Meer offline dan online seksuele intimidatie
Bij de meeste slachtoffers ging het om seksuele intimidatie. 9 procent zei dat de intimidatie plaatsvond in de ‘echte wereld’, dus niet online. Het gaat dan bijvoorbeeld om het maken van seksueel kwetsende opmerkingen. 6 procent had te maken met online seksuele intimidatie zoals het verspreiden van naaktfoto’s of seksfilmpjes via internet. 4 procent was slachtoffer van fysiek seksueel geweld zoals ongewenst aangeraakt worden op een seksuele manier of andere ongewenste seksuele handelingen.
Meer seksuele intimidatie gerapporteerd
In 2022 zeiden meer Nederlanders dat ze in de afgelopen twaalf maanden te maken hadden met seksueel grensoverschrijdend gedrag dan in 2020 (13 procent tegen 11 procent). Vooral seksuele intimidatie nam toe, het percentage slachtoffers van fysiek seksueel geweld veranderde nauwelijks. Dat meer mensen aangaven slachtoffer te zijn geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag kan te maken hebben met de maatschappelijke discussie hierover in 2022, maar ook de coronapandemie kan een rol hebben gespeeld.
52 procent jonge vrouwen slachtoffer
Van de 18- tot 24-jarige vrouwen gaf 52 procent aan in de afgelopen twaalf maanden slachtoffer te zijn geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Van de 16- tot 18-jarige meisjes was dat 46 procent. Ter vergelijking: bij mannen in dezelfde leeftijdsgroepen gaf 15 procent aan slachtoffer te zijn geweest. Een andere groep die kwetsbaar blijkt voor seksueel grensoverschrijdend gedrag zijn biseksuele vrouwen. Van hen had bijna de helft hiermee te maken.
Seksuele intimidatie vaker door onbekende, seksueel geweld vaker door bekende
Bij seksueel grensoverschrijdend gedrag is de pleger meestal afkomstig van buiten de huiselijke kring. Van de slachtoffers van offline seksuele intimidatie zei iets meer dan de helft dat de pleger een onbekende was. Een collega of iemand die ze kennen van uitgaan of een feestje werd ook relatief vaak genoemd. Ook de slachtoffers van online seksuele intimidatie gaven aan dat het in iets meer dan de helft van de gevallen om een onbekende ging. Verder noemden zij met ruim 30 procent iemand die ze online hadden leren kennen maar nog niet in het echt hadden gezien.
Bij fysiek seksueel geweld daarentegen kenden 7 op de 10 slachtoffers de pleger. Bij een kwart ging het om iemand die ze kennen van het uitgaan of een feestje. Bij 2 op de 10 werd het fysiek seksueel geweld binnen de huiselijke kring gepleegd, vooral door de eigen partner.
Seksueel grensoverschrijdend gedrag relatief weinig gemeld bij hulpverleners en instanties
Minder dan 10 procent van de slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag heeft over hun ervaringen gepraat met hulpverleners zoals de huisarts, psycholoog of maatschappelijk werker. Met de politie of melding- en adviesinstanties nam 2 procent of minder contact op. Slachtoffers praatten vaker met vrienden, hun partner of andere gezins- en familieleden: ongeveer 60 tot 70 procent deed dit.