-Heerlen- Na een scheiding gaan mannen vaker met een nieuwe partner samenwonen dan vrouwen. Dat verschil neemt toe met de leeftijd, en als er kinderen zijn. Vrouwen zeggen ook vaker dan mannen dat ze geen nieuwe samenwoonrelatie meer willen.
Minder samenwonen door ouders met inwonende, jonge kinderen
De kans dat mannen of vrouwen die bij de scheiding jonge kinderen hadden weer gingen samenwonen was 40 procent lager dan bij mensen zonder kinderen. Bij die kans is rekening gehouden met de leeftijd van de ouders en andere achtergrondkenmerken. Als de kinderen ouder waren, gingen moeders en vooral vaders al weer wat vaker opnieuw samenwonen. Vaders van wie het jongste kind minimaal 12 jaar was, gingen net zo vaak opnieuw samenwonen als mannen zonder kinderen. Moeders met oudere kinderen gingen wel minder vaak samenwonen dan vrouwen zonder kinderen.
Dat verschil tussen moeders en vaders komt gedeeltelijk doordat de kinderen na de scheiding vaker bij de moeder wonen. Ouders bij wie na de scheiding een of meer kinderen stonden ingeschreven, gingen minder vaak opnieuw samenwonen dan ouders bij wie geen kinderen woonden. Vaders met inwonende kinderen gingen wel vaker opnieuw samenwonen dan moeders met inwonende kinderen.
Vrouwen boven de 35 willen ook minder vaak samenwonen
In de enquête Onderzoek Gezinsvorming is aan gescheiden mensen zonder vaste relatie gevraagd of zij in de toekomst zouden willen samenwonen of trouwen. Van de 18- tot 35-jarigen wil bijna drie kwart dat, vrouwen net zo vaak als mannen. Boven de 35 jaar willen vrouwen minder vaak dan mannen opnieuw samenwonen, en dit verschil wordt met het oplopen van de leeftijd groter. Zo wil van de 45- tot 60-jarigen 35 procent van de mannen en 19 procent van de vrouwen wel weer samenwonen.
Vrouwen willen ook minder vaak samenwonen als zij thuiswonende kinderen hebben. Voor mannen geldt dat niet: vaders met inwonende kinderen willen net zo vaak opnieuw samenwonen als leeftijdsgenoten zonder kinderen.
Vrouwen verwezenlijken samenwoonwens net zo vaak als mannen
Vervolgens is onderzocht hoe vaak mensen met en zonder samenwoonwens in de vijf jaar na de enquête zijn gaan samenwonen met een nieuwe partner. Gescheiden mensen met een samenwoonwens woonden binnen vijf jaar twee keer zo vaak (18 procent) weer met een partner als degenen die definitief niet meer wilden samenwonen.
Vrouwen met een wens om samen te gaan wonen deden dat daadwerkelijk net zo vaak als mannen (het kleine verschil is niet significant). Dit wijst erop dat vrouwen na een scheiding vooral minder vaak dan mannen opnieuw gaan samenwonen doordat zij dat ook minder vaak willen, en niet doordat het minder vaak lukt.
Bij degenen die zeiden dat ze definitief niet meer wilden samenwonen is er wel een verschil: 13 procent van de mannen en 7 procent van de vrouwen woonde later toch weer met een partner.