Helft Poolse priesters meldt dat zij afgelopen jaar te maken hebben gehad met agressie

Leestijd: 3 minuten

Dinsdag 8 april 2025 – 06:12 uur – Bron: Redactie Kerk/ISKK/KNA/ADN – Beeld: MB

-Warschau- Uit een rapport van het statistisch bureau van de Poolse rooms-katholieke kerk blijkt dat één op de twee diocesane priesters in het land, in de afgelopen twaalf maanden het slachtoffer is geworden van een of andere vorm van agressie. De studie wijst als belangrijkste oorzaken het verslechterende imago van de geestelijkheid in de media en het steeds gespannener sociale en politieke klimaat aan.

Dit wordt weerspiegeld in het rapport getiteld in vertaling: ‘Gevaarlijke Missie, aanvallen op gewijde personen, plaatsen en voorwerpen van aanbidding in Polen , opgesteld door het Instituut voor de Statistiek van de Katholieke Kerk (ISKK) en gepresenteerd tijdens een bijeenkomst van de Poolse bisschoppenconferentie in Warschau.

ISKK-directeur Dr. Marcin Jewdokimow meldt dat het onderzoek vier aspecten betrof: de ervaring van geweld in verschillende vormen; de reacties van de geestelijkheid op deze situaties; het gevoel van veiligheid dat met zijn pastorale missie gepaard gaat en de oorzaken en evolutie van agressie tegen priesters. Hij maakt ook duidelijk dat het onderzoek zich richt op diocesane priesters, met als doel het fenomeen voortdurend te monitoren.

Bezorgdheid om de veiligheid van de geestelijkheid

Het verkennende onderzoek werd uitgevoerd door middel van een digitale enquête tussen oktober en november 2024. Er reageerden 966 priesters, van wie 614 de vragenlijst invulden. Volgens Dr. Karol Leszczyński, de initiatiefnemer van het onderzoek, gaf 49,7% van de ondervraagden toe het afgelopen jaar slachtoffer te zijn geweest van agressie. De meest voorkomende vormen waren plagen, bedreigen en beledigen (41,6%), gevolgd door online agressie (33,6%).

Daarnaast zijn er in de afgelopen twaalf maanden ook aanvallen op kerkgebouwen, vandalisme, grafschennis en verstoring van religieuze vieringen gemeld. De meest voorkomende vorm van geweld blijft echter verbaal geweld.

Rapporteren

Leszczyński benadrukte de geringe bereidheid van geestelijken om dergelijke incidenten te melden: 80,8% van de priesters meldde de incidenten niet bij een autoriteit. De belangrijkste redenen waren het beschouwen van de gebeurtenissen als niet noemenswaardig (46,2%), het afwijzen van bureaucratische procedures (22,6%) en het ontbreken van vertrouwen in instellingen (14,6%).

Meer dan de helft van de ondervraagden gaf toe maatregelen te hebben genomen om conflictsituaties te vermijden. Zij droegen bijvoorbeeld geen toga of priesterboord meer, of namen ontslag uit bepaalde functies. Buiten de parochie voelt 57,2% zich veilig in geestelijke kleding, terwijl dit percentage oploopt tot 89,7% wanneer zij geen geestelijke kleding dragen.

Volgens de verzamelde gegevens is 96,4% van de deelnemers van mening dat de belangrijkste oorzaak van agressie het negatieve beeld van de geestelijkheid in de media is, gevolgd door sociale en politieke spanningen (91,1%). Bovendien is 85,9% van mening dat het geweld tegen priesters de afgelopen tien jaar is toegenomen.

‘Oorlog’ tussen conservatieve kerk en liberalisme

Professor Krzysztof Koseła, voorzitter van de Wetenschappelijke Raad van ISKK, merkte op dat priesters sinds 2020 tot dezelfde risicogroep behoren als journalisten en het slachtoffer worden van fysieke aanvallen en zelfs moord. Volgens hem zijn de belangrijkste factoren achter dit fenomeen het slechte imago van de geestelijkheid, het conflict tussen het katholicisme en het liberalisme – dat hij omschreef als een ‘cultuuroorlog’ – en de fouten die de priesters zelf maken.

De woordvoerder van de Poolse Bisschoppenconferentie, pater Leszek Gęsiak SJ, noemde de resultaten verontrustend en doet een beroep op de gelovigen om solidariteit te tonen met hun priesters. “Het is belangrijk dat priesters weten dat zij niet alleen zijn, dat er mensen zijn die zich met hen verheugen in de goede tijden en hen steunen in de slechte, vooral wanneer zij met zulke vijandige situaties worden geconfronteerd als die welke in dit rapport worden beschreven”, concludeert hij.