In week 43 registreerde het RIVM 88 overleden COVID-19-patiënten (stand 2 november), twee tot vier keer zo veel als het gemelde wekelijkse aantal in september en begin oktober.
Sterfte bij Wlz-zorggebruikers toegenomen
In oktober lag de wekelijkse sterfte zowel voor mensen die zorg ontvingen in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz) als voor de overige bevolking boven de verwachte sterfte. Er overleden ongeveer 600 Wlz-zorggebruikers en ruim 650 niet-Wlz-zorggebruikers meer dan verwacht voor deze periode.
De schatting van week 43 ligt bij Wlz-zorggebruikers en de overige bevolking ruim boven verwacht en er is oversterfte. Er overleden in week 43 ongeveer 1 300 Wlz-zorggebruikers, zoals bewoners van verpleeghuizen en gehandicaptenzorginstellingen. Sinds eind februari 2021 is dit aantal niet meer zo hoog geweest. In de overige bevolking overleden ruim 2 050 mensen.
Vooral toename sterfte onder 80-plussers
De wekelijkse sterfte onder 80-plussers was in oktober hoger dan de verwachte sterfte, met in totaal ongeveer 700 meer sterfgevallen. In week 43 overleden naar schatting ruim 1 850 mensen van 80 jaar of ouder, bijna 300 meer dan de verwachte sterfte voor die week, er was oversterfte. Sinds juli ligt de sterfte in deze leeftijdsgroep boven de verwachte sterfte. Zowel begin als eind september (week 36 en 39) en eind oktober (week 42 en 43) was er oversterfte.
Ook onder 65- tot 80-jarigen was de wekelijkse sterfte in oktober hoger dan verwacht. In de afgelopen vier weken overleden ongeveer 400 mensen meer dan verwacht. In week 43 overleden naar schatting bijna 1 050 mensen van 65 tot 80 jaar, bijna 150 meer dan verwacht, er was oversterfte. Begin juni (week 22 en 23) was er ook oversterfte in deze leeftijdsgroep. Daarna nam de sterfte af, maar steeg weer vanaf begin juli (week 26). Vanaf de laatste week van juli (week 30) was er in de helft van de weken oversterfte. In oktober was er in drie van de vier weken oversterfte.
Onder mensen jonger dan 65 jaar was de wekelijkse sterfte in oktober iets hoger dan verwacht, met in totaal ongeveer 150 meer sterfgevallen. In week 43 overleden naar schatting 450 mensen jonger dan 65 jaar, ongeveer 50 meer dan verwacht, er was oversterfte. In deze leeftijdsgroep was er eind augustus en begin september (week 34 tot en met 36) eveneens oversterfte.
Sterfte aan COVID-19 tot en met juni bekend
De cijfers over de (over)sterfte zijn gebaseerd op de dagelijkse berichten over het aantal overledenen die het CBS dagelijks ontvangt. Deze berichten bevatten geen informatie over de doodsoorzaak. Die informatie ontvangt het CBS later via een doodsoorzakenverklaring. Voor alle overledenen tot en met juni 2021 is de doodsoorzaak bekend. Volgens deze cijfers overleden 31 384 mensen aan COVID-19 van maart 2020 tot en met juni 2021, zoals het CBS op 4 november publiceerde.
Informatiebronnen RIVM
Het RIVM heeft tot nu toe 18 440 overleden COVID-19-patiënten geregistreerd, waarvan 17 766 tot en met juni 2021 (stand 2 november 2021). Het RIVM ontvangt dagelijks meldingen van overleden COVID-19-patiënten vanuit de GGD’s. Omdat mogelijk niet alle mensen met COVID-19 zich laten testen, er geen meldingsplicht geldt voor overlijden aan COVID-19 en de registratie soms wat langer duurt, zijn de werkelijke aantallen overleden COVID-19 patiënten in Nederland hoger.