In het vierde kwartaal van 2020 waren relatief meer mensen psychisch ongezond dan in hetzelfde kwartaal van 2019. Die toename zette zich in het eerste kwartaal van 2021 voort, waarna een stabilisatie volgde. Vooral het aandeel mensen dat zich somber en neerslachtig voelde en het aandeel dat zichzelf als minder gelukkig beschreef, namen in het laatste kwartaal van 2020 toe en dat bleef ook begin 2021 het geval. Daarnaast nam in het tweede kwartaal van 2021 het aandeel mensen dat zich kalm en rustig voelde af.
Is er een relatie tussen corona en mentale gezondheid?
Uit de tijdelijk extra toegevoegde vragen bleek dat respondenten zich tijdens de coronacrisis op een aantal aspecten minder goed voelden dan vóór de crisis. Aan hen is gevraagd of ze zich vaker of minder vaak eenzaam, angstig, somber en/of gestrest voelden dan voor de coronacrisis. Ruim een kwart van de mensen gaf in 2020 aan zich tijdens de coronacrisis vaker eenzaam te voelen dan daarvoor. Ook gevoelens van angst, somberheid en stress kwamen vaker voor tijdens de coronacrisis dan daarvoor. Of de afname in mentale gezondheid in het eerste halfjaar van 2021 wordt veroorzaakt door de coronacrisis is met de beschikbare gegevens niet eenduidig vast te stellen.
Jongvolwassenen vaker somber tijdens dan vóór corona
De mentale gezondheid van jongvolwassenen (18 tot 25 jaar) was het laagst. Een kwart van hen was psychisch ongezond in de eerste helft van 2021, dat is ongeveer 10 procentpunt hoger dan gemiddeld over 2020. Zij gaven vaker dan andere leeftijdsgroepen aan onrustig, somber en niet gelukkig te zijn.