- Deze week laatste ronde in onderhandelingen voor wereldwijd plasticverdrag
- Beperken van plasticproductie blijft een heikel punt, vooral voor oliestaten
- Meeste landen rond de tafel willen wel ambitieus akkoord
-Londen- In het Zuid-Koreaanse Busan leggen delegaties uit 175 landen de laatste hand aan een nieuw verdrag tegen plasticvervuiling, ondanks tegenstand van olieproducerende landen.
Iets meer dan een dag nadat de voorzittershamer werd neergelegd op de klimaattop in Bakoe, hield de wereldwijde diplomatieke karavaan halt in Busan. Afgevaardigden uit 175 landen zijn er neergestreken voor wat de laatste ronde van de besprekingen moet worden in aanloop naar een internationaal plasticverdrag.
“Het moment van de waarheid is aangebroken”, zei Inger Andersen, directeur van het VN-milieuprogramma, aan het begin van de besprekingen. “We hebben een historische kans om de wereldwijde plastic-crisis aan te pakken en ons milieu, onze gezondheid en onze toekomst te beschermen.”
Elke gram creativiteit
Maar er is nog veel werk aan de winkel tegen zondag, wanneer de top moet eindigen. Diepe verdeeldheid over wat het verdrag moet aanpakken speelde de onderhandelingen parten: er is maar weinig vooruitgang geboekt tijdens de vorige vier bijeenkomsten in de afgelopen tweeënhalf jaar.
Diplomaat Luis Vayas Valdivieso, die onderhandelingen leidt, zei dat de afgevaardigden “elk instrument van multilateralisme, elke gram creativiteit en elk moment van dialoog moeten gebruiken om de verschillen te overbruggen en een verdrag op te stellen dat zo ambitieus is als onze collectieve wil toelaat”.
Bij het verlaten van de metro bij het futuristische congrescentrum van Busan waar de gesprekken worden gehouden, werden de afgevaardigden verwelkomd met een eenvoudige boodschap op de reclameborden: “Cap plastic now” (de stop erop).
Volledige levenscyclus
Toch is de productie van plastic een van de meest controversiële onderwerpen die hier aan bod komen. De meerderheid van de landen rond de tafel wil een ambitieuze overeenkomst met maatregelen om de hoeveelheid geproduceerd plastic te verminderen en ook plastic afval tegen te gaan. Veel van de rijke landen, Latijns-Amerikaanse en Afrikaanse landen en kleine eilandstaten zijn die mening toegedaan.
“Je kunt plasticvervuiling niet stoppen of verminderen zonder de productie van plastic te verminderen. Dat is gewoon een feit”, verklaarde Graham Forbes, delegatieleider van milieuorganisatie Greenpeace, maandag aan verslaggevers.
Vorige week zei Inger Andersen in een toespraak op de recente klimaattop nog dat duurzame productie en consumptie van plastic gedefinieerd moeten worden als onderdeel van de besprekingen over het nieuwe verdrag.
En maandag in Busan benadrukte ze dat de VN-resolutie die aan de basis ligt van de besprekingen een “leidende ster” moet zijn. In die resolutie staat dat het verdrag zich zou moeten richten op “de volledige levenscyclus van kunststoffen” – van productie tot consumptie en afval dus.
Alleen recycling
Maar een groep oliestaten – voornamelijk geleid door Saudi-Arabië, Rusland en Iran – zien productiedalingen niet zitten. Ze vinden dat het verdrag zich alleen mag richten op maatregelen aan de vraagzijde, zoals recycling.
Bijna alle plastics zijn afgeleid van olie en gas. Nu de wereld geleidelijk begint af te stappen van fossiele brandstoffen voor energie, zien sommige landen en bedrijven de verwachte toename in de productie van kunststoffen als een reddingslijn.
David Azoulay van het Center for International Environmental Law (CIEL) zegt dat landen die tegen productiebeperkingen zijn, nu alles uit de kast halen. “Ze willen ervoor zorgen dat dit verdrag ofwel nooit het daglicht ziet, of als dat toch gebeurt, net zo inefficiënt is als de klimaatinstrumenten die ze de afgelopen drie decennia lam konden leggen.”
Vertragingstactieken
Tijdens een plenaire sessie op maandagochtend smeekte Andersen de afgevaardigden om “in goed vertrouwen te onderhandelen” en om “de lat niet lager te leggen zodat het verdrag betekenisloos wordt”.
Voorzitter Vayas Valdivieso zei dat de klok tikte en dat “elke minuut” nodig was om vooruitgang te boeken in Busan. De eerste dag beloofde weinig goeds, omdat de plenaire vergadering overuren draaide om lastige procedurekwesties op te lossen.
Opkomende economieën die fossiele brandstoffen produceren, verzetten zich tegen een regel die een tweederde meerderheid mogelijk maakt als onderhandelaars er niet in slagen om tot een consensus te komen. “We kunnen niemand achterlaten”, waarschuwde de vertegenwoordiger van Saoedi-Arabië. “Consensus zorgt voor mondiaal eigenaarschap.”
Daarna verschoof de aandacht naar uitgebreide discussies over welk document gebruikt zou moeten worden als basis voor de discussies.
Niet in cirkels blijven ronddraaien
De laatste onderhandelingsronde, in april, leverde een monsterlijk grote “compilatietekst” op met de uiteenlopende standpunten van de landen tussen bijna 3700 haakjes. In een poging om de onderhandelingen praktischer te maken, nam Valdivieso het heft in handen voor de top in Busan en produceerde een meer gestroomlijnde tekst met voorstellen voor gebieden van convergentie en suggesties om de zaken vooruit te helpen.
De meeste landen waren blij om op die basis verder te gaan, waarbij Rwanda – medevoorzitter van de 68 landen tellende “coalitie met hoge ambities” – de afgevaardigden vroeg om “aan de slag te gaan” en de Verenigde Staten zei dat “we niet in cirkels kunnen blijven ronddraaien”.
Maar Saudi-Arabië, Rusland, Iran en Koeweit – namens de zogenaamde “gelijkgestemde” landen – volgden elkaar op om te zeggen dat ze het voorstel van de voorzitter in zijn huidige vorm niet konden accepteren.
Spierballenvertoon
Na een drie uur durende schorsing werd alsnog een compromis gevonden. Het document van de voorzitter zal worden gebruikt als een “startpunt” om de discussies te vergemakkelijken, terwijl de “compilatietekst” op tafel blijft liggen als bron waar landen naar kunnen verwijzen tijdens de onderhandelingen. Tegen die tijd was de zon al lang onder in Busan, maar de inhoudelijke onderhandelingen waren nog geen stap verder gekomen.
Azoulay van CIEL verklaart wat er maandag tijdens de die plenaire vergadering gebeurde deels als “spierballenvertoon” en deels als “tijdverspilling, door het blok van olielanden die gekant zijn tegen plastic productieverlagingen.
Landen die beweren ambitieus te zijn, zullen “voet bij stuk moeten houden” als zulke tactieken weer opduiken in de onderhandelingskamers, voegt hij eraan toe.
Nu de basisregels zijn vastgesteld, gaan diplomaten achter gesloten deuren onderhandelen in vier afzonderlijke groepen die zich elk richten op een cluster van onderwerpen die de kern van het verdrag vormen.