De impact van Trumps USAID-beslissing in Tanzania: hiv-patiënten radeloos zonder medicatie

Leestijd: 4 minuten

Maandag 10 februari 2025 – 06:25 uur – Bron: Redactie Wereld/IPS – Beeld: MB

-Dar es Salaam- Tanzaniaanse hiv- en aids-patiënten zien hun medicatie wegvallen van de ene dag op de andere, nu de regering-Trump de budgetten voor USAID heeft bevroren. “Zonder deze medicatie ga ik dood”, zegt een radeloze 19-jarige.

Mariam Msemwa houdt haar ziekenhuiskaart stevig vast terwijl ze in de rij staat voor de hiv-kliniek van het Bagamoyo District Hospital in Tanzania. De negentienjarige vrouw, besmet met hiv, komt hier al geruime tijd de maandelijkse dosis antiretrovirale medicatie (ARV) ophalen die haar in leven houdt.

Maar als ze bij de balie aankomt roept de verpleegster botweg “er zijn geen gratis medicijnen meer, je zal ze zelf moeten kopen.”

“Ik weet niet wat te doen”, zegt Msemwa. “Zonder deze medicatie ga ik dood.”

Msemwa weet even niet waar ze het heeft. Haar moeder verkoopt groenten op straat en houdt daar amper voldoende aan over om een volgende maaltijd te kunnen betalen. De antiretrovirale medicatie was tot nu altijd gratis, verstrekt in het kader van een door de Verenigde Staten gefinancierd programma. Die levenslijn valt nu weg.

“Ik weet niet wat te doen”, zegt Msemwa. “Zonder deze medicatie ga ik dood.”

Donald Trump

Jarenlang was de strijd tegen hiv in Tanzania sterk afhankelijk van financiering door het Presidential Emergency Plan for AIDS Relief (PEPFAR), een Amerikaans initiatief dat sinds 2003 meer dan 110 miljard dollar heeft geïnjecteerd in de wereldwijde strijd tegen hiv/aids. Het programma financierde alles – van medicijnen tot hiv-tests en thuiszorg.

Maar met de terugkeer van Donald Trump in het Witte Huis veranderde alles,  omdat de uitgaven voor buitenlandse hulp meteen werden bevroren. In een paar dagen tijd viel zo 450 miljoen dollar van de jaarlijkse PEPFAR-financiering voor Tanzania weg. Het resultaat is dat bijna 1,2 miljoen Tanzanianen geen gratis ARV meer kregen.

“Dit is een ernstige klap”, zegt Catherine Joachim, waarnemend directeur van de Tanzania Commission for AIDS (TACAIDS). Sinds eerste geruchten over de impact heeft ze al honderden telefoontjes van ongeruste hulpverleners ontvangen. “Voor Tanzania betekent dit een complete ineenstorting van onze hiv-respons”, zegt ze.

De gevolgen waren vrijwel meteen merkbaar: centra die tot voor kort gratis ARV verstrekten raakten snel uitgeput en moesten patiënten wegsturen.

“Gisteren kwam er een moeder binnen”, zegt Abdallah Suleiman, die opleidingen geeft rond hiv-behandelingen in de historische stad Bagamoyo. “Ze smeekte om een paar pillen voor haar zoon, die sinds zijn geboorte ARV slikt. Ik kon haar niets geven. Niets.”

Einde van de gratis hulp

Het is bijna middag in het drukke busstation Mbezi in de miljoenenstad Dar es Salaam. Helena Mkwasi staat boven een pot kokend water maïsmeel te roeren tot dikke ‘ugali’. De rook kringelt om haar heen terwijl ze snel beweegt en voorbijgangers bedient in haar kleine eetkraampje.

“Ik sta vroeg op, steek het vuur aan en haast me naar de markt voor vlees, bakolie, tomaten – alles wat ik me die dag kan veroorloven”, zegt ze terwijl ze een kleurrijke khanga om haar middel bindt. Met haar eetstalletje verdient ze net genoeg om rond te komen met haar twee kinderen. Maar geld is sinds kort niet meer haar grootste zorg. “Jarenlang kreeg ik mijn ARV gratis”, zegt ze. “Nu vertellen ze me dat dat voorbij is. Ik weet niet hoe ik moet overleven.”

Mkwasi kreeg de diagnose hiv toen ze 19 jaar was. Ze herinnert zich niet veel van die dag, alleen de manier waarop haar hart bonkte toen de verpleegster haar het verdict gaf. Ze dacht dat het een doodvonnis was. Maar ze startte met antiretrovirale therapie en de medicijnen werkten. Haar gezondheid verbeterde. Ze kreeg haar kinderen veilig en bouwde een strikte routine op – ugali koken, klanten bedienen, elke avond haar pillen innemen met een kop warm water.

“Zonder het medicijn word ik weer ziek. Dan kan ik niet werken”, zegt ze terwijl ze naar de pruttelende pot eten kijkt. “Wat gebeurt er dan met mijn kinderen?”

Om haar heen zoemt het leven in de busterminal. Conducteurs roepen bestemmingen, mannen slingeren tussen het verkeer door om bananen en flessen water te verkopen en de lucht ruikt naar gegrild vlees en dieseldampen. Mkwasi veegt het zweet van haar voorhoofd en blijft roeren, de onzekerheid weegt duidelijk zwaar op haar schouders.

30.000 aidsdoden

Zonder ARV lopen hiv-positieve mensen het risico om aids te ontwikkelen. Die ziekte maakt hen kwetsbaar voor dodelijke infecties zoals tuberculose en longontsteking. Gezondheidsdeskundigen hebben al gewaarschuwd dat Tanzania in de komende twee jaar minstens 30.000 aidsdoden zal betreuren als de crisis niet wordt opgelost.

“Dit is een ramp”, zegt Deogratius Rutatwa, de ceo van de National Council of People Living With HIV/AIDS. “PEPFAR ging niet alleen over de utideling van medicijnen, het financierde ook onderwijs, preventie en gemeenschapsondersteuning. Nu is alles weg.”

Zijn inbox wordt overspoeld met wanhopige berichten van hulporganisaties. “Wat doen we nu?” vragen ze. Rutatwa heeft geen antwoorden.

“Ik wou dat de mensen die deze beslissingen nemen zouden kunnen zien wat er nu gebeurt”, zegt hij. “Ze praten over budgetten en beleid, maar hier gaat het over een moeder die kilometers moet lopen om haar kind te laten testen. Het gaat om een tiener die net ontdekt heeft dat hij positief is en hulp nodig heeft. Het gaat over leven of dood.”

Donoren en de eigen regering

“We gaan niet achterover leunen en toekijken hoe dit gebeurt”, zegt Catherine Joachim. “We praten met andere internationale partners, particuliere donoren en onze eigen regering om alternatieve financiering te vinden.”

Het ministerie van Volksgezondheid heeft toegezegd om een deel van het budget te herschikken om de ARV te kunnen blijven leveren en er wordt ook gekeken naar andere donorlanden.

“Zonder het medicijn word ik weer ziek. Dan kan ik niet werken”, zegt ze terwijl ze naar de pruttelende pot eten kijkt. “Wat gebeurt er dan met mijn kinderen?”

“We kijken naar elke mogelijke oplossing”, zegt Joachim. “Mensen hebben recht op behandeling. We zullen er alles aan doen om dat voor elkaar te krijgen.”

Experts waarschuwen ondertussen echter dat het nationale gezondheidsbudget van Tanzania de 260 dollar per patiënt per jaar, die nodig is de aankoop van ARV, simpelweg niet kan opbrengen. Zonder externe steun zal het met andere woorden bijzonder moeilijk zijn om iedereen te helpen.

In het Bagamoyo Hospital zien we ondertussen jongeren, oude mensen, moeders met baby’s en mannen met holle ogen wachten op iets dat er niet meer is. Voor duizenden mensen die op PEPFAR steunen, tikt de klok.