‘Wij kunnen niet meer discussiëren met mensen die weigeren een papier te ondertekenen dat de wet van de Republiek boven de wet van God staat.’ Dit zei de Franse minister van binnenlandse zaken en van de erediensten, Gérald Darmanin, onlangs op de radio. Dat verwekte opschudding bij de katholieke gemeenschap in Frankrijk. De Nouvel Obs vroeg aan de gerenommeerde politicoloog en godsdienstwetenschapper Olivier Roy om commentaar.
-Lyon- Volgens Roy geeft de uitspraak van de minister ‘blijk van een verbazingwekkende onwetendheid over wat een godsdienst is en wat de plaats van de godsdienst tegenover de staat is.’ De politicoloog stelt dat geen enkele gelovige kan zeggen dat de wet van de Republiek boven de wet van God staat, ook al aanvaarden gelovigen dat ze moeten gehoorzamen aan de wet. Dat laatste neemt niet weg dat de godsdienst soms een zekere afstand moet houden van de wetten van de staat, zoals dominee Boegner deed in 1942 toen hij aan maarschalk Pétain een brief schreef om zich te distantiëren van de nieuw aangenomen antisemitische wetgeving. Er bestaat nog steeds gewetensvrijheid en die kan niet worden afgeschaft.
De kern van het huidige probleem is, zo zegt Olivier Roy, dat de nieuwe wet die nu wordt gestemd in het parlement, weliswaar gericht is tegen de islam, maar in feite al de godsdiensten raakt, en het meest van al het katholicisme en de joodse godsdienst. Het verbod op thuisonderwijs treft vooral de conservatieve katholieken en de controle op de privéscholen raakt vooral de katholieken en de joden, maar niet de moslims. De vereiste te voldoen aan bepaalde republikeinse waarden, zoals de gelijkheid van man en vrouw, kan botsen met de uitsluiting van vrouwen van priesterschap en hogere kerkelijke ambten in het katholicisme, en in traditionalistische joodse scholen is gemengd sporten niet aanvaard.
Vergissing of opzet?
De vraag is dan of het treffen van andere godsdiensten dan de islam nevenschade is van het offensief tegen het islamisme? Nee, zegt Roy, het gaat helemaal niet om een misverstand, de politieke top wil alle godsdienst ondergeschikt maken aan de republikeinse waarden. Het gaat werkelijk om de plaats van de godsdienst in het algemeen binnen de Franse staat.
De bisschoppen zijn al met de president gaan praten na zijn toespraak van Mureaux om de ‘misverstanden’ te elimineren, maar dat heeft niets veranderd. Nu staan ze voor de vraag welke strategie ze moeten volgen: samen met de islam de agressieve laïcité van de regering aanvechten, of de staat en de islam hun strijd laten voeren en voor de katholieken een uitzonderingsstatuut bedingen. Dat laatste zou in lijn zijn met een deel van hun achterban, de tradismatiques (traditionalistisch-charismatische richting), die vinden dat Frankrijk als een christelijk land moet worden erkend, en dat de moslims indringers zijn waartegen dus mag worden opgetreden. Maar de bisschoppen hebben nog geen stelling genomen.
Twee misverstanden
Er zijn volgens Roy twee zaken die de bisschoppen en de tradismatische beweging niet begrepen hebben. Ten eerste dat het niet gaat om christendom of islam, maar dat de godsdienst als zodanig ter discussie staat. ‘Elke contestatie van de norm van de laïcité wordt gezien als een gevaarlijke stap naar het separatisme, zelfs het terrorisme.’
Het tweede punt is dat de politieke top het gros van de samenleving achter zich heeft. De geseculariseerde Fransen hebben geen kennis meer van de godsdienst en begrijpen er niets van, en vinden de bestrijding van het islamisme en algemener van de godsdienst geen probleem, want godsdienst laat hen onverschillig. Omgekeerd vinden katholieken dat ze miskend en gediscrimineerd worden, en spreken ze al van ‘christianofobie’. De posities van de beide kampen verharden zich steeds meer.
Is Frankrijk dan op weg naar een ‘civiele religie’? Ja, zegt Roy: ‘De weigering om de autonomie van het morele geweten te aanvaarden komt er in feite op neer dat er een “civiele religie” gedefinieerd wordt: dat wil zeggen het respecteren van een bepaald aantal waarden die een noodzakelijke voorwaarde zijn voor burgerschap. Maar hier worden twee zaken verward: de spelregels, d.w.z. de juridische en constitutionele principes waar de Republiek op gebaseerd is (democratie, verkiezingen, afwisseling van bestuur, vrijheid van meningsuiting) die inderdaad niet onderhandelbaar zijn, en de waarden, die op zichzelf een positieve inhoud hebben, want ze impliceren een wereldvisie, een antropologie en een moraal. De Republiek zou niet kunnen worden gefundeerd op dergelijke gemeenschappelijke waarden, of anders zou niemand monarchist, communist, trotzkist, regionalist, anarchist kunnen zijn in het Frankrijk van de 21ste eeuw. Alleen een autoritaire staat legt een wereldvisie op en ook zijn definitie van hoe de zaken in elkaar zitten. (…) Door zijn waardensysteem tegenover de veronderstelde “religieuze waarden” te stellen, wordt de laïcité voortaan duidelijk gedefinieerd als een civiele religie: ze aanhangen is verplicht, ze ontkennen is verboden, en de “confessionele” religie moet een privézaak blijven.’
Dissidentie is strafbaar
Roy geeft hierbij het voorbeeld van het onderwijs, waarbinnen de ministeriële richtlijnen elke contestatie van de waarden van de Republiek verbieden en zelfs criminaliseren. Het gaat daarbij niet alleen om het straffen van bepaalde handelingen zoals bedreigingen, maar om het verbieden van elke verwijzing naar andere waarden dan die van de laïcité.