Laten wij de tijd van oorlog achter ons laten en een tijd van vrede binnengaan!”
Kerkhof
In zijn eerste toespraak vandaag in de hoofdstad Juba deed de Heilige Vader een dringend beroep op de verantwoordelijken in de politiek om er alles aan te doen om ervoor te zorgen dat dit jongste land van Afrika “niet ontaardt in een kerkhof”. Twee jaar na de onafhankelijkheid in 2011 stortte Zuid-Soedan zich in een vijf jaar durende burgeroorlog. De stabiliteit is tot op de dag van vandaag ver te zoeken.
President Salva Kiir Mayardit sprak de wens uit dat dit “historische bezoek” de inspanningen voor vrede en verzoening zal bevorderen. Hij herinnerde eraan hoe Paus Franciscus in 2019 de voeten van hem en zijn voormalige rivaal Riek Machar in het Vaticaan kuste om hen over te halen het vredesproces voort te zetten. Dit spectaculaire gebaar van nederigheid mag niet voor niets geweest zijn, zei Kiir.
British Empire
Paus Franciscus vergeleek de jaren na de stichting van het land met een “slechte jeugd”; de kinderen van Zuid-Soedan hebben “vaders nodig, geen meesters, stabiele ontwikkeling en vooruitgang, geen constante terugval”, aldus de Paus. Hij brengt het bezoek aan het land, dat tot 1955 deel uitmaakte van het British Empire, samen met de Anglicaanse Aartsbisschop Justin Welby van Canterbury en de moderator van de Presbyteriaanse Kerk van Schotland, Iain Greenshields.
Tijd om op te bouwen
De Pontifex drong er bij de politieke leiders op aan verantwoordelijkheid te nemen: “Toekomstige generaties zullen de herinnering aan jullie namen eren of uitwissen op basis van wat jullie nú doen”, zei Paus Franciscus. “In Gods naam,” zo smeekte hij hen, “om genoeg is genoeg te zeggen zonder mitsen en ‘maren: geen bloedvergieten meer, geen conflicten meer, geen geweld en wederzijdse beschuldigingen en verwijten meer.” Voorts zei de Paus: “Laat de mensen niet langer dorsten naar vrede”, stop met vernietigen, het is tijd om op te bouwen! Laten wij de tijd van oorlog achter ons laten en een tijd van vrede binnengaan!”
Hulporganisaties
De Paus eist ook een consequente beteugeling van de illegale wapeninvoer in Zuid-Soedan. “Er is hier veel nodig, maar zeker geen extra hulpmiddelen om te doden”, zei hij. Ook pleitte hij voor bescherming van medewerkers van hulporganisaties en voor de geestelijkheid. Het VN-coördinatiebureau voor humanitaire hulp (OCHA) beschouwt Zuid-Soedan als “een van de gevaarlijkste plekken ter wereld voor hulpverleners”. Sinds het begin van de burgeroorlog in 2013 zijn daar 141 ontwikkelingswerkers om het leven gekomen, voornamelijk lokale werknemers.
