Het gaat om Ethiopiërs die een ouder, kind, broer of zus in Israël hebben. Zij mogen dan hun partners, minderjarige kinderen en ongetrouwde volwassen kinderen meenemen. Ook mensen van wie de ouders naar Israël emigreerden en daar overleden, zijn welkom.
De mensen die mogen overkomen staan in Ethiopië bekend als Falash Mura. Het zijn afstammelingen van Ethiopische Joden die zich in de loop der eeuwen tot het christendom bekeerden, vaak onder dwang van de keizers.
Hoewel veel van hen het Joodse geloof belijden, ziet Israël hen op grond van orthodox-religieuze voorschriften niet als Joden. Daarom komen zij niet zomaar in aanmerking voor immigratie. Op grond van de regels voor gezinshereniging zijn zij nu toch welkom in Israël.
Sinds de jaren 80 zijn al verschillende operaties uitgevoerd, waarbij tienduizenden Ethiopische Joden naar Israël zijn gebracht. In 2020 gaf de Israëlische regering groen licht voor de immigratie van 2000 Ethiopiërs.
Oorlog en geweld in Ethiopië
“Vandaag maken wij een einde aan langdurend onrecht”, zei de Israëlische Minister van Immigratie Pnina Tamano-Shata, zelf een Ethiopische immigrant. “Dit is een belangrijke beslissing voor de Ethiopische gemeenschap in Israël en hun families.”
Een van de redenen voor het nieuwste besluit is het opgelaaide geweld en de hongersnood in Ethiopië. Bij gevechten tussen het regeringsleger en rebellen zijn het afgelopen jaar duizenden mensen om het leven gekomen. Daarbij hebben alle partijen zich volgens de VN en de Ethiopische mensenrechtencommissie schuldig gemaakt aan (oorlogs)misdaden. In Israël wonen zo’n 140.000 Ethiopische Joden, die het vaak niet makkelijk hebben. Zij worden gediscrimineerd en kunnen vaak alleen werk vinden in het leger of als zelfstandige.