De toezeggingen werden gedaan tijdens de Conference on Violence against Children, een bijeenkomst in Bogotá die werd georganiseerd door de regeringen van Colombia en Zweden, samen met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en Unicef.

De deelnemende landen zijn er overeengekomen om kinderen beter te beschermen tegen alle vormen van geweld – inclusief huiselijk geweld, pesten, uitbuiting en misbruik.

De concrete beloftes verschillen vooralsnog sterk van land tot land. Zo beloven sommige naties om pesten strenger aan te pakken, terwijl andere landen meer willen investeren in opvoedingsondersteuning – een van de meest effectieve maatregelen om het risico op geweld binnen gezinnen te verminderen.

Meer veiligheid thuis, op school en online

Acht landen – Burundi, Tsjechië, Gambia, Kirgizië, Panama, Sri Lanka, Oeganda en Tadzjikistan – beloven wetgeving tegen lijfstraffen, zowel thuis als op school. Ook Nigeria zegt z’n wetten daartoe aan te passen, maar enkel op school.

Mozambique belooft werk te maken van huis-aan-huisbezoeken bij kwetsbare gezinnen en infosessies voor ouders op school. De Solomon-eilanden trekken de minimum huwbare leeftijd op van vijftien naar achttien jaar; Spanje en Zuid-Afrika zetten dan weer in op meer veiligheid in de digitale omgeving en Tanzania organiseert een steunpunt voor kinderen tegen geweld in alle 25.000 scholen in het land.

“Hoewel geweld in hoge mate te voorkomen is, blijft het een afschuwelijke dagelijkse realiteit voor miljoenen kinderen over de hele wereld”, zegt Tedros Adhanom Ghebreyesus, directeur-generaal van de WHO. “Geweld laat littekens achter die generaties overspannen.”

Miljard kinderen gepest, geslagen of misbruikt

Landen die de toezegging mee ondertekenen hebben zelf aangevinkt in welke van verschillende domeinen ze inspanningen beloven te leveren. Dat kan gaan van een toename van steunmaatregelen voor gezinnen of het optrekken van de minimumleeftijd voor huwen, tot het veiliger maken van scholen en het aanpakken van incest of online misbruik. “Deze acties zullen van fundamenteel belang zijn om kinderen te beschermen tegen blijvende schade en een slechte gezondheid”, zegt Ghebreyesus.

Elk van de deelnemende landen hebben minstens één of meerdere van de in totaal twaalf domeinen aangevinkt die actie vereisen om kinderen meer bescherming te bieden.

Meer dan de helft van alle kinderen wereldwijd – ongeveer 1 miljard – heeft te maken met één of andere vorm van geweld zoals kindermishandeling (waaronder lijfstraffen, de meest voorkomende vorm van geweld bij kinderen), pesten, fysiek of emotioneel misbruik en seksueel geweld, wordt geschat.

Elke 13 minuten sterft een kind of jongere als gevolg van buitensporig geweld, voor anderen heeft het verwoestende en levenslange gevolgen, zoals angst en depressie, risicogedrag,  drugsmisbruik en verminderde schoolprestaties.

Achter gesloten deuren

Volgens de WHO leven negen op de tien kinderen nog steeds in landen waar lijfstraffen of zelfs seksueel misbruik en seksuele uitbuiting niet bij wet verboden zijn.

Geweld tegen kinderen is meestal verborgen omdat het achter gesloten deuren gebeurt en zelden wordt gerapporteerd. De WHO schat dat minder dan de helft van de getroffen kinderen aan iemand vertelt dat ze geweld hebben meegemaakt en dat minder dan 10 procent hulp krijgt.

Om gewelddadige situaties binnen gezinnen en families te helpen voorkomen, is de sociale en gezondheidssector een cruciale partner. Naast opvoedingsondersteuning kan die helpen om ouders te leren om in plaats van ‘de ijzeren hand’ te hanteren, aan een positieve relatie met hun kinderen te werken.

Ook scholen spelen een belangrijke rol om sociale vaardigheden van kinderen te versterken en aan preventie te doen om pesten te voorkomen. Ten slotte hebben overheden de bevoegdheid om wetten te maken die geweld tegen kinderen verbieden en onderliggende risicofactoren zoals de toegang tot alcohol en wapens te beperken.

Uit onderzoek is gebleken dat landen die deze strategieën effectief toepassen het geweld tegen kinderen met 20 tot 50 procent kunnen verminderen.