De rapporten van Caritas-medewerkers in Oekraïne klinken “extreem ontnuchterend”, legt een lokale medewerker uit. In verschillende opvangcentra in de bufferzone in het oosten van het land is het werk aan strenge beperkingen onderworpen omdat alle medewerkers zelf in veiligheid moesten worden gebracht. Zij blijven psychologische ondersteuning geven via de telefoon, maar tegelijkertijd behoren zij zelf ook tot de slachtoffers van de oorlog. In andere delen van het land zijn nog honderden medewerkers volop actief. In Dnipro bijvoorbeeld, de op drie na grootste stad van het land, zouden intern ontheemden worden opgevangen, voedsel wordt uitgedeeld en slaapvertrekken worden ingericht. De helpers daar zijn echter erg bang omdat er een belangrijker militaire faciliteit in de directe omgeving van hun werkplek is.
De hulporganisatie heeft voorafgaand aan de Russische inval in Oekraïne donderdag veel voorbereidingen getroffen en verschillende scenario’s ontwikkeld: “Maar wat er nu gebeurt is erger dan het ergste scenario dat wij voor ogen hadden, aldus een medewerker.” Caritas heeft 2.500 opvangplaatsen in Polen opgezet en zal zich voornamelijk richten op kinderen die bijzonder zwaar getroffen zijn door de situatie.
Gisteren kwamen de eerste 50 vluchtelingen uit Oekraïne aan in Ter-Apel, in het nationaal aanmeldcentrum voor vluchtelingen. Vandaag worden daar nog eens 200 verwacht. Er zal worden getracht deze mensen over het land te ‘verdelen’, dat zal een lastige klus zijn omdat vrijwel alle asielcentra vol zitten.