Tussen 2014 en 2020 stroomden ieder jaar gemiddeld 1,9 duizend zogenaamde alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’s) in de opvang van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Deze groep bedraagt gemiddeld 5,4 procent van de totale instroom van asielzoekers. In 2015 stroomde de grootste groep alleenstaande jongeren in, 4,2 duizend. Deze groep bestond voor 81 procent uit jongens en voor 82 procent uit jongeren tussen de 15 en 18 jaar. De meeste alleenstaande jongeren hebben een Syrische (1,9 duizend) of Eritrese (1,3 duizend) nationaliteit.
Vooral overgekomen familie voor Syrische jongeren
Onder alle alleenstaande minderjarige vluchtelingen waren het vooral jongeren met de Syrische nationaliteit van wie familie naar Nederland kwam. Drie jaar na instroom in 2015 was dit 75 procent, waarna het stabiliseerde. Syrische jongeren werden vaker en sneller herenigd met hun familie dan andere jongeren omdat zij beschikten over betere documentatie en de procedure daarom sneller verliep. Onder Eritrese alleenstaande minderjarigen is 30 procent herenigd met familie na drie jaar in Nederland.
Het grote aandeel nareizigers onder Syrische jongeren is ook terug te zien in de thuissituatie na het verlaten van de opvang van het COA. Twee jaar na het krijgen van een verblijfsvergunning is 51 procent van hen thuiswonend kind en 30 procent alleenstaande. Van de Eritrese jongeren stond na dezelfde periode 7 procent als thuiswonend kind geregistreerd en 68 procent als alleenstaande.
Helft statushouders behaalde onderwijsdiploma, helft werkt
Vijf jaar na aankomst in 2015 had meer dan de helft (52 procent) van de alleenstaande jongeren met een verblijfsvergunning een diploma. Hiervan behaalde 74 procent een diploma op lager onderwijsniveau (basisonderwijs, vmbo, de eerste drie leerjaren van havo/vwo of mbo niveau 1) en 26 procent op middelbaar onderwijsniveau (bovenbouw havo/vwo, mbo niveau 2 tot en met 4). Bij minderjarige asielzoekers mét begeleiding is deze verdeling ongeveer hetzelfde. 2 procent van de alleenstaande jongeren uit 2015 volgden op 1 oktober 2020 een hbo- of wo-opleiding.
Vijf jaar na het verkrijgen van een vergunning was meer dan de helft (54 procent) van de status houdende alleenstaande jongeren werkzaam, waarvan bijna een kwart (24 procent) voltijds werkte. Van de werkende jongeren was 59 procent in dienst als uitzend- of oproepkracht en 30 procent werkte in de horeca.