Crisis in Soedan geraakt in de vergetelheid

Leestijd: 5 minuten
  • Conflict in Soedan woedt heviger dan ooit
  • Hulpverleners trekken aan de alarmbel dat steun van internationale donoren uitblijft
  • Ngo’s noemen het “een van de grootste migratiecrises van deze eeuw”

 

Maandag 17 juli 2023 – 16:04 uur – Bron: IPS/Thomson Reuters News Foundation – Beeld: Publiek domein

 -Nairobi- Door de aanhoudende crisis in Soedan zijn inmiddels drie miljoen mensen op de vlucht geslagen. Geweld, verkrachtingen en ontvoeringen zijn er de orde van de dag. De meest kwetsbaren zitten al drie maand zonder voldoende voedsel of water. Humanitaire hulpverleners hebben het steeds moeilijker om hen te helpen. “Vergeet ons niet.”

In een wereld vol conflicten die onze aandacht vragen, staat Soedan slechts laag op de agenda. Daardoor is het moeilijk om mensen de hulp te geven die ze nodig hebben.

Drie maanden na de start van de gevechten die het leven in Soedan tot stilstand brachten – scholen en ziekenhuizen sloten de deuren, de voedselvoorraad en het geld op de bank slinkt – zitten buitenlandse donoren al door de helft van de fondsen die Khartoum heeft gevraagd om de crisis de baas te kunnen.

Volgens humanitaire hulpverleners is het dagelijkse leven in Soedan erger aan het worden, en de situatie is nog aan het verslechteren. Nu de ambassades verlaten zijn, is de internationale aandacht voor het conflict tanende.

Wat overblijft is een natie aan flarden. Een op de twee Soedanezen is momenteel afhankelijk van een vorm van hulpverlening. Drie miljoen mensen zijn op de vlucht geslagen. Duizenden mensen lieten het leven. Wie overleefde, is getraumatiseerd. De meest kwetsbaren zagen geen andere optie dan thuisblijven, maar daar zitten ze zonder voedsel, elektriciteit of water.

Buitenlandse donoren zien zich genoodzaakt om de aandacht te verleggen naar crisissen dichter bij huis, zoals de oorlog in Oekraïne, en kampen met steeds minder grote budgetten. Hulpverleners die zich wel blijven inzetten, vrezen dat Khartoum in de vergetelheid geraakt.

Vier op de tien lijdt honger

Tussen 2021 en 2022 steeg de nood aan hulpverlening in Afrika met bijna 13 procent. Tegelijk hebben belangrijke donorlanden zoals Canada, Zweden, Japan, Noorwegen en Nederland minder budget voor het Afrikaanse continent. Dat blijkt uit data van de Verenigde Naties.

“Natuurlijk zijn er meerdere conflicten in de wereld die allemaal aandacht vragen, maar Soedan is opnieuw diegene die de internationale gemeenschap negeert”, stelt een hulpverlener in dienst van een liefdadigheidsorganisatie met een focus op gezondheid die niet bij naam genoemd wil worden. “Wat we nu nodig hebben, zijn fondsen, veiligheid en actie van de internationale gemeenschap zodat wij een of andere vorm van vrede kunnen kennen.”

Het conflict tussen het Soedanese leger en de paramilitaire groep Rapid Support Forces (RSF) is uitgebroken op 15 april. Van de 3 miljoen mensen die op de vlucht zijn, staken 700.000 mensen de grens over naar de buurlanden, stellen de Verenigde Naties. Ongeveer de helft van de bevolking, zo’n 25 miljoen mensen, zitten in een diepe humanitaire crisis en hebben dringend behoefte aan hulp.

Ondanks de onophoudelijke luchtaanvallen en geweerschoten zitten miljoenen mensen thuis vast, waaronder ouderen en mensen met een beperking. Zij kunnen zichzelf niet in veiligheid brengen en geraken niet aan voedsel, water of medicatie.

Hulpverleners die hen willen ondersteunen, onder meer door hen te evacueren, worden geconfronteerd met heel wat uitdagingen. Ze lopen zelf een enorm risico, hun visumaanvragen dreigen vast te lopen in de bureaucratische mallenmolen en het budget waarmee ze kunnen werken is te weinig toereikend.

Eddie Rowe, directeur van het VN-Wereldvoedselprogramma (WFP) in Soedan, zegt “bezorgd te zijn dat de toestand niet afneemt maar juist escaleert”. Volgens het WFP kampte een op de drie Soedanezen al met een ernstig voedseltekort vóór de gevechten van start gingen. Door het conflict lijden miljoenen anderen nu ook honger.

“Op dit moment heeft vier op de tien inwoners dringend nood aan voedsel”, zegt Rowe aan de lijn vanuit de havenstad Port Soedan. “Dat komt neer op 19 miljoen mensen. Onze grootste uitdaging op dit moment is de toegang tot conflictgebieden. Daar zijn een aantal gezinnen die nog steeds moeite hebben om amper een keer per dag iets te eten.”

De gevechten brengen ook het huidige zaaiseizoen in gevaar. Boeren voelen zich niet veilig en kunnen moeilijk om met de stijgende prijzen van zaden en pesticiden.

Verkrachtingen en ontvoeringen

Door het conflict is Khartoum een oorlogszone geworden en verspreidt het geweld zich in de regio’s Kordofan en Darfoer. VN-Secretaris Generaal Antonio Guterres heeft vorige week nog gezegd dat het land op de rand van een burgeroorlog staat.

Meermaals werden akkoorden gesloten om tijdelijk een wapenstilstand te houden, maar die hebben nooit lang geduurd. Minstens 1133 mensen zijn al omgekomen. Naast de sterfgevallen leidt het conflict ook in toenemende mate tot ontvoeringen en verkrachtingen van vrouwen en meisjes. Save The Children meldt dat sommigen onder hen amper 12 jaar oud zijn. In Khartoem en Darfoer ligt het geschatte aantal verkrachtingen op 88, maar in werkelijkheid zal dat aantal veel hoger liggen.

Arif Noor, verantwoordelijke voor Save The Children in Soedan, zegt dat mensen vluchten omwille van hun veiligheid en die van hun dochters. “Dit is een bijzonder lelijke en angstaanjagende situatie.”

In de conflictregio’s dreigt ook een enorm voedseltekort. De prijs van basisgoederen ging stijl de hoogte in. Cash geld is schaars, want de banken zijn gesloten. Hierdoor zijn burgers amper in staat om voedsel te kopen. Ze zijn evenmin in staat om transport te betalen om de gevechten te ontvluchten.

Humanitaire organisaties hebben het moeilijk om hulp te leveren, omwille van de hoeveelheid luchtaanvallen. De ziekenhuizen worden getroffen en het personeel riskeert gewond te raken – of erger – gewoon door hun baan uit te oefenen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) telt vijftig incidenten in gezondheidscentra. Minstens elf hulpverleners zijn gestorven sinds het begin van de oorlog.

“Ik vindt die aanvallen afschuwelijk”, zei WHO-directeur Tedros Adhanom Ghebreyenus vorige week nog in een persconferentie. “En ook de toename van gendergebaseerd geweld is een verschrikking.” Incidenten in ziekenhuizen verhinderen vrouwen en meisjes de toegang tot “essentiële hulpverlening op het moment wanneer ze het het meest nodig hebben”.

Ahmed Ali Ahmed Ali, de communicatiemedewerker van het Rode Kruis in Soedan, stelt dat de gevechten de elektriciteits- en watercentrales om zeep geholpen hebben in dichtbevolkte gebieden. Repareren is momenteel onmogelijk. “Bewoners hebben geen toegang tot basisbehoeftes zoals water en elektriciteit”, mailt Ali Ahmed Ali. “De infrastructuur is erg beschadigd en onze technische dienst kan er niet aan.”

WFP noteert bovendien verliezen ter waarde van 94 miljoen dollar, onder meer door de plunderingen van hun stockage en diefstal van voedsel, brandstof, generatoren en andere hulpmiddelen.

Hulpcorridor

Wie het land wil verlaten, dreigt in gruwelijke omstandigheden terecht te komen. Na een lange, gevaarlijke tocht naar de buurlanden zitten vluchtelingen dagenlang vast aan de grensovergang. Ook daar is een gebrek aan water en sanitaire voorzieningen. Dat vergroot de kans op ziektes.

Aangezien er geen einde lijkt te komen aan de vijandigheden, hebben hulporganisatoren onderhandeld met de rivaliserende militaire groeperingen. Zo hebben ze een aantal hulpcorridors kunnen installeren, maar niet genoeg.

Ook technische expertise is noodzakelijk. Daarom vragen hulpverleners aan Khartoum om visa voor buitenlandse dokters, ingenieurs en logistieke medewerkers snel in orde te krijgen.

Maar het grootste risico voor hun missie, is een gebrek aan interesse vanuit donoren. Tot hiertoe hebben internationale donoren amper 1,5 miljard dollar toegezegd om Soedan te helpen. Dat is slechts de helft van het nodige bedrag.

“Dit is een van de grootste migratiecrisissen van deze eeuw, met meer dan drie miljoen vluchtelingen op drie maanden tijd”, stelt Elsadig Elnour, directeur van Islamic Relief in Soedan. “Deze situatie is urgenter dan ooit. We bidden dat de internationale gemeenschap ons niet vergeten is.”