-Oslo- De Noor Jon Olav Fosse ontvangt de Nobelprijs voor de Literatuur 2023 “voor zijn vernieuwende proza en voor het geven van een stem aan wat niet gezegd kan worden.” De 64-jarige schrijver bekeerde zich tot het Rooms-Katholieke geloof, wat zijn stempel op zijn werken heeft gedrukt.
Mats Malm, secretaris van de Zweedse Academie, gaf aan dat de prijs een erkenning is voor ‘zijn immense werk, geschreven in de Nynorsk-vorm van het Noors en dat een grote verscheidenheid aan genres omvat, in een schat aan toneelstukken, romans, collecties van poëzie, essays, kinderboeken en vertalingen.
Fosse was een notoir marxist en alcoholist gedurende een groot deel van zijn leven. Hij bekeerde zich in 2012 tot het Rooms-Katholieke geloof, net nadat hij de ergste drankcrisis had doorgemaakt. In een interview beschreef hij wat er gebeurde:
“Ik nam het commando over en veranderde de koers van het schip.”
Volgens hem was Meester Eckart, een Dominicaanse geestelijke, doorslaggevend in zijn bekering.
Kort daarna trouwde hij met Ana, met wie hij zes kinderen kreeg. Toen de laatste werd geboren, in 2019, zei hij in dat interview: “… het is het beste wat mij kon overkomen. Ik merk dat het krijgen van een baby nu anders is dan het krijgen van een baby eerder in het leven. Hoewel het natuurlijk beter is om een jonge vader te hebben.”
Zijn eerste werk ‘Raudt svart’ schreef hij in 1983. Een van zijn meest recente schrijfselen is ‘Morning and afternoon’, dat van de wieg tot het graf het verhaal vertelt van een personage genaamd Johannes, aan de hand van eenvoudige alledaagse taferelen, en ons doet nadenken over de vraag of het leven betekenis heeft.
De Bisschop van Oslo, Bernt Eidsvig, feliciteerde Fosse “van ganser harte” “namens alle Noorse lezers en literatuurliefhebbers.” En hij voegde er in zijn laudatio aan toe: “Ik ben vooral blij dat Fosse Rooms-Katholiek is en dat hij getuigenis aflegt van zijn geloof . Ik heb niet het gevoel dat hij zichzelf als een apologeet beschouwt, hoewel hij indirect misschien wel zo lijkt. Ik ben blij namens de hele natie, vooral de Katholieke gemeenschap in Noorwegen.”