Sterfte in april vooral bij Wlz-zorggebruikers hoger dan verwacht
De sterfte bij mensen die zorg ontvingen in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz), zoals bewoners van verpleeghuizen en gehandicaptenzorginstellingen, bleef op basis van de schatting in week 18 ongeveer gelijk aan het aantal overledenen in de week ervoor. De sterfte onder de overige bevolking nam iets af. Er overleden ongeveer 1 200 Wlz-zorggebruikers (150 meer dan verwacht) en 1 800 mensen van de overige bevolking (ongeveer gelijk aan verwacht).
In april overleden bijna 1 150 meer Wlz-zorggebruikers dan verwacht voor die maand. In drie weken was er oversterfte. De sterfte onder de overige bevolking was in april ongeveer 700 hoger dan de verwachte sterfte. In twee weken was er net sprake van oversterfte.
Hogere sterfte in april vooral bij 65-plussers
De sterfte onder 80-plussers nam in week 18 verder af: er overleden naar schatting iets minder dan 1 700 mensen van 80 jaar of ouder. Dat zijn er iets meer dan verwacht voor deze periode. In april overleden bijna 1 300 meer 80-plussers dan verwacht voor die maand. In vier van de vijf weken van april was er oversterfte.
Onder mensen van 65 tot 80 jaar overleden in week 18 naar schatting 950 mensen, ruim 50 meer dan verwacht. Volgens de schatting is er net geen sprake van oversterfte. In heel april overleden ruim 400 meer mensen van 65 tot 80 jaar dan verwacht, in twee weken was er oversterfte.
Onder mensen jonger dan 65 jaar was de sterfte in week 18 naar schatting 400, ongeveer evenveel als verwacht. Voor deze leeftijdsgroep was de sterfte in april ongeveer 150 meer dan de verwachte sterfte voor die maand, met in twee weken oversterfte.