EU Hof: Nederlands inburgeringsbeleid in strijd met Europees recht

Leestijd: 3 minuten

Vrijdag 7 februari 2025 – 06:25 uur – Bron: Redactie Binnenland/Inlia/EHvJ – Beeld: MB

-’s Gravenhage- Het Europees Hof van Justitie heeft op 4 februari 2025 uitspraak gedaan over het Nederlandse inburgeringsbeleid voor asielstatushouders. Zij mogen niet ‘stelselmatig bestraft’ worden als ze het inburgeringsexamen niet halen. Het zelf moeten betalen van alle kosten van cursussen en examens veroordeelt het Hof als een ‘onredelijke last’.

Deze uitspraak heeft gevolgen voor het Nederlandse inburgeringsbeleid. Van asielstatushouders kan niet langer gevraagd worden om hun eigen inburgeringscursus en -examen te betalen. Die verplichting doet afbreuk aan de doelstelling in de EU-Kwalificatierichtlijn om de effectieve integratie in de samenleving te verzekeren, aldus het Hof.

Lening
Sinds de invoering van de ‘Wet inburgering 2013’ hebben alle statushouders een lening moeten afsluiten, die onder voorwaarden kwijtgescholden wordt. Dat degenen die niet op tijd hun inburgeringstraject hebben afgerond de lening geheel of gedeeltelijk moeten terugbetalen is volgens het Hof niet toegestaan.

Boete
Ook mogen er niet stelselmatig boetes worden opgelegd als iemand niet slaagt voor het inburgeringsexamen. Die boete kan volgens de onder de Wi2013 geldende regeling oplopen tot € 1.250. Het Hof spreekt uit dat een geldboete slechts kan worden opgelegd “in uitzonderlijke gevallen, zoals wanneer blijkt dat er sprake is van een bewezen en aanhoudend gebrek aan bereidheid tot integratie”.

Persoonlijke omstandigheden
Het Hof wijst op de noodzaak om rekening te houden met de persoonlijke en zeer uiteenlopende omstandigheden van statushouders ‘gezien hun bijzondere kwetsbaarheid’. Zo moet iemand die kan aantonen dat hij reeds daadwerkelijk is geïntegreerd, worden vrijgesteld van de verplichting te slagen voor het inburgeringsexamen.

Kennisniveau
Ten slotte geeft het Hof aan dat het vereiste kennisniveau niet verder mag gaan dan noodzakelijk is om de integratie van asielstatushouders in de samenleving te bevorderen en hun toegang tot de arbeidsmarkt en beroepsopleidingen te vergemakkelijken. Waarschijnlijk is het thans vereiste taalniveau B1 te hoog en zal dat dus bijgesteld moeten worden.

Rechtsgang
Het Hof volgt in dit arrest de Conclusie van de Advocaat-Generaal van 6 juni 2024. Hiermee zijn de prejudiciële vragen beantwoord die de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 15 maart 2023 had gesteld. De Raad van State moet nu in overeenstemming met de beslissing van het Hof uitspraak doen in het hoger beroep in de zaak van de Eritrese vreemdeling en de Nederlandse minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

 

In 2022 is een nieuwe inburgeringswet (Wi2021) van kracht geworden, waarin de lening is geschrapt maar er nog wel steeds boetes kunnen worden opgelegd als niet aan de inburgeringsplicht wordt voldaan. De Rijksoverheid meldt in een nieuwsbericht naar aanleiding van de uitspraak van het Hof dat er nog ruim 18.000 asielstatushouders inburgeringsplichtig zijn onder de Wi2013.