Vooral meer bebouwd terrein
Tussen 2000 en 2017 wijzigde het gebruik van 100 duizend hectare bodem, ruim 2 procent van de totale oppervlakte van Nederland. Voor het overgrote deel ging het om agrarisch terrein: 91 duizend hectare kreeg een ander gebruiksdoel. Dit betekent dat tussen 2000 en 2017 per dag gemiddeld ongeveer 15 hectare aan de landbouw is onttrokken, een oppervlakte vergelijkbaar met 30 voetbalvelden. Ook 5,3 duizend hectare bouwterrein kreeg een nieuwe gebruiksfunctie. Het areaal bebouwd terrein breidde het meest uit. Het gaat vooral om woongebied (26 duizend hectare erbij) en bedrijventerrein (17 duizend hectare).
Bebouwing neemt vooral in de Randstad toe
In 2017 was 501 duizend hectare van het Nederlands grondgebied in gebruik voor wonen, werken en infrastructuur. Deze ruimte bestond voor 48 procent uit woongebied, voor 29 procent uit overig bebouwd terrein (inclusief glastuinbouw), waaronder bedrijventerreinen, en voor 23 procent uit verkeersterrein, zoals wegen en spoorwegen. In 2000 nam de bebouwde ruimte nog 449 duizend hectare in.
Van de 52 duizend hectare bebouwde ruimte die er in de periode 2000–2017 bij is gekomen, ligt 37 procent in de Randstad. De toename van de bebouwde ruimte is in de Randstadprovincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland het grootst als deze ruimte wordt afgezet tegen de landoppervlakte. In Zuid-Holland groeide de bebouwde ruimte naar 29 procent. In Nederland was dit 15 procent. Ook Noord-Holland, Utrecht en Flevoland kregen er naar verhouding meer bebouwde ruimte bij dan de overige provincies.
Sterke groei woongebieden
Tussen 2000 en 2017 is in alle provincies het aandeel woongebied gegroeid. De grootste groei vond plaats in gemeenten met VINEX-wijken. In de Randstadprovincies nam de oppervlakte woongebied het meest toe. Zo nam het areaal woongebied in Flevoland toe met een kwart. Almere kende de sterkste uitbreiding van het woonareaal in deze provincie (33 procent). In Utrecht en Zuid-Holland was de toename iets minder dan 14 procent. In de Zuid-Hollandse gemeenten Pijnacker-Nootdorp (73 procent), Barendrecht (63 procent) en Lansingerland (57 procent) groeide de woonoppervlakte het sterkst van alle Nederlandse gemeenten. In Utrecht zorgden met name Houten (40 procent) en de gemeente Utrecht (30 procent) voor groei.