-Enugu/Abuja- In Kaduna, de hoofdstad van de gelijknamige provincie in het noorden van Nigeria, wacht Aartsbisschop Matthew Man-Oso Ndagoso (60) sinds een week op een teken van leven van vier jonge mannen tussen 18 en 23 jaar. Zij zijn allen Seminaristen va het Seminarie ‘De Goede Herder’ in Kaduna.In het ganse land neemt het aantal ontvoerde Geestelijken toe.
Door Katrin Gänsler
Op 8 januari werden zij door bewapende mannen ontvoerd. Sindsdien ontbreekt ieder spoor. “Tot op de dag van vandaag hebben wij geen boodschap mogen ontvangen”, zegt de Aartsbisschop tegen Katholischen Nachrichten Agentur (KNA). Dat geldt ook voor een Priester, die reeds in maart 2019 gekidnapt werd. “Wij hebben nog steeds geen idee waar hij thans verblijft.”
Vooral in Kaduna is het aantal ontvoeringen vorig jaar sterk gestegen. Als bijzonder gevaarlijk geldt de snelweg naar de hoofdstad Abuja. Om het risico te mijden, stappen steeds mer mensen over op vervoer per trein, in welke bewapende politie-agenten meereizen. Het nieuwe spoortraject werd in juli 2016 door een Chinese firma aangelegd.
Soms is de drukte zo groot dat honderden reizigers geen kaartjes kunnen krijgen en niet kunnen reizen. Plattelandsgebieden ten noorden van de provinciale hoofdstad worden ook getroffen. Boeren en herders in het veld lopen daar het risico, ontvoerders tegen te komen en te worden meegenomen. Op weg naar Zaria in het noorden van Kaduna werd eerder deze week ook een konvooi van de Emir van Potiskum, de hoofdstad van de staat Yobe, aangevallen; zes mensen kwamen daarbij om het leven.
Aartsbisschop Ndagoso zegt dat Priesters steeds vaker tot de slachtoffers horen: “Het zijn prominente figuren. Bovendien denken de ontvoerders waarschijnlijk dat zij vermogend zijn.” In principe betaalt de Kerk geen losgeld. Het kan echter gebeuren dat de families van de Priester-slachtoffers proberen aan de losgeld-eisen te voldoen.
Reizen in de staat Enugu in het zuidoosten, waar het grootste Priesterseminarie van Nigeria, het Bigard-seminarie is, wordt ook steeds riskanter. “Vorig jaar telden wij vijf ontvoeringen of pogingen tot ontvoeringen”, zegt Callistus Valentine Onaga (61), Bisschop van Enugu; “twee eindigden in moord”. Dit was in het verleden niet het geval.
Volgens de Bisschop hangt het verhoogde risico samen met het werk van de Priesters. Zij reizen in landelijke gebieden waar veel criminelen op bepaalde momenten van de dag samenkomen. “U mag in geen geval tussen 15 en 18 uur reizen.” Als de ontvoerders U op het oog hebben, dan hebben zij genoeg tijd hebben om hun slachtoffers bij daglicht te ontvoeren. “Zij kennen het gebied heel goed. Als er hulp komt, is het al donker.” De kansen om daders en slachtoffers dan nog op te sporen zijn dus heel klein.
Bisschop Onaga gelooft niet dat religieuze motieven schuilgaan achter de ontvoering. “Dit is puur zakelijk.” Hij is ook bezorgd dat de doorsnee burger niet langer bescherming biedt. ‘Zelfs als je om hulp roept, durft men de persoon in nood niet meer te helpen. De daders hebben tenslotte wapens’, zegt de Bisschop – en die gebruiken zij in geval van twijfel. “Dat is de reden waarom een van de Priesters werd gedood. De dorpelingen renden weg uit pure angst.” Maar dat is niet typerend voor de samenleving in Nigeria. “Als iemand om hulp roept, zoek je en help je hem, maar dat wordt steeds minder.”
In Kaduna gelooft Aartsbisschop Matthew Man-Oso Ndagoso ook niet dat achter de huidige ontvoeringen islamitische extremisten zitten. “Het gaat echt om het afpersen en verkrijgen van losgeld.” Desondanks heeft de islamistische terroristische groep Boko Haram de afgelopen jaren duizenden mensen ontvoerd, voornamelijk in het noordoosten. Sommigen van hen zijn nooit teruggekeerd.
Katrin Gänsler is Afrika-correspondent voor KNA