Op 13 maart kondigde de Nederlandse overheid een (tijdelijk) verbod af op passagiersvluchten uit de risicogebieden Italië, China, Zuid-Korea en Iran. Een dag later werden passagiersvluchten van en naar Caribisch Nederland (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba) gecanceld. Ook werd aangeraden om alleen noodzakelijke reizen te maken. Meteen na deze afkondiging daalde in week 12 het aantal luchtvaartpassagiers van en naar Nederland met ruim 57 procent tot 385,1 duizend. De weken daarna daalde het aantal passagiers verder, met als laagterecord 24,6 duizend passagiers in week 16, half april. In week 16 een jaar eerder waren dit 1,6 miljoen passagiers.
In het begin van juni werden er versoepelingen aangekondigd, waardoor reizen van en naar twaalf landen binnen de Europese Unie en Caribisch Nederland vanaf 15 juni weer mogelijk werd. In week 25 (15 tot en met 21 juni) kwam het aantal reizigers van en naar Nederlandse luchthavens voor het eerst weer boven de 100 duizend. De eerste helft van augustus 2020 ( (week 32 en 33) was de drukste periode op de vijf nationale luchthavens sinds maart, met gemiddeld bijna 550 duizend luchtvaartpassagiers per week. In 2019 werden in week 31 en 32 de meeste passagiers afgehandeld, 1,8 miljoen passagiers per week.
Op 14 december 2020 werden weer strengere maatregelen ingevoerd. In januari en februari 2021 daalde het aantal passagiers tijdelijk. In de laatste week van maart 2021 reisden 173 duizend passagiers via de nationale luchthavens, hierdoor maakte bijna 39 procent meer passagiers gebruik van de nationale luchthavens dan een jaar eerder, tijdens de eerste lockdown.
Vrachtvervoer werd minder geraakt
De coronamaatregelen hebben minder effect gehad op de hoeveelheid goederen die door de lucht zijn vervoerd. Werden er in de eerste maanden van de coronacrisis vanwege vliegbeperkingen minder goederen door de lucht vervoerd, vanaf eind september 2020 werd meer luchtvracht vervoerd dan in de vergelijkbare weken een jaar eerder. In het vierde kwartaal van 2020 werd 457 duizend ton goederen door de lucht vervoerd, 4,7 procent meer dan in het vierde kwartaal van 2019.
Bestemmingen in coronajaar nauwelijks veranderd
Van de 81,2 miljoen luchtvaartpassagiers die in de periode van maart 2019 tot en met februari 2020 gebruik maakten van de vijf nationale luchthavens, had 73,4 procent een bestemming of herkomst binnen Europa. Van maart 2020 tot en met februari 2021 reisden 76,8 procent van de 14,1 miljoen passagiers binnen Europa.
Van de luchtvaartpassagiers reisde 13,9 procent van maart 2019 tot en met februari 2020 van en naar het Verenigd Koninkrijk. Van en naar Spanje reisde 10,8 procent van alle luchtvaartpassagiers. In dezelfde periode een jaar later wisselden Spanje en Verenigd Koninkrijk van plaats met respectievelijk 10,7 procent en 9,0 procent van het totaal aantal vervoerde passagiers. China wordt gezien als een van de eerste coronabrandhaarden. In de periode maart 2019 tot en met februari 2020 vlogen 1,3 miljoen passagiers tussen Nederland en China, 1,6 procent van alle luchtvaartreizigers. Van maart 2020 tot en met februari 2021 waren dat er 103 duizend, 0,7 procent van alle passagiers.
Minder kerosine, minder uitstoot
Het aantal vliegtuigbewegingen nam af van 566 duizend vluchten in 2019 tot 258 duizend vluchten in 2020, een daling van ruim 54 procent. Hierdoor was er in 2020 minder behoefte aan vliegtuigbrandstof. Werd er in 2019 in Nederland nog 3,9 miljard kilogram kerosine getankt, een jaar later was dat 2,2 miljard kilogram, een afname van bijna 44 procent.
Door de afname van het aantal vluchten daalde de CO2-uitstoot in de luchtvaart met ruim 49 procent tot 5,8 miljard kilogram. Dit is alleen de CO2-uitstoot van alle vluchten door vliegtuigen behorende tot de Nederlandse luchtvloot.