-‘s Gravenhage/Zwolle- In zijn Thorbecke-lezing spreekt Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt over technologische ontwikkelingen welke een grote ‘disbalans’ veroorzaken tussen bestuurders en burgers. Technologische innovatie maakt het mogelijk dat de regering de burger ‘heel precies’ kan ‘controleren, commanderen en onderdrukken’, stelt hij. Omtzigt stelt verder: “Als wij deze dreigingen niet serieus nemen en mensen die zich druk maken om QR-codes wegzetten als ‘wappies’, dan hoeven wij het vooral niet over de argumenten te hebben. Dat kan ons duur komen te staan.” Lees verder onder de reclame>
Omtzigt hield de jaarlijkse Thorbecke-lezing in Zwolle. Hij verwees veel naar Thorbecke, die in 1848 de Nederlandse grondwet schreef. Volgens Omtzigt wordt het hoog tijd voor een herziening van de grondwet. Dit komt doordat allerlei maatschappelijke ontwikkelingen ervoor zorgen dat politieke theorie en praktijk steeds verder uit elkaar komen te liggen, stelt hij. “Het Nederlandse recht zit mooi in elkaar, maar politici houden zich er niet meer aan” aldus Omtzigt
Eén van deze ontwikkelingen is de technologisch innovatie, die volgens hem het evenwicht tussen burger en overheid verstoort. ‘Steeds vaker controleert de staat de burger. Dat leidt tot grote ongelukken, zoals bij het toeslagenschandaal. Maar het legt ook de infrastructuur klaar waarmee een regering of een staat de bevolking kan controleren, commanderen en onderdrukken. In dit geval kan dat zowel de nationale staat zin als ook een andere staat of een niet-statelijke entiteit.’
Omtzigt: “In een dictatuur laat de dictator zich niet controleren. Nee, hij – het is bijna altijd een hij – controleert de bevolking. In een democratie controleert de bevolking de regering. Zonder open besluitvorming en transparantie is een democratie hol en leeg: als je niet weet wie het besluit genomen heeft – welke ministerie, welke partij in het kabinet – op wie moet je stemmen bij een verkiezing? De ontwikkelingen in gebrek aan openbaarheid de afgelopen jaren baren grote zorgen: de Nederlandse regering laat zich steeds moeilijker controleren via de WOB/WOO en artikel 68.”
Met dit gebrek aan openheid maakt Omtzigt zich grote zorgen. Al sinds 2018 houdt de regering zich niet aan rechterlijke uitspraken om Woo-documenten vrij te geven. Dit heeft de regering al 44 pagina’s aan rechterlijke veroordelingen opgeleverd. Kamerlid Pieter Omtzigt vindt dat “dit niet kan in een rechtsstaat”, en heeft daarom recent een motie ingediend om de vrijgave binnen een half jaar te regelen. Ook een intern adviescollege heeft het kabinet al op de vingers getikt over het veelvuldig achterhouden van Woo-documenten.
Overheid controleert burger
Omtzigt vervolgt zijn Thorbecke-lezing: ‘Tegelijkertijd zijn er steeds nieuwe ongekende mogelijkheden waarmee de overheid alles kan bijhouden of opvragen over burgers: van telecomgegevens tot passagiergegvens. En binnenkort ook alle banktransacties boven de 100 Euro. De massale afluisterpraktijken en verzamelwoede van de Amerikaanse overheid kwam al aan het licht door klokkenluider Edward Snowden. Recent hebben ook veel westerse regeringen software zoals Pegasus gekocht waarmee zij niet alleen criminelen afluisteren via hun mobiel, maar ook politieke tegenstanders in landen als Spanje, Griekenland en Polen.
Deze processen bieden kwaadwillende regeringen ongekende mogelijkheden, zoveel is wel duidelijk. Daarnaast kan de technologie ook nog eens gebruikt of misbruikt worden door buitenlandse regeringen of andere belanghebbenden. Als wij deze dreigingen niet serieus nemen en mensen die zich druk maken om QR-codes wegzetten als wappies, dan hoeven wij het vooral niet over de argumenten te hebben. Dat kan ons duur komen te staan.’
Europese Digitale Identiteit
Omtzigt merkt ook op dat de regering ‘instemde met wetgeving – zoals het digitale paspoort – terwijl de Kamer een motie had aangenomen om dat niet te doen in deze vorm’. Hiermee verwijst hij naar de controverse rondom de Europese Digitale Identiteit in december 2022.
Volgens Kamerlid Omtzigt maakt nieuwe technologie het mogelijk om burgeres heel precies te controleren. Daarom zal volgens hem de ‘disbalans’ tussen burger en politiek alleen maar verder toenemen.