In zijn commentaar van 4 augustus gaat de redactie van het Israëlische dagblad Haaretz in op vier van de zes incidenten. De krant stelt vast dat geen van de slachtoffers een gevaar vormde voor de militairen die hen doodden, en wijst op de onderliggende cultuur die aan het Israëlische geweld ten grondslag ligt.
Doodseskaders
De gerenommeerde Israëlische journalist Gideon Levy beschrijft de in bezet gebied opererende Israëlische militairen als ‘doodseskaders’, die zich schuldig maken aan ‘terreur’ en ‘executies’. Hoe heeft dit zover kunnen komen? ‘They kill because they can’, antwoordt Levy. Omdat er geen enkele sanctie op staat. En omdat het niemand iets kan schelen – noch de militairen, noch hun leiders, noch de media: het zijn immers maar Palestijnen.
Nederlandse politiek en media zwijgen
Ook in Nederland bleef het stil. Anders dan het geval is als Israëli’s gedood worden door Palestijnen werd de Nederlandse samenwerking met het Israëlische militaire apparaat nooit ter discussie gesteld. Sterker, op 21 juli trad met ministerie van Economische Zaken op als makelaar voor de Israëlische wapenproducent Elbit.
Ook de Nederlandse media bleven stil. Het feit dat een bondgenoot zich te buiten gaat aan systematisch geweld tegen een burgerbevolking werd niet de moeite van het vermelden waard bevonden. De kans dat andere bondgenoten met dergelijk gedrag aan de aandacht van de media zouden ontsnappen is nihil.
Zes slachtoffers
In het besef dat documentatie een voorwaarde is voor verantwoording beschrijven we de zes dodelijke aanvallen op Palestijnse burgers in dit artikel in detail. Daarbij besteden we ook aandacht aan de verklaringen waarmee het Israëlische leger het eigen handelen vergoelijkt. Dit in de wetenschap dat Nederlandse media dergelijke verklaringen frequent zonder enige terughoudendheid opvoeren ter legitimatie van het Israëlische geweld.