Jusititie Duitsland: Onderzoek tegen Benedictus XVI gaat gewoon door

Leestijd: 4 minuten
[su_heading]Maandag 2 januari 2023 – 17:12 uur – Bron: Redactie kerk/KNA/ARD – Beeld: Publiek domein[/su_heading]
 -München- De rechtszaak van een slachtoffer van misbruik tegen wijlen Paus Benedictus XVI wordt niet stopgezet. Volgens de rechtbank in het Duitse Traunstein zullen de erfgenamen van Benedictus zijn plaats innemen. De civiele procedure is bedoeld om duidelijkheid te verschaffen over de schuldvraag en de daaruit voorvloeiende betaling van een schadevergoeding. Zo blijkt uit een mededeling van de persofficier van de rechtbank. Lees verder onder de reclame>

 

Nog voor Kerstmis, dus vóór de dood van Benedictus, zei een woordvoerder van de rechtbank tegen het Katholieke persagentschap KNA: “Aangezien wij niet het ‘Laatste Oordeel’ zijn, zou de procedure met betrekking tot hem dan afgelopen zijn.” Als gevolg hiervan meldden verschillende media ten onrechte dat de rechtszaak niet meer ‘op de rol’ zou staan.

Volgens het Duits Burgerlijk Wetboek zou de procedure normaal gesproken moeten worden onderbroken of stopgezet na het overlijden van de aangeklaagde. Omdat de inmiddels overleden Benedictus zich echter laat vertegenwoordigen door een wettelijk vertegenwoordiger is dat volgens de brief van de rechtbank niet het geval. De erfgenamen van de overledene nemen nu de plaats van de overledene in. Het is nog niet duidelijk wie de erfgenamen van Benedictus zijn. Dit wordt momenteel onderzocht door de afdeling erfrechtspraak van de arrondissementsrechtbank in Traunstein. Dus het proces gaat door. De wettelijk vertegenwoordiger heeft echter de mogelijkheid om een ​​onderbreking of stopzetting van de procedure te vragen, totdat duidelijk is wie de erfgenamen van de overleden Paus zijn, aldus rechtbankwoordvoerster Andrea Tietz: “Ik kan nog niet zeggen of een dergelijk verzoek zal worden gedaan”.

Verjaard

Het misbruik kan niet meer strafrechtelijk worden vervolgd omdat de feiten allang zijn verjaard. Civielrechtelijk gaat de rechtbank zich nu buigen over de vraag of andere verantwoordelijken in het Bisdom (mede)verantwoordelijk zijn in de zaak.

De civiele rechtszaak is niet alleen gericht tegen de Emeritus Paus Benedictus, maar ook tegen de voormalige Aartsbisschop van München, Kardinaal Friedrich Wetter, en de vermeende dader, de in de lekenstand teruggezette Priester Peter H. De procedure zou gaan over de vordering tot schadevergoeding voor het slachtoffer Andreas Perr. In juni 2022 diende Perr een aanklacht in tegen Peter H. bij de rechtbank van Traunstein.

Emeritus Paus Benedictus XVI verklaarde bereid te zijn zich te verdedigen

Schadevergoeding

Perr hoopt dat de rechtbank oordeelt dat Pater Peter H. hem sexueel heeft misbuikt en dat er een schadevergoeding zal worden toegewezen. In december stelde de rechtbank 28 maart 2023 voor als eerste zittingsdatum. Alle partijen dienen uiterlijk half januari te laten weten of zij dan de stukken op orde hebben voor de zitting, Perr laat zich bijstaan door een advocaat uit Berlijn. Emeritus Paus Benedictus XVI verklaarde bereid te zijn zich te verdedigen.

In de misbruikzaak binnen het Aartsbisdom München en Freising speelt voormalig Priester Peter H. een centrale rol: Peter H. zou in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw, meerdere minderjarige jongens hebben misbruikt op diverse locaties in het Aartsbisdom München, onder wie aanklager Andreas Perr. In het daaruit voorvloeiende misbruikrapport  werd Joseph Ratzinger begin 2022 beschuldigd van ernstige nalatigheid.

Cruciale vergadering

De leiding van het Aartsbisdom rond de toenmalige Aartsbisschop Kardinaal Joseph Ratzinger en latere Paus Benedictus XVI had de pedofiele Priester in 1980 toegelaten tot het Aartsbisdom. Hij kreeg opnieuw een functie in de pastorale zorg, waardoor hij wederom met jongeren kon omgaan – hoewel van H. bekend was dat hij voorheen jongens sexueel misbruikt had in het Bisdom Essen. In 1986 veroordeelde de rechtbank in Ebersberg hem voor meervoudig seksueel misbruik. Benedictus ontkende aanvankelijk aanwezig te zijn geweest bij de cruciale vergadering van het Ordinariaat, die ging over de toelating van Peter H. tot het Aartsbisdom München-Freising- hoewel hij in de notulen wel als aanwezige werd genoemd. Kort daarna corrigeerde Benedictus zijn verklaring: de fout was het “resultaat van een fout bij het redigeren van zijn verklaring”.

“In tegenstelling tot zijn Heilig verklaarde voorganger Johannes Paulus II erkende Joseph Ratzinger dat sexueel misbruik in de Kerk een dramatisch probleem is.”

Tegen overhaaste oordelen over de omgang van wijlen Paus Benedictus XVI bij gevallen van sexueel misbruik, waarschuwt de kerkjurist Thomas Schüller: “Historici zullen pas over 60 jaar een betrouwbare inschatting kunnen maken, wanneer de dossiers van de Congregatie voor de Geloofsleer, uit zijn ambtstermijn, toegankelijk zijn, “zegt Schüller in de Kölnische Rundschau. Maar hij benadrukt: “In tegenstelling tot zijn Heilig verklaarde voorganger Johannes Paulus II erkende Joseph Ratzinger dat sexueel misbruik in de Kerk een dramatisch probleem is.”

Als Prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer wist Kardinaal Joseph Ratzinger Paus Johannes Paulus II ervan te overtuigen dat dergelijke misdaden zo veelvoorkomend zijn, dat deze centraal in Rome moesten worden onderzocht. “Maar ik begrijp heel goed dat vanuit het oogpunt van de slachtoffers van seksueel geweld niets van wat er tussen 1980 en nu is gebeurd, voldoende is”, zegt Schüller.