10 december, wereldwijde dag van de Mensenrechten
-‘s-GRAVENHAGE- Vandaag 10 december is wereldwijd de dag van de mensenrechten. Ook Nederland doet en herdenkt mee. Maar noem nooit de naam Nederland bij de Verenigde Naties of de Europese commissie voor de rechten van de mens, want deze organisaties hebben een dagtaak aan de overtredingen, gepleegd door het land dat zo graag andere landen de les leest, Nederland dus.
Een greep uit de opsomming van de VN en de ECRM:
Internationale mensenrechtenorganisaties zijn er duidelijk over. In Nederland zijn te veel situaties waar de mensenrechten en burgerrechten onvoldoende worden nageleefd. Dat blijkt onder meer uit rapporten van het College voor de Rechten van de Mens en het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten.
<
Voorbeelden zijn er te over: het dragen van een hoofddoek op scholen en in openbare functies; het dragen van een boerka op openbare plaatsen; religie-onderwijs op school; het niet aannemen of ontslaan van homoseksuele leerkrachten; grenzen van godsdienstvrijheid en blasfemie; belediging op grond van iemands godsdienst; gezondheidszorg voor en opvang van illegalen; vreemdelingendetentie; uitzetting van familieleden na 1F (asielzoekers verdacht van oorlogsmisdrijven); recht op het weigeren van een homohuwelijk door ambtenaren; recht op pedofiele uitingen en het al dan niet verbieden van partijen die pedofilie goedkeuren; de grenzen van copyright op het internet; euthanasie na ondraaglijk psychisch lijden; omstandigheden van gevangenschap van langgestraften; grenzen van privacy in de strijd tegen terrorisme; inzage in medische dossiers (ook van familieleden); dwangverpleging en isolatie; gebreken in de zorg voor en waardigheid van ouderen in tehuizen; controle door werkgevers van privé-mail en telefoonverkeer; de aanwezigheid van een advocaat bij verhoren; mankerende snelrechtprocedures bij demonstraties; ruimte voor wapengebruik bij politie; vormen van pijnlijk boeien; etnisch profileren door de politie; optreden van speciale arrestatieteams; het fouilleren op straat in uitgaansgebieden; aanstootgevende’ kunst in openbare ruimten, en zo kunnen wij nog wel een tijdje door gaan. Talloze malen en steeds vaker wordt Nederland op de vingers getikt, maar je aan afspraken houden, ho maar.
Mensenrechteneducatie
De rechtsstaat is nooit af. Zij behoeft constant onderhoud. ‘De mensenrechtensituatie in Nederland is de afgelopen vijf jaar verslechterd’, concludeerden 23 mensenrechten-organisaties in een rapport aan de Verenigde Naties. Pijnlijk is onder meer, zegt het rapport, dat de minister van Buitenlandse Zaken andere landen mensenrechteneducatie voorschrijft, terwijl in Nederland onze kinderen nog steeds niets hoeven te leren over mensenrechten. Het typeert de houding van de Nederlandse overheid die mensenrechten vooral ziet als exportproduct. Lees verder onder de foto>
Als je een (jonge) gekleurde man bent in Nederland, is etnisch profileren vaak onderdeel van je leven. De politie pikt voor identiteits- of veiligheidscontroles mensen er steeds vaker uit op grond van ras, etnische of religieuze kenmerken – zonder objectieve rechtvaardiging. Dat gebeurt zowel bedoeld als onbedoeld. Amnesty, Inlia en andere organisaties dringen aan op het invoeren van ‘stopformulieren’, waarop agenten elke aanhouding noteren. Dat heeft zijn waarde bewezen in diverse Europese landen. Ook behoort de regering het structurele probleem van de etnische profilering te erkennen, en duidelijk te maken waarom die praktijk discriminerend is.
Mensenrechten van vluchtelingen en vreemdelingen
Nederland heeft het strengste asielbeleid in Europa. Amnesty en Inlia en asieladvocaten vragen de overheid het gebruik van isoleercellen voor vluchtelingen te beperken. Zij dringen erop aan dat vluchtelingen en migranten zonder papieren die behoren tot kwetsbare groepen, zo min mogelijk worden opgesloten. Veel ongedocumenteerden kunnen niet terugkeren naar hun land van herkomst. In 2014 stelde het Europees Comité voor Sociale Rechten dat Nederland ongedocumenteerden toegang moest geven tot gezondheidszorg, onderdak en voedsel, ter bescherming van hun menselijke waardigheid. Dat heet in de wandeling de ‘bed-bad-brood-regeling’. Vreemdelingendetentie hoort een laatste redmiddel te zijn. Ook moet de overheid terughoudend zijn met ‘1F’: een artikel uit het Vluchtelingenverdrag dat mensen uitsluit van de asielprocedure als ze worden verdacht van oorlogsmisdaden. Het is in elk geval belangrijk dat familieleden er niet onder lijden. Waar andere Europese landen nauwelijks tot geen vluchtelingen terugsturen naar Afghanistan, stuurt ons land bijna 75% van de Afghanen wel terug met alle levensgevaarlijke gevolgen van dien. Vluchtelingen uit Iran krijgen nauwelijks een status in Nederland maar worden niet verplicht uitgezet, deze groep valt tussen wal en schip, zij kunnen niet terug maar krijgen ook geen status en zijn aangewezen op een leven zonder huisvesting, medische zorg en krijgen al helemaal geen werk-vergunning. Zij worden letterlijk aan hun lot overgelaten. Lees verder onder de foto>
Bedreigingen van de privacy vormen in Nederland inmiddels een lange lijst. Een voorstel voor ‘modernisering van de wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten’, dat in 2016 aan het parlement is voorgelegd, breidt opnieuw de bevoegdheden van de staat uit. Mogelijk wordt onder meer het creëren van een ‘sleepnet’ dat massale hoeveelheden gegevens van onschuldige personen verzamelt. Nederlandse cijfers met betrekking tot telefoontaps zijn heel hoog, zelfs in vergelijking met de Verenigde Staten. De minister heeft voorgesteld om de gegevens van willekeurige automobilisten gedurende vier weken te bewaren. Bovendien heeft de regering een wetsvoorstel dat strafrechtelijke autoriteiten toestaat om in het geheim computers en mobiele telefoons te observeren en zelfs met informatie te voeden. Er moeten goede garanties komen met betrekking tot de uitwisseling van gegevens met buitenlandse inlichtingendiensten. Het College voor de Rechten van de Mens zei dat ‘de enorme impact van deze nieuwe bevoegdheden op de privacy van alle burgers, onaanvaardbaar is vanuit het perspectief van de mensenrechten.’ In 2014 heeft het Europees Hof van Justitie verklaarde dat de Europese wet op databehoud ongeldig is omdat het ontbreekt aan adequate waarborgen. De Systeem Risico Indicatie (SyRI) is een wet die van kracht is sinds 2014: een instrument dat de persoonlijke gegevens van alle burgers koppelt om fraude te voorspellen. SyRI is onevenredig, zeggen mensenrechtenorganisaties, en het gebruik ervan moet worden gestopt totdat er voldoende waarborgen zijn. De overheid moet burgers actief informeren wanneer en waarom ze worden geclassificeerd als een ‘risicogeval’.
In het Nederlandse onderwijssysteem, zegt het rapport van de NCJM, ‘krijgen leerlingen les over de vrouwelijke organen van een bloem’ maar niet over mensenrechten. Nederlandse schoolkinderen scoren relatief laag in vergelijking met hun Europese leeftijdsgenoten. Leerkrachten klagen dat ze niet de training en middelen hebben om ‘gevoelige onderwerpen’ uit de mensenrechten aan te roeren. Jaar na jaar hebben Nederlandse organisaties aangedrongen op het invoeren van mensenrechteneducatie. Dat moet integraal onderdeel worden van het lesprogramma op basisscholen en in voortgezet onderwijs. Leerkrachten moeten training krijgen voor die mensenrechteneducatie.
Discriminatie bij solliciteren, op het werk, bij zwangerschap, bij toegang tot voorzieningen
Er worden nogal eens gevallen gemeld van discriminatie op raciale gronden. Vrouwen die zwanger zijn ondervinden in grote getale achterstelling, ontslag, het niet verlengen van contracten of worden niet aangenomen bij sollicitaties. Amnesty International en HRW (Human Rights Watch) vroegen de regering eindelijk het facultatief protocol te ratificeren bij het Verdrag voor Economische, Sociale en Culturele rechten. Het protocol biedt individuele belanghebbenden de mogelijkheid om, nadat nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput, een klacht in te dienen bij het VN-Comité. In onder meer Frankrijk, Italië, Luxemburg, Finland, België, Portugal, Spanje en Slowakije kunnen burgers al wel gebruikmaken van dat individuele klachtrecht. Nederland moet ook het protocol bij het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met een Handicap aannemen. Het niet ratificeren van het facultatief protocol is geen goed signaal aan de ruim twee miljoen mensen in Nederland met een beperking.
Mensenrechtenorganisaties vragen de regering meer prioriteit te geven aan het indienen van zaken tegen bedrijven die verdacht worden van grove schendingen van de mensenrechten. Een belangrijke stap zou zijn dat de regering ofwel zorgt voor lagere proceskosten, ofwel meer rechtszekerheid biedt aan slachtoffers van schendingen van de mensenrechten waarbij Nederlandse bedrijven betrokken zijn. De bevoegdheid van rechtbanken moet zich uitstrekken tot dochterondernemingen van een moederbedrijf dat is gevestigd in Nederland, ongeacht waar die dochters zijn gevestigd.
Mensenrechtenorganisaties vragen de regering tevens om een ambtenaar op hoog niveau te benoemen die verantwoordelijk is voor de coördinatie van de binnenlandse mensenrechtenkwesties op overheidsniveau en wat andere belanghebbenden aangaat. De huidige mensenrechtenambassadeur richt zich uitsluitend op het buitenlands beleid.
Het wordt de hoogste tijd dat regering en parlement eens in de spiegel kijken in plaats van het opgeheven vingertje richting andere landen hoog te houden. Ten aanzien van de mensenrechten mag in ons land vandaag de vlag halfstok.