Steeds meer heterostellen kiezen voor partnerschap
Het geregistreerd partnerschap werd in 1998 geïntroduceerd, vooral om het ook voor paren van gelijk geslacht mogelijk te maken om hun relatie formeel vast te leggen. In het eerste jaar sloten 3 duizend paren van gelijk geslacht een geregistreerd partnerschap: 1,7 duizend mannenparen en 1,3 duizend vrouwenparen. In de jaren daarna namen deze aantallen af. Sinds 2001, toen stellen van gelijk geslacht voor het eerst mochten trouwen, kiest de meerderheid voor het huwelijk.
Ook heteroparen kozen in het eerste jaar al voor het geregistreerd partnerschap, al waren zij toen nog in de minderheid. In de loop van de jaren hebben heteroparen meer belangstelling gekregen voor deze vorm van verbintenis.
Inmiddels kiest rond een kwart van alle paren die naar de burgerlijke stand gaat voor een partnerschap. In de loop van de jaren hebben verschillende wijzigingen plaatsgevonden in de wet- en regelgeving, die van invloed zijn geweest op formele verbintenissen. De meest recente wijziging is van april 2014, toen het huwelijk en geregistreerd partnerschap gelijkgetrokken werden voor toekenning van het juridisch ouderschap aan vaders en partners in paren van gelijk geslacht. Na deze invoering nam de populariteit van het partnerschap snel toe.
Stellen steeds jonger bij partnerschapssluiting
Partnerschap gaat vaker gepaard met belangrijke gebeurtenis
Geregistreerd partners lijken hun relatie zakelijker te benaderen dan mensen die trouwen. Zo vinden huwelijken relatief vaak plaats op vrijdagen in de lente en nazomer. Voor partnerschappen is maandag de populairste dag, en ze worden gedurende het hele jaar gesloten. Ook gaat het partnerschap vaker dan een huwelijk gepaard met een andere belangrijke gebeurtenis, zoals een verhuizing of het krijgen van een kind. Zo kreeg 53 procent van de stellen die de afgelopen jaren een partnerschap sloten, binnen een jaar een kind en/of verhuisde. Bij getrouwde stellen was dit 32 procent.