- Conflict startte op 26 maart 2015
- Ondervoeding treft meer dan 18 miljoen mensen
- Geen hoop op permanent staakt-het-vuren
-Brussel- De oorlog in Jemen gaat zijn tiende jaar in, maar een gebrek aan interesse van de internationale gemeenschap maakt de crisis in het straatarme land compleet. Ondervoeding treft meer dan 18 miljoen mensen, waarschuwt de Noorse Vluchtelingenraad.
Extreme armoede, militaire escalaties en amper genoeg humanitaire hulp treffen Jemen zwaar. Aan de vooravond van de negende verjaardag van het conflict dat startte op 26 maart 2015, waarschuwt de Noorse Vluchtelingenraad (NRC) voor een chronische ondervoedingscrisis die meer dan 18 miljoen mensen treft – meer dan de helft van de Jemenitische bevolking.
Vijf miljoen kinderen en 2,7 miljoen zwangere vrouwen en moeders die borstvoeding geven zijn acuut ondervoed. Lees verder onder de afbeelding>
Amper geld voor hulp
De nodige humanitaire hulp in 2023 werd voor minder dan 40 procent gefinancierd, het laagste percentage dat sinds het begin van het conflict door donoren is toegezegd, zegt de NRC. Het patroon zet zich ook dit jaar door, want tot op heden is nog maar 10 procent van de nodige middelen gevonden.
Gezinnen die eerder op voedselpakketten konden rekenen, vallen nu in veel gevallen zonder eten. Sommige mensen meldden aan hulpverleners dat ze huisraad verkochten of voortdurend moesten lenen om aan eten te komen.
Rode Zee
De wapenstilstand van bijna twee jaar geleden bood even een sprankel hoop op vrede en langdurige stabiliteit, maar oplopende spanningen en militaire aanvallen dreigen het vredesproces weer te doen ontsporen.
Volgens de NRC is er geen hoop op een blijvend staakt-het-vuren zonder een snelle de-escalatie in de Rode Zee en opschorting van de militaire aanvallen onder leiding van het VK en de VS in Jemen.
“We blijven ons inzetten om de meest kwetsbare mensen in Jemen te steunen”, zegt Angelita Caredda, directeur NRC voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika. “De internationale gemeenschap en alle partijen moeten aandringen op een de-escalatie van het geweld en zich inzetten voor steun aan de verwaarloosde bevolking”, aldus Caredda.