Leestijd: 3 minuten

Frank Sinatra dreigde haar “een schop onder de kont te verkopen”. Vader O’Connor: “Ik ­betwijfel dat Frank zijn been nog zo hoog krijgt.”

-Dublin- Sinéad O’Connor, de Ierse zangeres die wereldberoemd werd met onder meer Nothing Compares 2 U, is op 56-jarige leeftijd overleden. Dat meldt de Irish Times. Een doodsoorzaak is nog niet bekend.

Een vriend van O’Conner belandde in 1980 in een Ierse gevangenis, omdat hij met ­condooms op zak Ierland binnenkwam. Voorbehoedsmiddelen werden pas in ­november van dat jaar schoorvoetend toegelaten in het door-en-door Katholieke land. Ook de condooms waren daarna enkel op doktersvoorschrift te verkrijgen: het duurde nog jaren voor Ierse mannen en vrouwen zelf over leven en lijf konden beslissen. Abortus bleef tot 2019 verboden.

In dat Ierland groeide Sinéad O’Connor op, als kind van gescheiden ouders. Op haar veertiende werd zij in een door Nonnen geleid heropvoedingsinternaat geplaatst. Daar zaten zowaar nog een paar bejaarde vrouwen die als tiener als slaven hadden gewerkt in de beruchte Magdalena-wasserijen. Buiten Ierland werden de wantoestanden bekend door de film The Magdalene sisters uit 2002, “maar ik heb echt nog zulke vrouwen gekend”, zegt O’Connor in Nothing compares, de TV- documentaire van Kathryn Sullivan.

Sullivan vertelt de film via fragmenten van de jonge O’Connor: adembenemend mooi met opmerkelijk grote ogen en uiterst verlegen. Haar stem werd met de tijd, getekend door tegenslagen en sigarettenverslaving, lager en heser.

Foto van Paus JP II verscheurd

In de VS zorgt zij voor grote ophef als zij op NBC-tv tijdens het satirische programma Saturday night live een foto van Paus JP II verscheurd, nadat zij Bob Marleys ‘War’ heeft gezongen. Omroep NBC liet meteen weten dat O’Connor nooit meer op de zender welkom was. ­Katholieke organisaties reden -letterlijk- met bulldozers over stapels cassettes en cd’s van O’Connor.

De woedende, meest behoudende Amerikaanse Katholieken, kregen bijval van andere Amerikanen omdat O’Connor ook niet wilde dat het Amerikaanse volkslied werd gespeeld voor haar optredens. Daarmee was haar lot in de VS bezegeld, zij kwam op boycotlijsten van radio-en TV stations, terwijl zij in de jaren daarvoor – mede door haar ontdekker Prince, tot de top van de Amerikaanse popbiz behoorde.

Niet alleen de omroepen zetten O’Conner en-masse aan de deur.  Muziekjournalisten stopten meteen met over haar te schrijven; collega’s als Madonna maakten dankbaar gebruik van de hetze om een concurrente uit de weg te ruimen; feministen  aanvaardden niet dat een jongere vrouw even scherpe opinies had als zij tijdens de jaren 60.  Frank Sinatra dreigde haar ‘een schop onder de kont’ te verkopen. Vader O’Connor: “Ik ­betwijfel dat Frank zijn been nog zo hoog krijgt.”

Tien jaar later zou haar manager overigens een persconferentie belegd hebben om uit te leggen dat de verscheuring van een foto van de Paus een protest was tegen het misbruik in de Kerk.

Islam

In 2019 heeft Sinéad O’Connor een nieuwe godsdienst en een nieuwe naam aangenomen. De zangeres van het lied ‘Nothing Compares 2 U’ dat haar in 1990 beroemd maakte, rekende zich vanaf dat moment tot de bijna 2 miljard Moslims en nam de naam Shuhada Davitt aan.

Gekleed in een hemd met lange mouwen en een hijab (hoofddoek) omarmde de bekeerlinge de Islam in het Islamitisch Centrum van Ierland, onder de leiding van Sheikh Dr. Omar Al-Qadri. Nadat zij de Shahada had gereciteerd (de Islamitische geloofsbelijdenis) verklaarde Davitt ook dat zij alle Godsdiensten respecteert, ook het Christendom, maar herhaalde “Mijn levenswijze, mijn godsdienst, is de Islam.”