Grootste stijging bij oudere vrouwen
Het zijn vooral ouderen die overlijden door een accidentele val: 43 procent was tachtiger en 36 procent was negentig jaar of ouder. Vrouwen zijn daarbij in de meerderheid, zij zijn ook oververtegenwoordigd in deze leeftijdsgroepen.
De stijging van het aantal fatale vallen gaat samen met een stijging van het aantal ouderen in de bevolking. Maar ook per duizend inwoners in een leeftijdsgroep is de toename te zien. Dat geldt het sterkst bij vrouwen van negentig jaar of ouder. In 2021 overleden 15,5 vrouwelijke negentigplussers per duizend vrouwen van deze leeftijd door een accidentele val, in 2011 waren dat er 6,7. Bij vrouwelijke tachtigers nam dit aantal toe van 1,7 overledenen naar 3,4 per duizend vrouwen in deze leeftijdsklasse. Ook bij mannen is de grootste toename bij negentigplussers te zien: het steeg van 7,6 per duizend mannelijke negentigplussers in 2011 naar 13,1 per duizend in 2021. Sinds 2020 is het sterftecijfer aan accidentele val bij 90-plussers hoger bij vrouwen dan bij mannen.
Relatie met dementie
Overlijden door een accidentele val hangt niet alleen samen met een hoge leeftijd, maar ook met bepaalde ziekten. Vooral bij mensen met dementie of een andere zogenaamde degeneratieve aandoening (de ziekte van Alzheimer, de ziekte van Parkinson of multiple sclerose) stijgt het aantal fatale vallen. In 2021 hadden 4 op de 10 mensen die aan een accidentele val overleden een van deze aandoeningen als onderliggende dan wel bijdragende doodsoorzaak.
Vooral vaker bij gebruikers langdurige zorg
6 op de 10 mensen die in 2021 overleden door een accidentele val ontvingen langdurige zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz), van wie de meesten in een instelling zoals een verpleeghuis woonden. Dat zijn relatief vaak, en in toenemende mate, mensen die dementie of een andere degeneratieve aandoening hebben.
Vooral bij mensen die Wlz-zorg in een instelling ontvangen, is het aantal sterfgevallen door een accidentele val toegenomen. In 2015 werd 3 procent van alle overlijdensgevallen in instellingen veroorzaakt door een val, hierbij hadden 4 op de 10 een degeneratieve aandoening. In 2021 is dat opgelopen naar ruim 5 procent en hadden 6 op de 10 een dergelijke aandoening. Bij mensen die thuis wonen en Wlz-zorg ontvangen, was deze toename van overlijdens door een val kleiner (van 3 naar 4 procent). In de overige bevolking is geen stijging te zien, en is sinds 2015 jaarlijks rond de 2 procent van de sterfgevallen toe te schrijven aan een accidentele val.