Machtmisbruik en uitbuiting: Vrouwen doen aangifte tegen Opus Dei

Leestijd: 3 minuten
[su_heading size=”11″ margin=”30″]Woensdag 13 oktober 2021 19:02 – Bron: Redactie kerk/ADN/VN – Beeld: PB[/su_heading]
 -Vaticaanstad- 42 vrouwen uit Latijns-Amerika hebben tegen de persooneelsafdeling van het Opus Dei bij de Vaticaanse Congregatie voor de Geloofsleer  wegens machtsmisbruik en uitbuiting aangeklaagd.

De vrouwen uit Argentinië, Bolivia, Paraguay en Uruguay verklaren in een brief die het Vaticaan begin september ontving dat zij tussen 1974 en 2015 onvrijwillige en onbetaalde huishoudelijke taken hadden in de faciliteiten van het Opus Dei, zo meldt het Argentijnse online medium “elDiarioAR”.

De toen 12- tot 16-jarige meisjes en hun families kregen de verzekering dat zij een opleiding in huishoudelijke taken zouden krijgen, vervolgt de brief. Aanvankelijk was er geen sprake van een religieuze roeping of lidmaatschap van het Opus Dei met betrekking tot de jonge vrouwen, die veelal uit probleemgezinnen kwamen. In het 30 pagina’s tellende rapport aan de Congregatie voor de Geloofsleer beschrijven de betrokkenen dat de regionale leiders van de gemeenschap van deze daden op de hoogte waren. Veel vrouwen werden rechtstreeks naar de faciliteiten van het Opus Dei gestuurd, sommigen ook naar een huishoudschool in Ramallo, 220 kilometer van de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires. De faciliteit stond daar bekend onder de naam ‘School van de schoonmaaksters van het Opus Dei’.

Volgens hun eigen verklaringen werden de meisjes ertoe gebracht hun werk te zien als een ‘roeping om te dienen’. Zij kregen niet betaald voor hun diensten, aangezien het Opus Dei hun loon zou hebben verrekend met de kosten van huisvesting en opleiding. Het werk vond plaats zonder enige vorm van sociale zekerheid en zonder vaste vrije tijd of vacanties. Volgens het rapport bestond een werkdag uit meer dan twaalf uur per dag, met slechts korte pauzes. De laaggeletterde meisjes waren bang voor de hel als zij niet de ‘wil van God’ zouden opvolgen, een wil die bestond uit hard en langdurig werken. Het Opus Dei zou hun ‘echte familie’ voortaan zijn, zo werd hen voorgehouden, waarbuiten zij niet gelukkig zouden kunnen zijn.

De meerderheid van de vrouwen, nu tussen de 40 en 60 jaar, werkte al een decennium of twee voor het Opus Dei, sommigen nog langer. Al in mei was al een groep van hen bijeengekomen en beschuldigden de personeelsprelatuur van uitbuiting. Nadat de gemeenschap niet reageerde, namen zij contact op met de Nuntius in Argentinië, die hen adviseerde contact op te nemen met Paus Franciscus. Nadat zij geen antwoord kregen van de Pontifex, wendden de vrouwen zich tot de Congregatie voor de Geloofsleer. In mei bevestigde het hoofd van de vrouwelijke tak van het Opus Dei in Argentinië, Catalina María Donnelly, dat de vrouwen tot de prelatuur behoorden. De vrouwen waren echter “geen werknemers van het Opus Dei, zij zijn het Opus Dei, het is hun eigen familie”. Opus Dei kent geen onbetaald werk, aldus Donnelly. Het kan echter zijn dat het facilitair management het geld “als in een familie” voor hen beheerde.

Het Opus Dei (Werk van God) werd in 1928 opgericht door de Spaanse Priester Josemaría Escrivá de Balaguer, aanvankelijk als een lekenbeweging. In 1943 werd de ‘Priestergemeenschap van het Heilig Kruis’ toegevoegd. Wereldwijd maken ongeveer 90.000 leken en 2.000 Priesters deel uit van de organisatie. Het Opus Dei wordt als conservatief en sociaal invloedrijk beschouwd. Sinds 2017 wordt het geleid door de Spaanse Priester Fernando Ocáriz Braña.