De politie in de Filipijnen en Thailand waarschuwt voor een nieuwe en zorgwekkende strategie die mensenhandelnetwerken gebruiken: zij doen zich voor als christelijke missionarissen of religieuzen om zo ( immigratie)controles op luchthavens te ontwijken. Dat meldt het agentschap Agenzia Fides deze week, naar aanleiding van de resultaten van een gezamenlijk onderzoek dat een ernstige vorm van misbruik van het geloof voor criminele doeleinden aan het licht bracht.
‘Evangelisatie’
Het meest recente voorval vond plaats tijdens een routinematige operatie op een Filipijns vliegveld, waar onregelmatigheden werden ontdekt in de documenten van twee jonge vrouwen van 23 en 25 jaar oud, die op het punt stonden aan boord te gaan van een vlucht naar Thailand. Beiden werden vergezeld door een oudere vrouw, die beweerde dat de reis een religieus doel had. De jonge vrouwen zouden ‘christelijke missionarissen’ zijn die aan evangelisatieactiviteiten zouden deelnemen.
Nadat echter onregelmatigheden in hun documenten en de door hen afgelegde verklaringen waren opgemerkt, besloten de luchthavenautoriteiten hen vast te houden voor nader onderzoek. Tijdens het verhoor beweerden de jonge vrouwen dat zij ‘vrijwilligers’ van de katholieke kerk waren die missiewerk deden in Thailand. Op het eerste gezicht leek alles erop te wijzen dat het om een legitieme groep ging die zich bezighield met pastoraal werk.
Maar verder onderzoek bracht een heel andere en alarmerende waarheid aan het licht. De vrouw die hen vergezelde, bleek een spilfiguur te zijn in een crimineel netwerk dat zich bezighield met mensenhandel en zich specialiseerde in het vervoeren van vrouwen naar andere landen in Zuidoost-Azië, waar zij seksueel worden uitgebuit. Naar verluidt werden de jonge vrouwen aanvankelijk gerekruteerd met de belofte van een stabiele baan als lerares. Maar eenmaal in het criminele netwerk, zitten zij gevangen in een criminele structuur die erop gericht is hen uit te buiten in de prostitutie.
Verontwaardiging
De zaak heeft geleid tot grote verontwaardiging bij religieuze leiders en mensenrechtenorganisaties. De zaak laat namelijk zien hoe criminele netwerken symbolen van het christelijk geloof beginnen te misbruiken om hun acties te maskeren. Zij misbruiken hiermee het vertrouwen dat religieuze instellingen hebben.
De autoriteiten zetten hun onderzoek voort om dergelijke organisaties volledig te ontmantelen en andere potentiële slachtoffers te vinden die in soortgelijke praktijken zijn gelokt. Ondertussen worden bisdommen, congregaties en kerkelijke gemeenschappen opgeroepen om op hun hoede te zijn voor personen of groepen die beweren de kerk te vertegenwoordigen, vooral in internationale context, zonder de juiste officiële goedkeuring.