13 procent wil het huis uit, maar kan niets vinden
Meerderjarigen die (nog) bij hun ouders wonen, hadden er minder vertrouwen in dat ze binnen twee jaar het huis uit konden. In 2021 zei 13 procent dat ze wel wilden verhuizen, maar niets konden vinden. In 2015 gold dat nog voor 6 procent. In die periode is de gemiddelde leeftijd waarop jongeren het ouderlijk huis verlaten ook toegenomen. Het aandeel thuiswonende kinderen dat beslist binnen twee jaar wil verhuizen of al iets gevonden heeft, is licht gestegen. Thuiswonende kinderen willen voornamelijk verhuizen om zelfstandig te gaan wonen en/of om te gaan samenwonen met een partner.
Alleenwonenden onder de veertig jaar vaak verhuiswens
Na de thuiswonende kinderen hebben alleenstaanden jonger dan veertig jaar het vaakst een stellige verhuiswens (ze willen binnen twee jaar beslist verhuizen, hebben al wat gevonden of willen verhuizen maar kunnen dat niet). Ook in deze groep nam het aandeel dat wel wilde maar niet kon verhuizen toe: van 4 procent in 2015 naar 11 procent in 2021.
Van de samenwonende stellen onder de veertig en zonder kinderen zei 8 procent wel te willen verhuizen, maar daartoe geen mogelijkheid te zien. Bij alleenstaande ouders was dat 9 procent. Ook die percentages waren hoger dan in 2015.
Alleenstaanden en samenwoners boven de veertig en gezinnen met kinderen gaven in 2021 ook vaker dan in 2015 aan te willen verhuizen maar niets te kunnen vinden, maar bij die groepen gaat het om kleinere aandelen. Het aandeel alleenstaanden boven de veertig dat wel wil verhuizen, maar niets kan vinden is sinds 2015 verdubbeld.
Verhuiswens vooral bij mensen zonder koopwoning
Het zijn vooral mensen die (nog) geen koopwoning bezitten die een stellige verhuiswens koesteren. Dit geldt het sterkst voor alleenstaanden en samenwoners jonger dan veertig, maar ook voor stellen met kinderen en alleenstaande ouders. Ruim de helft (53 procent) van de samenwoners onder de veertig zonder koopwoning had in 2021 een stellige verhuiswens. Bij de stellen met een koopwoning was dat met 15 procent veel lager. Ook in andere levensfasen hebben woningeigenaren aanzienlijk minder vaak een verhuiswens dan huurders. Mensen ouder dan veertig jaar willen minder vaak verhuizen en bij hen is het verschil tussen degenen met en zonder koopwoning ook wat kleiner.
In Noord-Holland en Utrecht het moeilijkst uit huis
Tussen regio’s bestaan aanzienlijke verschillen in krapte op de woningmarkt. Dit geldt ook voor de moeite die meerderjarige thuiswonende kinderen hebben om woonruimte te vinden. In Noord-Holland en Utrecht gaven jongeren het vaakst aan uit huis te willen, maar niets te kunnen vinden. In Drenthe, Overijssel en Limburg werd dat het minst vaak gezegd in 2018 en 2021 (die voor de regionale analyse samengevoegd zijn). Hierbij is overigens niet bekend naar welke regio de thuiswonende kinderen zouden willen verhuizen.