-Brussel/’s Gravenhage- Geopolitieke spanningen, de stijgende kosten van klimaatverandering en onopgeloste schuldproblemen zetten de arbeidsmarkten onder druk, zegt de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) in een nieuw rapport.
De wereldeconomie vertraagt en dat maakt het voor de sputterende arbeidsmarkt moeilijk om zich te herstellen tot op het niveau van voor de pandemie, concludeert de studie World Employment and Social Outlook 2025. In 2024 bleef de wereldwijde werkgelegenheid stabiel. De werkloosheid stond op gemiddeld 5 procent, maar de jeugdwerkloosheid liet weinig verbetering zien met een gemiddelde van 12,6 procent. Vooral de landen met lage inkomens hadden moeite om kwaliteitsvolle banen te creëren.
Dat maakte dat in 2024 wereldwijd 85,8 miljoen jonge mannen (13,1 procent) en 173,3 miljoen jonge vrouwen (28,2 procent) zonder baan, onderwijs of opleiding zaten. Dat is een stijging van respectievelijk 1 miljoen en 1,8 miljoen ten opzichte van 2023.
Onder druk
Het rapport legt de nadruk op de geopolitieke spanningen, de stijgende kosten van klimaatverandering en onopgeloste schuldproblemen van landen: die zetten de arbeidsmarkten onder druk. Verder mag de inflatie dan wel zijn gedaald, ze blijft hoog, waardoor de lonen minder waard worden.
De reële lonen zijn slechts in enkele industrielanden gestegen en de meeste landen zijn nog aan het herstellen van de gevolgen van de pandemie. Voor wat Europa betreft blijkt er nog steeds een tekort aan arbeidskrachten, vooral in de domeinen wetenschap, technologie, techniek en wiskunde, de ICT-sector en de gezondheidszorg.
Met name in Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Nederland en ook België is het tekort aan deze arbeidskrachten nijpend.
Herstel naar pre-pandemische niveau bemoeilijkt door geopolitieke spanningen, stijgende kost klimaatverandering en schuldproblemen
Maar ook in verschillende Oost-Europese landen, waaronder Roemenië en Kroatië, blijken banen niet voldoende ingevuld te geraken, al is dat in dit geval onder meer te wijten aan de emigratie van jonge en geschoolde werknemers. Over het algemeen blijkt dat de arbeidsparticipatie gedaald is in lage-inkomenslanden en gestegen in hoge-inkomenslanden, vooral onder oudere werknemers en vrouwen.
Toch blijven de genderkloven nog groot, stelt het ILO-rapport. En doordat minder vrouwen aan het werk zijn, is de vooruitgang in de levensstandaard van gezinnen vorig jaar beperkt gebleven.
Investeren in onderwijs noodzakelijk om jeugdwerkloosheid te beteugelen
De zogeheten ‘banenkloof’, het geschatte aantal mensen dat wil werken maar geen baan heeft, stond vorig jaar op 402 miljoen.
Dit cijfer omvat 186 miljoen werkzoekenden, 137 miljoen mensen die zijn gestopt met zoeken naar werk en 79 miljoen mensen die zouden willen werken maar (zorg)verplichtingen hebben die moeilijk te combineren zijn met een baan.
Sinds de pandemie is die kloof geleidelijk kleiner geworden, maar de ILO verwacht dat ze zich de komende twee jaar zal stabiliseren.
Groen en digitaal
Gelukkig is er ook een groot potentieel voor nieuwe banen, stelt het rapport, vooral in groene energie en digitale technologieën. Banen in hernieuwbare energie zijn wereldwijd gestegen tot 16,2 miljoen – bijna de helft ervan in Oost-Azië- en het potentieel is hier nog groot.
“Waardig werk en productieve werkgelegenheid zijn essentieel voor het bereiken van sociale rechtvaardigheid en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling”, reageert Gilbert F. Houngbo, directeur-generaal van de ILO op het rapport.
Om de uitdagingen aan te gaan adviseren de auteurs in eerste instantie meer investeringen in vaardigheden, onderwijs en infrastructuur om economische groei op alle continenten te ondersteunen.