De drie etnische groeperingen – Bosniaken, Serven en Kroaten – hebben weliswaar op papier gelijke rechten; interne spanningen en buitenlandse invloeden zorgen echter voor grote verdeeldheid, zegt de hulporganisatie in Geneve. De Islamitische Bosniërs oriënteren zich toenemend op de Islamitische wereld; de meerderheid bestaande uit Orthodoxe Serven zoeken steun in Russland, terwijl de Katholieke Kroaten, de kleinste van de drie etnische groepen, de West-Europese buren opzoeken.
Plunderingen en verkrachtingen
Tot op de dag van vandaag zijn vele, in de oorlog vernielde Kroatische dorpen, onbewoond. Buitenlandse huurlingen brachten een radicale Islamistische ideologie en brutaliteit tegen de Katholieke Kroaten in het land, zo Kerk in Nood. Deze extremisten leven vooral in de voorsteden van de grotere steden. Ook toen de Kroaten na het officiële einde van de oorlog begonnen, terug te keren naar hun woonplaatsen, vielen zij nog steeds ten prooi aan terroristische Islamieten die plunderend en verkrachtend rond trokken.
Katholieken die zijn teruggekeerd worden in het civiele en religieuze leven nog steeds gediscrimineerd. Terwijl de Islamitische gemeenten hun bezit na het einde van de oorlog terug kregen, zijn tot nu toe talrijke kerkelijke (Katholieke) bezittingen nog steeds niet aan de rechtmatige eigenaren teruggegeven, aldus het rapport. Ook duidelijke uitspraken van het Europese Hof voor de Mensenrechten hebben daar geen verandering in aan kunnen brengen.
Wantrouwen tegenover de rechtsstaat en hoge werkloosheid van deels meer dan 50 procent zijn volgens Kerk in Nood maatgevend voor de grote emigratie van jonge Katholieke Kroaten. Volgens opgave van Sarajevo’s Kardinaal Vinko Puljic verlaten jaarlijks tot 10.000 Katholieken Bosnië en Herzegowina. De hoofdstad was voor de oorlog het thuis van 35.000 Kroaten; heden-ten-dage is dit aantal gehalveerd. Aan de andere kant is het aantal immigranten uit Turkije en de Golfstaten in de afgelopen tien jaar rapide gestegen. Er is een merkbare radicalisering onder de Moslims.