen Oekraïense vluchtelingen opgevangen. Hoewel Duitsland in absolute aantallen de meeste vluchtelingen opving (1,2 miljoen) liggen de verhoudingen anders bij het aantal per duizend inwoners. Tsjechië, Estland, Polen, Bulgarije en Litouwen vingen elk meer dan 25 Oekraïense vluchtelingen per duizend inwoners op.
Minder kinderen geboren
In 2023 werden naar schatting 165 duizend kinderen geboren, bijna 3 duizend minder dan in 2022. Het vruchtbaarheidscijfer in Nederland daalt sinds 2010, en kwam in 2023 naar verwachting uit op gemiddeld 1,43 kinderen per vrouw. Dat is iets lager dan begin jaren tachtig, toen het vruchtbaarheidscijfer een dieptepunt bereikte. De sterfte daarentegen bleef relatief hoog: hoewel de oversterfte in 2023 iets is afgenomen wordt het aantal overledenen geschat op 169 duizend, vergelijkbaar met 2022. Hierdoor is de bevolking door natuurlijke aanwas (geboorten minus sterftegevallen) volgens de raming met ruim 4 duizend mensen afgenomen. Lees verder onder de reclame>
Sterkste bevolkingsgroei in Flevoland en universiteitssteden
Sterke groei universiteitssteden
In universiteitssteden was de bevolkingsgroei relatief sterk. In vergelijking met een jaar eerder verhuisden er in 2023 vooral meer jongvolwassenen (18 tot 25 jaar) naar de universiteitssteden. Groningen was de snelst groeiende van de tien grootste gemeenten; daar kwamen er bijna 25 per duizend inwoners bij. Dit was het gevolg van zowel verhuizingen als buitenlandse migratie. Ook de universiteitssteden Nijmegen (24 per duizend inwoners), Amsterdam (19) en Utrecht (18) kregen er relatief veel inwoners bij. Nijmegen groeide vooral door binnenlandse verhuizingen, Amsterdam en Utrecht met name door buitenlandse migratie. Ook de universiteitssteden Delft, Leiden en Maastricht kenden een bovengemiddelde bevolkingsgroei. De gemeente Wageningen (ook een universiteitsstad) kreeg er naar verhouding zelfs de meeste inwoners bij van alle Nederlandse gemeenten; 43 per duizend inwoners, zowel door binnenlandse verhuizingen als buitenlandse migratie. Van de tien grootste gemeenten groeide alleen Den Haag minder sterk dan het landelijk gemiddelde.
Bevolkingskrimp door heel Nederland, vooral aan de randen
Bevolkingskrimp was er in 86 van de 342 gemeenten in 2023. Op Flevoland na zijn er in alle provincies wel gemeenten waar het aantal inwoners daalde. In het Noord-Hollandse Laren was de bevolkingskrimp het sterkst. Deze gemeente is relatief vergrijsd, waardoor er ruim meer sterfgevallen waren dan geboorten. In het Gooi bestaan groei en krimp naast elkaar: in de gemeenten Laren en Huizen nam het aantal inwoners af, terwijl de aangrenzende gemeenten Blaricum en Eemnes sterk groeiden. Door nieuwbouw verhuisden hier juist veel mensen vanuit andere gemeenten naartoe.
De meeste gemeenten met bevolkingskrimp zijn te vinden aan de randen van Nederland. In tegenstelling tot de stad Groningen, daalde het aantal inwoners in veel van de kleinere gemeenten in die provincie. Ook in Zuid-Limburg, De Achterhoek, Twente en Zeeuws-Vlaanderen daalde het aantal inwoners in betrekkelijk veel gemeenten. Dit komt vooral doordat er meer mensen overleden dan er baby’s geboren werden. Deze negatieve natuurlijke aanwas doet zich door de vergrijzing voor in ongeveer twee derde van de Nederlandse gemeenten. Alleen in het westen van Nederland (inclusief Flevoland) overtrof het aantal geboorten het aantal sterfgevallen in de meeste gemeenten. In Drenthe en het noordelijke deel van Zeeland waren er meer sterfgevallen dan geboorten, maar toch groeide de bevolking daar in veel gemeenten door een positief saldo van verhuizingen en buitenlandse migratie.