-Heerlen/Utrecht- In het eerste kwartaal van 2023 is de werkloosheid licht afgenomen en het aantal banen opnieuw toegenomen. Er waren 2 duizend werklozen minder dan een kwartaal eerder en er kwamen 63 duizend banen bij. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het om tijdelijke banen gaat in met name landbouw en horeca vanwege het zomerseizoen.
Daarmee blijft de spanning op de arbeidsmarkt hoog, maar neemt wel gestaag af. Met name voor de slecht betalende sectoren zoals tuinbouw, horeca, callcenters en winkels is de vraag naar personeel hoog vanwege het grote verloop.
Stabilisatie aantal vacatures
Eind maart stonden er 437 duizend vacatures open, net zoveel als aan het einde van het vierde kwartaal. Deze stabilisatie volgt op twee kwartalen van daling.
Net als in voorgaande kwartalen stonden de meeste vacatures open in de handel (85 duizend), de zakelijke dienstverlening (71 duizend) en de zorg (67 duizend). Gezamenlijk zijn deze drie bedrijfstakken goed voor de helft van alle openstaande vacatures.
Minder banen bij uitzendbureaus
Bij de uitzendbureaus waren in het eerste kwartaal 7 duizend banen minder dan in het voorgaande kwartaal, een daling van 0,9 procent. In het vierde kwartaal van 2022 daalde het aantal banen in de uitzendbranche met 4 duizend (-0,5 procent).
Minder uren gewerkt
Werknemers en zelfstandigen werkten in het eerste kwartaal van 2023 in totaal ruim 3,6 miljard uur. Dat is, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden, 0,4 procent minder dan een kwartaal eerder.
Meer werknemers met een flexibele arbeidsrelatie
In het eerste kwartaal van 2023 waren er 2,8 miljoen werknemers met een flexibele arbeidsrelatie. Dat zijn er 64 duizend meer dan een kwartaal eerder. Daarmee is het aantal flexwerknemers terug op het niveau van het tweede kwartaal van 2022, voordat een flinke daling inzette. Toch zijn er niet zoveel werknemers met een flexcontract als voor de coronacrisis.
Het aantal werknemers met een vaste arbeidsrelatie is in het eerste kwartaal van 2023 een fractie afgenomen, en bedroeg 5,4 miljoen. Het aantal zelfstandigen kromp met 17 duizend, en kwam uit op 1,6 miljoen. Deze afname betrof vooral zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers).
Meer mensen op zoek naar werk in het eerste kwartaal
Aan de ene kant daalde de werkloosheid doordat meer werklozen werk vonden dan er werkenden werkloos raakten. Hierdoor liep de werkloosheid in het afgelopen kwartaal terug met 40 duizend. De daling van de werkloosheid werd gedempt doordat meer mensen zonder direct resultaat op zoek gingen naar werk (van niet-beroepsbevolking naar werkloos) dan er mensen stopten met zoeken en/of niet beschikbaar waren (van werkloos naar niet-beroepsbevolking). Per saldo was er daardoor in het eerste kwartaal een toestroom van 38 duizend werklozen vanuit de niet-beroepsbevolking; dit is meer dan een kwartaal eerder Bij elkaar resulteerden de verschillende stromen in een lichte daling van het aantal werklozen met 2 duizend.
Aantal langdurig werklozen vrijwel gelijk
Het aantal langdurig werklozen, degenen die al een jaar of langer op zoek zijn naar werk, bedroeg 66 duizend in het eerste kwartaal van 2023. Dat zijn er iets minder dan een kwartaal eerder, toen het er 67 duizend waren. Het aantal werklozen die korter dan een jaar zonder werk zitten bedroeg in het eerste kwartaal 291 duizend, tegen 292 duizend een kwartaal eerder. Het percentage van alle werklozen die een jaar of langer op zoek zijn naar werk kwam hiermee uit op 18.
Onbenut arbeidspotentieel iets toegenomen
De werkloosheidscijfers omvatten niet alle mensen zonder werk die recent naar werk hebben gezocht of die direct zouden kunnen beginnen. Bovendien blijven deeltijdwerkers die meer uren willen werken buiten beschouwing. Het CBS brengt de omvang en samenstelling van deze deelgroepen van het zogenoemde onbenut arbeidspotentieel in kaart. In het eerste kwartaal van 2023 bestond het onbenut arbeidspotentieel uit 1,2 miljoen mensen, 10 duizend meer dan een kwartaal eerder.