Al meer dan honderdduizend vluchtelingen
-Brussel- Het overkoepelend orgaan van de Bisschoppenconferenties van de Europese Unie (COMECE) heeft de internationale gemeenschap gevraagd de humanitaire noodsituatie van meer dan honderdduizend Armeense vluchtelingen, die Nagorno-Karabach ontvluchten te verlichten en toezicht te houden op het Christelijke erfgoed dat in de regio voorhanden is.
De Europese Bisschoppen hopen “dat internationale actoren een oplossing vinden middels onderhandelingen die de veiligheid van ontheemden garandeert en hun recht om in de landen te blijven waar zij zijn opgegroeid, met hun geloof en tradities.” Daarnaast zijn er 1.456 Armeense monumenten “die na het staakt-het-vuren van 2020 onder de controle van Azerbeidzjan bleven en al tijdens de oorlog beschadigd zijn”, benadrukken de Bisschoppen.
Stalin
Artsakh is een regio met een Armeense meerderheid, van Christelijke traditie, gelegen binnen de grenzen van Azerbeidzjan, bij besluit van Stalin, die de gebieden aan het begin van de 20e eeuw tijdens het Sovjettijdperk verdeelde. Met de val van de Sovjet-Unie eind jaren tachtig en begin jaren negentig begonnen de spanningen te ontstaan. Vóór het laatste bliksemoffensief, dat op 19 september plaatsvond en binnen slechts 24 uur eindigde, was de Lachin-corridor die Nagorno-Karabach met Armenië verbond tien maanden lang geblokkeerd en was de Europese diplomatie er niet in geslaagd de impasse te doorbreken. De laatste oorlog, die 44 dagen duurde, werd in 2020 uitgevochten en eindigde met een fragiele wapenstilstand.
Turkije
De Azerbeidzjaanse President Aliyev had overwogen deel te nemen aan de gesprekken met de leiders van Frankrijk, Duitsland en Armenië en EU-Raadsvoorzitter Charles Michel, maar had verzocht dat ook vertegenwoordigers van Turkije aanwezig zouden zijn. Het verzoek werd niet aanvaard door Berlijn en Parijs, die aankondigden dat zij militair materieel aan Jerevan zouden blijven leveren, wat de overwegend Islamitische regering in Bakoe verder irriteerde.
Winter
Ondertussen proberen de Armeense autoriteiten tegemoet te komen aan de onmiddellijke behoeften van de vluchtelingen, vooral in afwachting van de naderende winter, omdat het volgens deskundigen duidelijk is dat zij niet zullen terugkeren naar het gebied dat nu door Azerbeidzjan wordt gecontroleerd, ondanks beloften van Azerbeidzjaanse functionarissen die garanderen: gelijke vrijheid en rechten, ongeacht etnische, religieuze of taalkundige overtuiging.
Analisten van de International Crisis Group beweren dat “de beloften die Azerbeidzjan heeft gedaan onvoldoende zijn om vertrouwen te scheppen” na tientallen jaren van spanningen. Volgens Tigran Grigoryan, directeur van het Regionaal Centrum voor Democratie en Veiligheid, een denktank in Jerevan, voelt de lokale bevolking zich “fundamenteel in de steek gelaten door de internationale gemeenschap en deels door de regering van Armenië.” De vice-burgemeester van Goris, Irina Yolyan, merkte ook op dat “duizenden gezinnen dakloos zijn geworden. Azerbeidzjan is als een stoomwals. “Niets houdt hen tegen en deze situatie veroorzaakt groot ongeluk en grote ontevredenheid vanwege territoriale verliezen en het enorme menselijk lijden.”
‘Surrealistische situatie’
VN-experts in de regio schatten dat er tussen de 50 en 1.000 Armeniërs in de regio achterblijven. Marco Succi, hoofd van het snelle interventieteam van het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC), zei dat hij op 22 september in een ‘surrealistische situatie’ terechtkwam toen hij aankwam in de grootste stad van de regio, door de Armeniërs Stepanakert en door de Azeri’s Khankendi genoemd.
In een voorlopig VN-rapport staat dat de stad is leeggelopen, bijna verlaten. Op dit moment zijn er enkele tientallen mensen die niet weg wilden of kwetsbare mensen die niet konden ontsnappen, veelal ouderen, bedlegerige patiënten of mensen met een verstandelijke beperking, waarvan sommigen ernstig ondervoed. Communicatienetwerken zijn afgesneden en degenen die zijn gebleven hebben geen mogelijkheid om contact op te nemen met hen die de regio hebben verlaten. Het elektriciteitsnetwerk blijft functioneren, evenals het waternetwerk, maar wat de kwaliteit van het water is is onduidelijk. Ziekenhuizen functioneren niet of nauwelijks en krijgen geen aanvoer van voedsel en medicijnen, er zijn slechts vijf Azerbeidzjaanse ambulances die op beperkte basis opereren.