Zo gaf 93 procent der ondervraagden aan, geen vertrouwen in het Hoog-gerechtshof te hebben; ten aanzien van het parlement (de Knesset) alsook de politie zijn dat 80 procent, aldus Israëlische media.
Daarnaast wijst deze groep ook basisprincipes zoals de gelijkstelling van niet-Joden en vrouwen af. Rond 71 procent geloven niet, dat de Knesset bevoegd is, in het kader van het vredesproces, over de evacuatie van nederzettingen te beslissen. 94 procent zijn van mening, dat de Knesset de scheiding van mannen en vrouwen in openbare gelegenheden, tijdens bijeenkomsten van de Haredi-gemeenschap, niet kan verbieden, terwijl 91 procent van mening is dat het parlement niet het recht heeft, over een verplichte dienstplicht voor studenten van de Thora-scholen Jeschiwa te beslissen.
Opvallend is ook een zekere terughoudendheid tegenover seculiere Joden. Terwijl 67 procent zeggen, zij kunnen een seculiere Jood als goede vriend accepteren, meent 58 procent, dat leven naast een seculiere familie als storend zal worden ervaren. Ongeveer drie-kwart der ondervraagden verklaarden dat vriendschappen met Arabieren nooit kan worden goedgekeurd.
Volgens de enquete voelen zich echter 70,5 procent van de ultraorthodoxe Haredi als trotse Israëlis (77 procent van de vrouwen en 64 procent van de mannen). Een groeiende ‘Israëlisering’ treft men vooral aan bij ultra-orthodoxen, die met seculiere Joden samen-werken. Onder hen zien 46,5 procent de Dag van de Onafhankelijkheid van Israël als feestdag.
Aan het onderzoek deden 863 personen mee. Eén van hen was de academisch directeur van het programma voor mensenrechten en Jodendom (IDI) van het Israel Democracy Institute, Yedidia Stern.