Gaat ook voor het Cubaanse regime het licht uit? (OPINIE)

Leestijd: 5 minuten

Vrijdag 8 november 2024 – 14:12 – Bron: Redactie Wereld/IPS-The Conversation – Beeld: MB

-Boone- De recente stroompanne in Cuba toont de moeilijke economische situatie in het land. Het regime ziet zich geconfronteerd met een van de grootste uitdagingen ooit, en heeft weinig opties, schrijft Joseph J. Gonzalez, hoogleraar Internationale Studies aan de Appalachian State University in de VS.

In oktober viel in Cuba het hele stroomnet uit, waardoor Cubanen zonder licht of koeling kwamen te zitten. Sindsdien houden sporadische blackouts aan, en er is niet meteen beterschap in zicht.

Die stroomuitval is een symptoom van een grotere economische crisis, de ergste sinds 1991. Cuba verbrandt olie om elektriciteit te produceren, en simpel gesteld: het kan eigenlijk niet betalen voor de olie die het nodig heeft of de herstellingen die nodig zijn aan het stroomnet. Dat leidt tot grote tekorten aan elektriciteit, maar ook benzinevoedsel en medische voorzieningen.

De recente crisis doet waarnemers vragen stellen bij de leefbaarheid van het huidige regime, en velen vragen zich af de regering hervormingen zal doorvoeren of het regime ten val zal komen.

Voor wie de Cubaanse geschiedenis bestudeert, zoals ik, is dat een faire vraag. De Cubaanse leiders overleven dergelijke crises al meer dan zes decennia en blijven een centrale greep op de macht behouden.

De reden daarvoor is niet zozeer te vinden in ideologisch engagement, maar wel in de handigheid van Havana om banden te smeten met machtige buitenlandse spelers. De Cubaanse communisten hebben ook in het verleden al bewezen dat ze van koers kunnen veranderen als dat nodig is voor hun overleven.

Maar deze keer is het niet duidelijk of een van die strategieën voldoende zal zijn om de macht te behouden.

Soevereiniteit of welvaart

Historisch gezien heeft Cuba een bepaalde mate van welvaart kunnen creëren door handelsrelaties te smeden met machtige naties.

Die nemen vaak de vorm aan van “beschermeer-client”-relaties, waarbij machtige landen de Cubaanse economie aanzwengelen maar daarbij de Cubaanse soevereiniteit in het gedrang brengen.

Tussen 1898 en 1959 verkochten de Cubanen suiker aan de VS onder een quotasysteem dat goed uitpakte voor Havana. In ruil daarvoor bouwden de Amerikanen bases op Cubaanse grond en verkochten ze hun goederen in Cuba zonder veel hinder, terwijl ze zich het recht behielden om in te grijpen in de Cubaanse politiek.

Maar na het einde van de Cubaanse Revolutie in 1959 verbraken de VS de diplomatieke en economische banden met het nieuwe regime, en de Sovjetunie werd de nieuwe patroon.

Decennia van Sovjetsteun

Dertig jaar lang kocht Moskou de Cubaanse suiker aan opgeblazen prijzen en verkocht het Russische olie onder de marktprijzen, terwijl het de Cubaanse strijdkrachten bewapende. De steun liep op tot meer dan 4 miljard dollar per jaar in de jaren 1980.

In ruil liet Cuba Russische bases bouwen – op minder dan 160 kilometer van Florida – en steunden ze de buitenlandse belangen van de Sovjets, zoals de invasie in Tsjecho-Slowakije in 1968 en Afghanistan in 1979.

Maar in 1991 klapte de Sovjetunie in elkaar. Zonder de Sovjetsteun raakte Cuba in een economische draaikolk.

De Speciale Periode

Tussen 1991 en 1993 verloor Cuba zo een derde van zijn bruto binnenlands product.

Voedsel, benzine en stroom werden schaars. Openbaar vervoer verdween grotendeels en werd vervangen door paarden, fietsen en motortaxi’s.

Fidel Castro verwees naar die jaren als de “Speciale Periode in tijden van vrede”. Maar ik weet dat Cubanen zich de periode herinneren als jaren waarin ze bonen, rijst en schillen van pompelmoezen aten als ze geluk hadden, en suikerwater als ze minder geluk hadden.

Het was het olierijke Venezuela dat Cuba uit die Speciale Periode haalde. In 1999 kwam een Castro-gezind regime aan de macht in Caracas onder militaire leider Hugo Chavez. Chavez bood Cuba olie in ruil voor artsen, leerkrachten en militaire adviseurs.

In tegenstelling tot de VS en de Sovjetunie had Venezuela geen reden om de Cubaanse soevereiniteit aan te tasten; de twee landen hadden gemeenschappelijke vrienden en vijanden.

In 2015 vertelde een een Cubaanse econoom me dat de Venezolaanse subsidies opliepen tot meer dan 4 miljard dollar per jaar.

Maar na de dood van Chavez in 2012 belande Venezuela zelf in een crisis die nog erger was dan die in Cuba – het resultaat van wanbeheer, te grote afhankelijkheid van brandstofexport en de impact van Amerikaanse sancties. Tegen 2019 waren de subsidies grotendeels opgedroogd, en ze zijn nog niet teruggekeerd.

Na een korte adempauze legden de VS in 2024 opnieuw sancties op aan Venezuela, nadat president Nicolás Maduro terug was gekomen op zijn belofte om vrije en eerlijke verkiezingen te houden. Venezuela verkoopt nu olie aan tussenpersonen terwijl het Cuba in het geheim van petroleum voorziet, maar in hoeveelheden die lang niet voldoen aan de Cubaanse noden.

Als gevolgd daarvan zinkt de Cubaanse economie steeds dieper weg.

Sinds 2020 is het Cubaanse bruto binnenlands product gekrompen, net als het toerisme. De inflatie schiet de hoogte in, zowel op de officiële als in de “grijze markt”- private netwerken die buiten de officiële sancties blijven en hogere prijzen aanrekenen.

Veranderen als dat moet

Zonder een geschikte nieuwe beschermheer om de economie op te krikken, moeten Cubaanse leiders naar nieuwe tactieken grijpen om de druk te verminderen – of onder de duim te houden.

Dwang heeft altijd een centrale rol gespeeld in het overleven het Cubaanse regime. Cubanen mogen wel publiek klagen, maar ze kunnen geen actie voeren voor politieke verandering zonder harde represailles. Zo bedreigt het regime tegenstanders met vervolging als de protesten organiseren tijdens de huidige crisis.

Maar het regime heeft ook al getoond dat het kan veranderen als dat nodig is om te overleven. Dat kun je bijvoorbeeld zien in de groei van de private sector in het officieel communistische land.

Tot de jaren 2000 werkten Cubanen voor de staat en konden ze maar een heel kleine hoeveelheid rijkdom verwerven. Maar een beperkte economische privatisering in 2008 betekent dat vandaag een derde van de Cubanen geld verdient in de private sector, een stijging tegenover de 23 procent in 2020.

De groei van de Cubaanse private sector verlicht de druk op de publieke sector, terwijl een grotere circulatie van goederen en diensten mogelijk wordt – en broodnodige cash.

Maar veruit de grootste verandering van de Cubaanse regering draait rond emigratie. Sinds de jaren 1960 heeft het Communistische regime inwoners die het land hebben verlaten bestempeld als “wormen” of vijanden van de revolutie.

Nu laat de overheid Cubanen toe om de vertrekken, zonder veel inmenging.  Sinds 2022 zijn zo al meer dan een miljoen Cubanen vertrokken – zo’n 10 procent van de bevolking. De VS blijft de belangrijkste bestemming, samen met Spanje en andere Spaanssprekende landen.

Welkom Amerikaans beleid

Cubanen die de VS bereiken, kunnen er een voorwaardelijke status aanvragen en leven in de VS met een werkvergunning – als ze een Amerikaanse sponsor vinden. Na een jaar kunnen ze een aanvraag indienen voor permanent verblijf.

Emigratie betekent dat de druk afneemt op publieke diensten en schaarse middelen zoals voedsel en elektriciteit.

Het verzacht ook een kritieke woningnood, maakt meer huizen beschikbaar en doet de prijzen dalen voor Cubanen die willen blijven.

Emigratie betekent ook minder Cubanen in het land met de energie om zich te organiseren om politieke verandering door te drukken.

En meer Cubanen in het buitenland speelt ook de economie thuis in de kaart, want ze kunnen harde valuta naar hun familie en vrienden in Cuba sturen, die het geld er zullen spenderen.

Kan het Cubaanse regime dit overleven?

De Cubaanse leiders kunnen het geweer van schouder wisselen als ze voelen dat dat nodig is. Of de versoepeling in de private sector en migratie genoeg tijd zal kopen om een nieuwe patroon te vinden, is koffiedik kijken.

China en Rusland kunnen interesse hebben in zo’n rol, en op die manier voet aan de grond krijgen in een land dichtbij de VS.

Beide landen hebben herhaaldelijk hun investeringen in Cuba opgetrokken, in ruil voor economische privileges en basissen.

Maar het is onduidelijk of China en Rusland bereid zullen zijn om de miljarden dollars op te hoesten die de Cubaanse regering nodig heeft.

China, bijvoorbeeld, heeft veel meer lucratieve opties in Latijns-Amerika. En Rusland, dat diep verwikkeld is in een oorlog die het zelf heeft veroorzaakt, zit zelf krap bij kas.

Hoe het ook uitdraait, Cuba heeft een oplossing nodig voor de huidige crisis. Als er zich geen nieuwe patroon aandient, dan kan het regime te maken krijgen met nog moeilijkere keuzes, zoals de repressie opdrijven of zowel economische als politieke liberalisering. Dat is een keuze die de Cubaanse leiders liever vermijden.