Vooral de eerste golf van de coronapandemie had een groot effect op de bevolkingsgroei. Er overleden meer mensen dan er kinderen geboren werden, en de groei door buitenlandse migratie kwam vrijwel tot stilstand. Nadat de sterfte was gedaald en de coronamaatregelen voorzichtig werden losgelaten, kwam de buitenlandse migratie weer op gang. In het vierde kwartaal nam het aantal sterfgevallen opnieuw toe. De aantallen immigranten en emigranten verschilden tijdens deze tweede golf beduidend minder van die in 2019 dan tijdens de eerste golf.
Groei grotendeels door migratie
De bevolking groeide vooral door migratie: het saldo van immigratie en emigratie was 59 duizend. Het aantal immigranten kwam in 2020 naar verwachting uit op bijna 211 duizend, ruim 58 duizend lager dan een jaar eerder. De emigratie daalde minder, van 161 duizend naar 152 duizend.
De natuurlijke aanwas (geboorte min sterfte), komt naar verwachting uit op 4 duizend. Zowel tijdens de eerste als tijdens de tweede golf overtrof de sterfte het aantal kinderen dat werd geboren.
Door de lagere bevolkingsgroei ging het inwonertal met 17,47 miljoen niet, zoals verwacht, over de grens van 17,5 miljoen.
Minder in Nederland geboren emigranten
Van de migranten die in Nederland zijn geboren was vooral de emigratie lager dan vorig jaar, de immigratie was vrijwel gelijk. Van deze groep vertrekken normaal gesproken meer mensen dan er terugkomen. Dit jaar was het saldo positief: er emigreerden minder in Nederland geboren migranten dan er terugkwamen. De emigratie was vooral in het tweede kwartaal lager, ten tijde van de intelligente lockdown, maar bleef ook daarna achter bij vorig jaar. In maart, toen de coronamaatregelen werden ingevoerd, kwamen er tijdelijk relatief veel mensen terug naar Nederland. In Nederland geboren mensen hebben een Nederlandse of een tweedegeneratie migratieachtergrond.
Immigratie van buiten de EU het sterkst gedaald
In de groepen die niet in Nederland geboren zijn, was vooral de immigratie lager dan vorig jaar. Na de invoering van de coronamaatregelen half maart nam het aantal immigranten af. De daling was minder sterk voor mensen die in een EU-land geboren zijn, en nam na de intelligente lockdown sneller weer toe.
De emigratie veranderde minder. Tijdens deze lockdown vertrokken minder emigranten van buiten de EU, maar daalde de emigratie van in een EU-land geboren mensen niet. Er emigreerden in 2020 meer EU’ers dan een jaar eerder. Vooral in het eerste kwartaal was het aantal emigranten groter, ook bij niet-EU migranten.
In de niet-EU-groep daalde vooral het aantal migranten uit Azië, gevolgd door landen in Amerika en Oceanië. Binnen de groep uit Azië was de daling kleiner bij de groep uit het Midden-Oosten, waar bijvoorbeeld Syrische vluchtelingen onder vallen. Nadat de asielprocedures door coronamaatregelen tijdelijk stil kwamen te liggen, werden vanaf de zomer weer meer asielzoekers ingeschreven als immigrant.
Bevolkingsgroei grotere steden stokt door lage immigratie
Iets meer krimpgemeenten
Het aantal krimpgemeenten daalde in de afgelopen jaren, maar is weer licht toegenomen van 62 in 2019 naar 65 in 2020. Ook in 2020 liggen de gemeenten waar het aantal inwoners daalde vooral in de noordelijke provincies en in Zuid-Limburg, maar ook in enkele gemeenten in de Randstad was bevolkingskrimp. Dit gold bijvoorbeeld voor IJsselstein, Oudewater en Huizen.
Sterkste bevolkingsgroei in kleinere gemeenten aan de rand van steden
De gemeenten waar het aantal inwoners in 2020 in relatieve zin het sterkst groeide, liggen voornamelijk in de nabijheid van grote steden. Zo groeide Weesp, vlakbij Amsterdam, in 2020 het sterkst met 37 per duizend inwoners. Ook Waddinxveen, Blaricum, Zuidplas en Zoeterwoude groeiden met meer dan 25 per duizend inwoners. Al deze gemeenten liggen in de Randstad en groeiden hoofdzakelijk door binnenlandse verhuizingen. In deze gemeenten zijn nieuwbouwlocaties ontwikkeld waar vooral gezinnen uit de (grote) steden zich vestigen. Ook buiten de Randstad kregen enkele kleinere gemeenten er in 2020 door verhuizingen veel nieuwe inwoners bij. Dit zijn bijvoorbeeld de Zeeuwse gemeenten Noord-Beveland, Tholen, Kapelle en Goes, Scherpenzeel, Barneveld en Ede in de Gelderse Vallei en Ommen, Dalfsen en Borne in Overijssel.
Veel meer gemeenten met meer sterfte dan geboorten
In 219 van de 355 gemeenten (62 procent) was de natuurlijke aanwas in 2020 negatief: er overleden meer mensen dan dat er baby’s werden geboren. Dat zijn er meer dan de 171 gemeenten een jaar eerder. Dat heeft vooral te maken met de oversterfte door corona. Vooral in Noord-Brabant is de sterfte tijdens de eerste coronagolf sterk toegenomen. In deze provincie zijn er daarom in 2020 veel gemeenten bij gekomen waar de sterfte het aantal baby’s overtrof. In de noordelijke provincies, in Limburg, Zeeland, delen van Overijssel en Gelderland en langs de Noordzeekust waren er in eerdere jaren ook al veel gemeenten met meer sterfte dan geboorten. Dat heeft vooral te maken met de leeftijdsopbouw van de bevolking: er wonen relatief veel ouderen en weinig vrouwen in de vruchtbare leeftijd.