- Keniaanse ministerie van Volksgezondheid wil toegang tot moderne voorbehoedsmiddelen verbeteren
- Moedersterfte nog torenhoog in het land
- Experts zeggen dat naast gezondheidswerkers moet ingezet worden op lokale leiders om mythes rond anticonceptie te doorbreken
Het programma is gericht op vier districten – Isiolo, Makueni, Kwale en Kakamega – omdat het moedersterftecijfer hier torenhoog is en hooguit één op de drie gezinnen er een beroep doet op een vorm van gezinsplanning. Daarom heeft het Keniaanse ministerie van Volksgezondheid beslist om de toegang tot moderne voorbehoedsmiddelen te verbeteren. Concreet richt het programma zich op vrouwen die net zijn bevallen, een abortus of een miskraam hebben gehad.
Volgens het ministerie was er tot nu te weinig expertise en werden er onvoldoende financiële inspanningen gedaan om gezinsplanning in deze gebieden aan te bieden.
Het moedersterftecijfer is in deze vier regio’s, maar ook op andere plekken in Kenia een enorm probleem: 15 van de 47 districten in het land zijn verantwoordelijk voor 98,7 procent van alle sterfgevallen onder jonge moeders.
Typisch voor de provincies waar veel vrouwen sterven in het kraambed of door complicaties tijdens de zwangerschap, zijn problemen zoals armoede, onveiligheid, een ontoereikende infrastructuur en achtergestelde gemeenschappen. Dit alles heeft een nefaste invloed op de gezondheid van moeders en pasgeborenen.
Geboortespreiding
Dennis Miskella is een gynaecoloog in de centraal gelegen regio Embu County in Kenia. Hij weet hoe belangrijk het is dat vrouwen in Afrika toegang hebben tot voorbehoedsmiddelen om te zorgen voor een goede spreiding tussen hun zwangerschappen.
“Anticonceptiemiddelen zijn cruciaal voor vrouwen om weloverwogen keuzes te kunnen maken over wanneer ze een kind willen”, zegt Miskella. “Soms laten vrouwen een abortus doen maar lopen ze veel kans om opnieuw snel zwanger te worden. Toegang tot voorbehoedsmiddelen is dus nodig om onbedoelde zwangerschappen te voorkomen en moedersterfte te verminderen”.
Hij benadrukt dat goede begeleiding en opvolging even noodzakelijk zijn. “Het lichaam van elke vrouw reageert anders op anticonceptiemiddelen, dus begeleiding door gezondheidswerkers is noodzakelijk bij de keuze van de meest effectieve methode voor de individuele behoeften van elke vrouw”, zegt hij.
Gezinsplanning
Kenia heeft als doel om tegen 2030 het gebruik van anticonceptiemiddelen door getrouwde vrouwen te verhogen van 58 naar 64 procent.
Studies hebben immers aangetoond dat gezinsplanning het aantal sterfgevallen onder moeders aanzienlijk kan verminderen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) raadt aan om zwangerschappen minstens twee jaar te spreiden om het lichaam van de vrouw de kans te geven zich volledig te herstellen en het risico op complicaties bij toekomstige zwangerschappen te verminderen.
Deskundigen stellen echter dat er nog meer nodig is dan enkel het verstrekken van voorbehoedsmiddelen.
“Er zijn ook middelen nodig om gezondheidswerkers op te leiden zodat ze gerichte en informatieve counseling kunnen geven aan moeders en koppels over de beschikbare anticonceptiemogelijkheden”, zegt gezondheidsexpert Njeri Nyamu, directeur van de organisatie Accelerating Post-Pregnancy Family Planning Integration into Public Health Care.
Zijn organisatie werkt samen met de Keniaanse overheid om personeel op te leiden in een breed scala aan gezinsplanningsmethoden.
Culturele hervorming
Volgens Nyamu zijn er naast de effectieve invoering van gezinsplanning ook instanties nodig die helpen de culturele normen aan te pakken die mensen ervan weerhouden om zonder schroom aan geboortespreiding te doen.
Gezondheidswerkers zullen worden getraind in het verstrekken van advies aan moeders en koppels over anticonceptiemogelijkheden, terwijl de plaatselijke leiders van gemeenschappen zullen worden ingeschakeld om culturele waarden alsook mythen die soms nog leven aan te pakken.
“Dit is geen zaak van gezondheidswerkers alleen”, voegt Nyamu eraan toe. “Het is ook nodig om sociaal-culturele gebruiken, mythen en misvattingen over anticonceptie en gezinsplanning aan te pakken want die hebben nog al te vaak een negatieve invloed op gezinnen. Daarvoor is het noodzakelijk om goed samen te werken met de leiders in de gemeenschappen.”