De Paus komt: Hoe kijkt de Katholieke Benelux naar zijn Paus?

Leestijd: 8 minuten

Dinsdag 24 september 2024 – 18.50 uur – Bron: Redactie Kerk/Belga/KNA – Beeld: Leonhard Niederwimmer

-Vaticaanstad/Luxemburg/Brussel/Utrecht- De Paus vertrekt morgen naar de Lage Landen, de Benelux, waarbij hij Nederland overslaat. Begrijpelijk want waar de Paus in België en Luxemburg een grote populariteit geniet en, één van de kanshebbers om hem op te volgen, wellicht in Luxemburg zetelt, is het in Nederland een stuk lastiger om de handen voor Franciscus op elkaar te krijgen. Hoe liggen de verhoudingen en wat staat de Paus de komende dagen te wachten?

Het is 13 maart 2013, een dag die, zeker in de christelijke kerk, als historisch mag worden aangemerkt. De toenmalige Aartsbisschop van Buenos Aires werd tot nieuwe Paus verkozen. Voor de eerste keer in meer dan vele eeuwen werd een niet-Europeaan Pontifex. Opmerkelijk óók: voor de allereerste keer was het een Zuid-Amerikaan, een Argentijn, zij het met Italiaanse voorouders, dat dan weer wel. Voor de eerste keer ook werd het een Jezuïet. En die Jezuïet werd de eerste Paus die zich  Paus Franciscus noemde. Dat is geen verwijzing naar de stichter van de Jezuïeten, want dat was Ignatius van Loyola, maar naar die van de Franciscanen. Franciscus was ook de eerste Paus in bijna 12 eeuwen met een voorganger die nog leefde toen hij verkozen werd, hetgeen leidde tot een vreemde situatie, welke een flink aantal jaren duurde: ‘twee’ Pausen in het Vaticaan.

Paus Franciscus veroorzaakte bij het gros van de Rooms-katholieke achterban in Nederland en België vanaf de eerste balkonscene, zichtbaar meer hoop en blijdschap dan zijn omstreden Duitse voorganger, Joseph Ratzinger ofwel Benedictus XVI in 2005. Ratzinger was als Prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer de rechterhand van Paus Johannes-Paulus II en het symbool van de conservatieve lijn van de Kerk van Rome. Maar toen hij in 2013 vrijwillig afstand deed van het Pausdom – naar eigen zeggen wegens gezondheidsproblemen, opende Benedictus wél de deur voor een volstrekt onverwachte opvolger voor de buitenwacht, maar minder onverwacht voor hen die aan het Conclaaf deelnamen.

Helemaal onverwacht was de keuze voor de Argentijn Bergoglio niet. Volgens verschillende, vaak uitstekend gedocumenteerde reconstructies van het daaropvolgende conclaaf was de Argentijn vooraf al een van de topfavorieten. In 2005, toen Ratzinger uiteindelijk verkozen werd, had Bergoglio tijdens de eerste stemrondes lange tijd het op een na grootste aantal stemmen achter zijn naam. Tot hij besloot zich terug te trekken.

‘Herkansing’

Bergoglio’s herkansing kwam dus sneller dan verwacht. Zijn naam was al gevestigd in Rome en zijn kandidatuur werd inmiddels stevig gesteund door een aantal informele groepen in het college van Kardinalen. Daarbij zat de zogenaamde Freundeskreis (vriendengroep red.) van Sankt Gallen, waarvan de leden elkaar troffen in de roemruchte Abdij. Een van hen was de Belgische Kardinaal Godfried Danneels. In tegenstelling tot Nederland kon de nieuwe Paus in België op veel symphatie en medewerking rekenen. Maar hoe is dat nu, dik tien jaar later?

Twee gelovige Katholieke auteurs – grepen dit jubileum en het Pausbezoek aan om een boek te schrijven over Franciscus. Het eerste boek is een evaluatie van filosoof en theoloog Emmanuel Van Lierde. Hij was van 2017 tot 2022 hoofdredacteur van het christelijk Vlaamse weekblad ‘Tertio’ en is de enige Belgische journalist die Franciscus heeft geïnterviewd – dat gesprek is trouwens opgenomen in zijn boek. Paus Franciscus. De conservatieve revolutionair, een journalistieke analyse van het optreden en de persoonlijkheid van Paus Franciscus.

De Vaticaanwatcher Tom Zwaenepoel is de tweede auteur en koos in het boek Tegen de stroom in voor een andere aanpak: hij laat in een evaluatie veertig prominenten uit België en Nederland hun zegje doen over Paus Franciscus. Waarom Franciscus relatief goed ligt bij de Belgen? Franciscus’ visie op het leven sluit nu eenmaal meer aan bij die van de Belgen dan die van de behoudende heimwee-katholiek Benedictus. Een rol spelen ook de media: In Vlaanderen bestaan meer progressieve dan conservatieve media. Toen onder andere de Vlaamse media Paus Franciscus hoorden spreken over zaken als duurzaamheid, ecologie, allochtonen en diversiteit, kreeg hij al gauw het stempel van progressieve Paus.

Daarmee identificeert Franciscus zich ook naadloos met de huidige top van de Belgische Rooms-Katholieke-Kerk. Kardinaal De Kesel was de juiste man op het juiste moment toen de schandalen rond seksueel misbruik bekend werden. Hij is een man van deze tijd, met beide benen midden in de huidige samenleving. Ook bisschop Johan Bonny doet het uitstekend in de media en bij het kerkvolk.

Aartsbisschop Wim Eijk vindt dat Franciscus ‘het niet te gemakkelijk mag maken’ voor gescheiden gelovigen

De Rooms-Katholieke gemeenschap in de Lage Landen – of wat daarvan nog over is (het aantal gelovigen, religieuzen en priesters blijft dalen) is uitermate loyaal aan deze Paus. Hij zal in John de Mol’s talentenshows misschien niet de grote winnaar worden, maar op verjaardagen kun je in een gesprek wel met deze Paus verbaal voor de dag komen. Dat was wel anders met wijlen Paus Benedictus voor wie weinig oprecht enthousiasme te bespeuren was. Franciscus daarentegen is een leider die men graag volgt, niet omdat het -naar Katholieke mores- móét (‘de Paus is nu eenmaal de baas’), maar omdat men het wil. Franciscus’ populariteit is zelfs zó groot, dat zelf Reformatorische jongeren hem als een held zien. Dat is nog nooit een Paus gelukt.

Ook al was het Pausbezoek in Nederland in 1985 een totale mislukking voor Paus JP II – met een heuse anti-‘Popie Jopie’-beweging – in België was de ontvangst van Johannes Paulus II dat jaar bijzonder hartelijk en ongewoon massaal. Het lijkt nu weer de goede kant op te gaan, want veel ‘optredens’ van Franciscus zijn deze week uitverkocht. Maar of bijna veertig jaar later het succes van JP II is te evenaren? Wellicht is daarvoor de westerse maatschappij te veel veranderd en vooral te geseculariseerd. Dat neemt niet weg dat Franciscus’ wegen, net als die van de Heer ondoorgrondelijk zijn. Hij was al 76 jaar toen hij werd verkozen. Dat leidde er toe dat zogenaamde Vatikaankenners hem als een ‘tussenpaus’ bestempelden. Inmiddels zijn wij dik tien jaar verder en, zoals Emmanuel Van Lierde in zijn boek aanstipt, staat zijn agenda al vol tot 2025 – ondanks alle lichamelijke ongemakken waarmee de inmiddels 86-jarige Paus te kampen heeft.

Ook Franciscus weet hoe de hazen lopen in het Vaticaan en hoe men bepaalde kerkleiders kan uitschakelen

In zijn jaren als Paus heeft Franciscus hoop gebracht en vernieuwingen in gang gezet. Franciscus is een grondige hervorming gestart van de -volgens velen- niet inneembare vesting genaamd Romeinse Curie,  al is het interne verzet tegen die hervormingen veel taaier dan gedacht. In encyclieken als Lumen Fidei (2013) en vooral Laudato Si (2015) en Fratelli Tutti (2020) pakt hij de actuele problemen van deze tijd aan, van migratie tot klimaatverandering. Franciscus verkiest een sobere stijl. Hij zweert bij synodaliteit, de kerkelijke variant van wat in andere organisaties een bottom-upbeleid heet, als alternatief voor de klassieke top-downaanpak welke eeuwenlang hét bestuursmodel was in de Roomse Kerk. Hij maakt de Kerk transparanter, benoemt ook vrouwen en agnosten op kerkelijke en Vaticaanse topfuncties. De tijd dat de Rooms-Katholieke Kerk alleen en uitsluitend in handen was van ‘oude witte mannen’ is voorbij, definitief.

Tegelijk kregen weinig Pausen met zo veel interne tegenstand en zelfs openlijke oppositie af te rekenen. De tegenstand tegen Johannes Paulus II kwam van een aantal (soms belangrijke) theologen en verder vooral van linkse lekengemeenschappen. Kardinalen, zoals Carlo Martini, de invloedrijke Aartsbisschop van Milaan, verschilden van visie behoorlijk met de ‘Poolse Paus’, maar formuleerden dat verschil altijd discreet en beleefd en zeker niet anoniem in de pers of sociale media.

Franciscus wordt vandaag de dag openlijk, keihard en bewust kwetsend aangevallen door Kardinalen als de Guineeër Robert Sarah, de Amerikaan Raymond Burke, de Duitser Gerhard Ludwig Müller of de Nederlander Wim Eijk, de Rooms-Katholieke Aartsbisschop van Utrecht. Geen enkele Belgische Bisschop of Kardinaal voert zo openlijk strijd met Paus Franciscus als Wim Eijk.

In een interview met het christelijke dagblad Trouw zei hij in 2018 dat Franciscus ‘twijfel zaait’ over de positie van gescheiden gelovigen. Eijk vindt dat de Paus ‘het hen niet te gemakkelijk mag maken’. In The National Catholic Register een Rooms-Katholiek concervatief dagblad uit de VS noemde Eijk de houding van Paus Franciscus ‘een afglijden naar afvalligheid van de waarheid’. De schaamteloosheid van Eijk kende geen grenzen toen hij Franciscus zelfs vergeleek met ’de verschijning van de Antichrist uit de Apocalyps,’, en liet die kritiek vervolgens vertalen en via het persbureau van het Aartsbisdom Utrecht verspreiden.

Franciscus hekelt kerkleiders en geestelijken die ‘zich met gesloten harten vaak verbergen achter de Kerkelijke leer’

In tegenstelling tot Nederland kan van de Belgische en vooral de Vlaamse Bisschoppen gezegd worden dat zij het beleid van Franciscus voluit steunen, zeker in de post-Léonard-periode. André-Jozef Léonard was Aartsbisschop van Mechelen-Brussel van 2010 tot 2015. Hij was sinds het ontstaan van België in 1830 de eerste Bisschop die géén Kardinaal mocht worden. Ook Franciscus heeft zijn technieken om bepaalde kerkleiders uit te schakelen.

Zeker in Vlaanderen zijn de Bisschoppen wel heel progressief, bijvoorbeeld door in 2022 een liturgie aan te kondigen om homorelaties ‘in te zegenen’. Dat kon Wim Eijk in Utrecht niet over zijn kant laten gaan. Eijk liet in een schrijven aan de Vlaamse Bisschoppen weten dat hun verklaring ingaat tegen de uitdrukkelijke richtlijnen van het Vaticaan. In 2021 nog verbood de Congregatie voor de Geloofsleer uitdrukkelijk het ‘zegenen van homoparen’. ‘Homoparen moeten leren begrijpen’, schreef Kardinaal Eijk, ‘dat hun relatie ingaat tegen de scheppingsorde van God en daardoor moreel onaanvaardbaar is.’

De Vlaamse Bisschoppen op hun beurt namen Eijk’s brief voor kennisgeving aan, een antwoord is er nooit gekomen. Wellicht volstaat voor hen een toespraak van Franciscus zelf, waarin hij zonder namen te noemen Bisschoppen en Kardinalen hekelt die ‘zich met gesloten harten vaak verbergen achter de kerkelijke leer, zodat zij op de stoel van Mozes kunnen zitten en oordelen over moeilijke situaties en gezinnen die lijden – soms met superioriteit en oppervlakkigheid’. Die woorden werden gezien als kritiek op de harde houding van Wim Eijk en consorten.

Echte oppositie in Nederland en België onder Rooms-Katholieken tegen Franciscus is amper te vinden. Als er al tegenstemmen zijn, halen die nauwelijks de media. Aartsbisschop Eijck is een uitzondering. Elders heeft de tegenstand zich wel georganiseerd, schrijft Van Lierde, en dat leidt tot ‘aanvallen om de haverklap van niet de minste kerkleiders, medewerkers uit de Romeinse Curie, politici en journalisten’. De opposanten van Franciscus zochten zelfs met grote regelmaat ‘een schouder om op te huilen’ bij emeritus-paus Benedictus XVI: ‘Zij speelden de Duitser en de Argentijn tegen elkaar uit.’

Kritiek is er niet alleen bij ‘nieuwe kerken’ in Azië of Afrika, waar zeker nog veel traditioneel-culturele weerstand bestaat tegen homoseksualiteit, maar ook in het Westen. Toen hij vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken was, zei Matteo Salvini van de rechtse Lega Nord: ‘Il mio papa è Benedetto’ – ‘Mijn Paus is Benedictus.’ Versta: níét Franciscus. Zijn partij liet zelfs T-shirts maken met die uitspraak. Een andere keer verdedigde Salvini, met rozenkrans in de hand, een harde aanpak van migranten met citaten van Kardinaal Sarah en opnieuw van Paus Benedictus XVI.

Marco Politi wijst er in Van Lierdes boek op dat niet die harde, georganiseerde conservatieve kernen de grootste bedreiging zijn voor Franciscus, maar wel de grote zwijgende groep van ‘angstige Bisschoppen’: ‘Op zich zijn zij van goede wil, maar Franciscus is voor hen te veel een disruptor die de rust verstoort en de gangbare praktijken ontregelt.’

Emmanuel Van Lierde lijkt de taal van veel Belgische Rooms-Katholieken te spreken als hij zich achter Franciscus schaart, soms zelfs in haast Bijbelse termen: ‘Hij heeft de profetische heiligheid van een woestijnvader. De Argentijn is een profeet voor deze tijd en meteen ook het morele geweten van de wereld. Vanuit een evangelische radicaliteit toont hij opnieuw waar het Jezus om te doen was. Hij brengt vreugde en hoop voor de uitgeslotenen, de armen, de vluchtelingen, de gekwetsten wereldwijd. Zijn gestes en woorden getuigen van een grote humaniteit en barmhartigheid waaraan deze kille wereld die ‘de weg kwijt lijkt te zijn, behoefte heeft. Onder meer over relaties, migratie, armoede en dialoog komt Paus Franciscus met scherpe en relevante boodschappen dat het anders moet, menselijker, met meer zorg voor de aarde en de medemens.’

Dat is wat Franciscus ook zelf doet tot in detail: hij heeft nooit de klassieke rode Pausschoentjes gedragen, Benedictus XVI bestelde zijn op maat gemaakte exemplaren nog bij een van de exclusieve en peperdure schoenmakers in Rome. Dat is voor Franciscus de weg om de gelovigen en liefst de hele wereld te overtuigen van de noodzaak van ‘een humanisme 2.0’. De toekomst zal uitwijzen of een volgende Paus  hem daarin zal volgen.