Onbevlekte ontvangenis van Maria

Leestijd: 7 minuten

Onbevlekte Ontvangenis en Maagdelijke Geboorte

Onbevlekte ontvangenis

Dinsdag 08 december 2020 07:55 Bron: prof. dr. Roger Burggraeve/Foto MB)
[responsivevoice_button voice=”Dutch Female” buttontext=”Lees voor”] Op 8 december viert de katholieke kerk de ‘onbevlekte ontvangenis’. In gelovige taal betekent dit dat Maria bij haar verwekking niet ‘besmet’ werd door de erfzonde. Daarmee wil men aangeven dat Maria, die uitverkoren werd om de moeder van Jezus, Gods Zoon, te worden, zonder vlek of rimpel moet zijn. Met erfzonde bedoelt men dat alle mensen die uit Adam geboren worden, getekend zijn door het kwaad waardoor het goddelijk verlangen naar het goede dat de Schepper in elke mens heeft neergelegd verstoord wordt door de neiging naar het kwade. Daaruit is dan, ten gevolge van de ‘overtreding’ van Adam – en in Adam van elke mens – een geschiedenis van kwaad voortgekomen. Om hieruit verlost – losgemaakt en genezen – te worden is Christus, de Zoon van God mens geworden. Welnu, precies omwille van zijn goddelijke zending tot bevrijding uit het kwaad, mag ook de moeder van Jezus niet aangetast zijn door het kwaad.

Maagdelijke geboorte

Daarmee verbonden, maar er niet mee samenvallend, is er geloof dat Jezus maagdelijk geboren is.  Dat wil zeggen dat Jezus door Maria de moeder van Jezus geworden is zonder een man te ‘bekennen’, zoals we in het tweede hoofdstuk van het Lukasevangelie vernemen. Het paradoxale, zelfs shockerende is dat Jezus niet via de weg van de seksuele omgang tussen Maria en Jozef ontstaan is, maar ‘ontvangen is dankzij de heilige Geest’. En dat is precies wat ons shockeert, want het is volgens de gewone en wetenschappelijke kennis van de natuur onmogelijk. Soms probeert men dit verhaal toch menselijk en wetenschappelijk aanvaardbaar te maken. Maar is het niet eerlijker om het verhaal van Lukas 2 te ‘laten zoals het er staat’, dat wil zeggen er de onmogelijkheid van niet ongedaan te maken? Want door zijn natuurwetmatige, wetenschappelijke onmogelijkheid ‘dwingt’ het ons om het bijzonder ‘statuut’ van Jezus te verkennen. Zoals zovele kinderen van onvruchtbare vrouwen in het Eerste Testament geen ‘kind van de natuur’ maar een ‘kind van de belofte’ zijn is Jezus via de maagd Maria goddelijke gave en belofte! Hij heeft, helemaal mens zijnde, tegelijk ook een overschrijdende ‘goddelijke’ betekenis en roeping om Gods heil in deze wereld te belichamen. Zonder naar de ‘maagdelijke geboorte’ te grijpen zet het evangelie van Johannes ons vanaf het begin op het spoor van de incarnatie van Gods liefde in het zijn en handelen van de mens Jezus van Nazaret: “Gods Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond” (Joh 1,14).

 

Dogma

Op 8 december 1854 kondigde paus Pius IX, via de pauselijke bul Ineffabilis Deus, een nieuw dogma af: de Onbevlekte Ontvangenis van Maria. In artikel één van deze pauselijke bul schrijft hij het volgende:

afbeelding-/thomas/cms2/uploads/image/pictureleft/_medium/maria2.jpg

“[…] Van in het begin, en vóór de aanvang van de tijd, heeft God voor Zijn Eniggeboren Zoon een moeder gekozen en voorbereid, waarin Christus het vlees zou aannemen en, in de zalige volheid van de tijden, geboren zou worden in deze wereld. Hij heeft haar boven alle schepselen aan Zijn liefde deelachtig gemaakt. Hij heeft haar derhalve, boven alle engelen en heiligen, met alle hemelse genadegunsten uit de schat van Zijn goddelijke voorraad wonderbaar begiftigd, zodat deze moeder, voor eeuwig absoluut vrij van alle zonde en in heel haar wezen eerlijk en perfect, een volledige heilige onschuld en heiligheid zou bezitten waarvan niemand onder God iets groters kan bedenken en niemand volledig kan begrijpen. En het was dan ook maar gepast dat zo’n wonderbaarlijke moeder, met de glorie van volkomen heiligheid gesierd en immer schitterend, ook vrij zou zijn van alle erfschuld en dat zij de hoogste zege over het oude serpent zou behalen. […]”

Op 8 december viert de kerk dan ook het hoogfeest van de ‘Onbevlekte Ontvangenis van Maria’. Zoals hierboven gesteld betekent dit dat Maria niet bevlekt is door de erfzonde. Wat is de erfzonde? Volgens het Van Dale woordenboek betekent erfzonde “de zondigheid die de mens door zijn geboorte aankleeft als gevolg van de zondeval van het eerste mensenpaar, die echter door de doop wordt weggenomen.” Die zondigheid, met zijn oorsprong bij Adam en Eva, had Maria niet toen zijzelf geboren werd. Daarenboven kan zij ook nooit zondig zijn tijdens haar leven. Ook in de teksten van het Tweede Vaticaans Concilie wordt deze zondeloosheid vermeld: “56. Met geheel haar hart en door geen enkele zonde weerhouden, heeft zij de goddelijke heilswil aanvaard.” (Lumen Gentium) In Jesaja 11, 1-3a (Maar uit de stronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei […]) zou er ook reeds verwezen worden naar de Onbevlekte Ontvangenis. “Volgens een kerkelijke traditie verwijst deze Bijbelse tekst naar de ontvangenis van Maria. Het ontbloeien van een tak aan een levenloze stronk duidt op de menselijke en goddelijke oorsprong van Jezus. De christelijke geloofsinterpretatie zag de verbondenheid tussen Maria en Jezus verbeeld in de twijg en haar vrucht. Uit het geslacht van Isaï (in het Latijn Jesse), de vader van David, wordt Jezus geboren als een zoon van mensen. Het bijzondere van zijn geboorte is dat zijn moeder overschaduwd werd door heilige Geest. Dit verwijst naar Jezus’ goddelijke oorsprong. Jezus de Nazarener is de zoon van een vrouw, in wie Hij als Zoon van God mens werd.”

 

Hoe is het idee ontstaan?

Tijdens het Concilie van Nicea in 325 beslisten de bisschoppen dat Jezus zowel de menselijke als goddelijke natuur heeft, tegen de leer van Arius. Echter, deze beslissing had ook gevolgen voor Maria. Zij had nu niet enkel een mens ter wereld gebracht, maar een Zoon die zowel mens als God was. Maar hoe kan een God geboren worden uit een, zondige, mens? Maria was niet gedoopt omdat dat nog niet gebruikelijk was en enkel het doopsel neemt de erfzonde (de zonde van Adam en Eva) weg. Hoe kan een zondig persoon Jezus Christus ter wereld gebracht hebben? Dat was de vraag waar heel wat christenen mee worstelden. Reeds Origines (185-254) geloofde dat Maria vrij was van de erfzonde. De kerkvaders besloten zijn leer te volgen.[3] Doorheen de jaren zorgde de ‘Onbevlekte Ontvangenis’ voor heel wat discussie.

Eeuwen lang is de ontvangenis van Maria aanleiding geweest tot hevige kerkelijke twisten en theologische debatten. Het ging hierbij met name om de vraag of Maria ‘onbevlekt’ – dat wil zeggen: zonder erfzonde – ontvangen was. Het begrip erfzonde verwijst naar de menselijke hoogmoed die ten grondslag ligt aan de neiging de plaats van God in te nemen. Die neiging was Maria vreemd. […] Al in de Middeleeuwen werd de ontvangenis van Maria jaarlijks herdacht op 8 december, in de adventstijd, als voorbereiding op het komen van Jezus, de Christus. In de volksvroomheid heeft de verering voor Maria als de ‘onbevlekt ontvangene’ een nieuwe impuls gekregen door de gebeurtenissen in het Zuid-Franse dorpje Lourdes in het jaar 1858. Vier jaar na de dogmaverklaring verscheen Maria in Lourdes aan Bernadette Soubirous. Toen de veertienjarige Bernadette vroeg wie het was die zij zag, kreeg zij als antwoord ‘Ik ben de onbevlekt ontvangene.’ In de daaropvolgende jaren groeide Lourdes uit tot een van de meest bezochte plaatsen in Europa. Jaarlijks trekken zo’n zes miljoen mensen naar deze bedevaartsplaats.

Tot op de dag van vandaag wordt Maria als onbevlekt en zonder zonde beschouwd in de Katholieke Kerk. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de toespraak van Paus Franciscus op 8 december 2013:

Paus Franciscus, uit zijn woord bij het Angelus, Sint- Pietersplein

8 december 2013

Geliefde broers en zussen goede dag!

Deze tweede zondag van de Advent valt op de feestdag van Maria Onbevlekt Ontvangen en dus wordt onze blik aangetrokken door de schoonheid van de Moeder van Jezus, onze Moeder! Met grote vreugde bewondert de Kerk haar “vol van genade” (Lc 1,28)(…) Onze Moeder is mooi! Maria ondersteunt ons op onze weg naar Kerstmis, want ze leert ons hoe deze Adventstijd in verwachting van de Heer te beleven. Deze Adventstijd is immers verwachting van de Heer die ons allen op het feest zal bezoeken, maar ook, elkeen, in ons hart. De Heer komt! Laten we Hem verwachten.

Het Evangelie volgens Lucas beschrijft ons Maria als een meisje uit Nazareth, een kleine plaats in Galilea, aan de periferie van het Romeinse rijk en ook aan de periferie van Israël. Een dorpje. En toch, op haar, dat meisje uit dat verre dorpje, op haar heeft de Heer, die haar heeft uitverkoren om moeder van zijn Zoon te worden, zijn blik laten rusten. Met het oog op dit moederschap werd Maria behoed voor de erfzonde, dat wil zeggen voor de breuk, die in de diepte elk menselijk wezen kwetst in de gemeenschap met God, met de anderen en met de schepping. Deze breuk werd vooruitlopend genezen in de Moeder van Hem die ons is komen bevrijden van de slavernij van de zonde. De Onbevlekte maakt deel uit van Gods plan, zij is de vrucht van Gods liefde die de wereld redt.

En Onze Lieve Vrouw heeft zich nooit verwijderd van die liefde: heel haar leven, heel haar wezen is een “ja” op die liefde, het is een “ja” aan God. Maar dat is voor haar zeker niet makkelijk geweest! Wanneer de Engel haar “vol van genade” (Lc 1,28) noemt “schrok ze” (…) Deze boodschap maakte haar van streek (…). Maria luistert, gehoorzaamt inwendig en antwoordt: “Zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw woord” (v. 38).

Het mysterie van dit meisje uit Nazareth, dat in Gods hart is, is ons niet vreemd. Het is niet: zij daar en wij hier. Neen, we zijn verbonden. Inderdaad, God laat zijn blik vol liefde op elke man en op elke vrouw rusten! Met naam en toenaam. Zijn liefdesblik rust op elk van ons. De Apostel Paulus zegt dat God ons vὀὀr de schepping van de wereld heeft uitgekozen om heilig en onbevlekt te zijn” (Ef 1, 4). Ook wij zijn sinds altijd door God uitverkoren om een heilig leven, vrij van zonde, te leven. Het is een liefdesproject dat God hernieuwt telkens wij tot Hem naderen, vooral in de sacramenten.

Laten we op dit feest, waarop wij onze mooie Onbevlekte Moeder bewonderen, ook ons meest ware lot, onze diepste roeping herkennen: bemind te zijn, door de liefde veranderd te zijn, door Gods schoonheid veranderd te zijn. Laat we naar haar, onze Moeder, kijken en laten we ons door haar bekijken, want zij is onze moeder en ze houdt veel van ons. Laten we ons door haar belijken om te leren nederiger te zijn en ook moediger in het volgen van Gods Woord; om de tedere omhelzing van haar Zoon Jezus te aanvaarden, een omhelzing die ons leven, hoop en vrede geeft.

En ook heel wat katholieke gelovigen vandaag bevestigen hun geloof in dit dogma op regelmatige basis, zonder hierbij stil te staan. Er zit namelijk een verwijzing naar de Onbevlekte Ontvangenis in het bekende Weesgegroet:

Wees gegroet Maria, vol van genade.
De Heer is met U.
Gezegend zijt Gij boven alle vrouwen,
en gezegend is de vrucht van Uw lichaam,
Jezus.
Heilige Maria, Moeder Gods,
bid voor ons, arme zondaars,
nu en in het uur van onze dood. Amen.

Maria is ‘vol van genade’. Dankzij de genade van God was Maria heel haar leven vrij van zonde.