-Heerlen- In 2023 waren 540 duizend mensen in Nederland arm. Dat komt neer op 3,1 procent van de bevolking. In 2018 was dat nog meer dan het dubbele. Ruim 115 duizend minderjarige kinderen groeiden in 2023 op in armoede, 3,6 procent van alle minderjarige kinderen. Deze cijfers zijn berekend volgens de nieuwe methode voor het meten van armoede, die CBS, SCP en Nibud hebben ontwikkeld. De nieuwe armoedegrens vervangt eerdere grenzen die tot nu toe werden gebruikt om armoede te meten. Niet alleen het inkomen, maar ook spaargeld of ander meteen inzetbaar bezit telt mee bij de bepaling van armoede.
1,2 miljoen mensen net boven de armoedegrens
Meer mensen zaten net boven de armoedegrens dan eronder. Bijna 1,2 miljoen hadden een inkomen tot 25 procent boven de armoedegrens en onvoldoende tot geen vermogensbuffer. Ruim de helft van deze groep had een inkomen tot 15 procent boven de grens. In 2018 zaten nog ruim 1,5 miljoen mensen in deze financieel kwetsbare situatie. De groep is kleiner geworden doordat het inkomen van veel mensen sterker steeg dan de armoedegrens. Vooral in 2022 was dat zo door de overheidssteun bij het betalen van de energierekening.
Inkomenstekort opgelopen
Het doorsnee inkomenstekort van de arme bevolking ten opzichte van de armoedegrens was 16 procent in 2023. In 2018 was de armoede minder ernstig: het doorsnee tekort was toen 10 procent. Hoewel het aantal armen dus verder daalde in 2023, nam de ernst van de armoede toe. Het opgelopen tekort heeft te maken met de veranderde samenstelling van de groep armen. In vergelijking met 2018 zijn in 2023 relatief minder bijstandsontvangers en relatief meer werkenden arm. Zij komen doorgaans meer inkomen te kort dan arme bijstandsontvangers (23 tegen 6 procent in 2023).
Armoede grootst in Amsterdam
Per gemeente liep het armoedepercentage in 2023 uiteen van 0,1 tot 6,6 procent, tegen 3,1 procent gemiddeld voor heel Nederland. De top vijf van gemeenten met de meeste armoede werd aangevoerd door Amsterdam (6,6 procent). De andere gemeenten in de top vijf waren Vaals (6,4 procent), Rotterdam (6,2 procent), Den Haag (6,1 procent), en Vlieland (6,0 procent) waar bewoners vaak seizoenswerk doen. Vooral in het noordoosten en in het zuiden zijn gemeenten waar relatief veel armoede is.
De laagste armoedepercentages zijn te vinden in kleinere gemeenten. In 2023 stond Rozendaal (0,1 procent) onderaan op de ranglijst, gevolgd door Hilvarenbeek, Oost Gelre en Dinkelland (allen 1,0 procent).